ECLI:NL:TGZRZWO:2019:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 104/2019

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2019:101
Datum uitspraak: 12-07-2019
Datum publicatie: 12-07-2019
Zaaknummer(s): 104/2019
Onderwerp: Onjuiste verklaring of rapport
Beslissingen: Niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Ne bis in idem. Materieel feit dat ten grondslag ligt aan de klacht is reeds beoordeeld door het college. Klacht niet-ontvankelijk.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

Beslissing d.d. 12 juli 2019 naar aanleiding van de op 14 mei 2019 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van

A , wonende op een bij het college bekend adres,

k l a g e r

-tegen-

B , GZ-psycholoog,

werkzaam te C,

gemachtigde mr. J.S.M Brouwer, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand te Amsterdam,

a a n g e k l a a g d e 

1.    HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle heeft op 19 april 2019 uitspraak gedaan in de klacht van klager tegen dezelfde aangeklaagde met zaaknummer 289/2018.

Klager heeft een klaagschrift ingediend.

2.  DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

Op grond van artikel 51 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) kan niemand andermaal berecht worden ingevolge de bepalingen van dit hoofdstuk van de Wet BIG ter zake van enig in artikel 47, eerste lid, van de Wet BIG bedoeld handelen of nalaten waaromtrent te zijnen aanzien een onherroepelijk geworden tuchtrechtelijke eindbeslissing is genomen.

Het materiële feit (het handelen of nalaten) waarover in zaaknummer 289/2018 is geoordeeld betreft het handelen van aangeklaagde bij de door haar opgestelde verklaring van 27 mei 2016.

Thans klaagt klager wederom over deze verklaring, meer in het bijzonder over het niet willen herroepen van die verklaring ondanks een verzoek daartoe van 23 april 2019 van klager. Dit is weliswaar een anders geformuleerde klacht dan de klacht in zaaknummer 289/2018 maar behelst wel hetzelfde handelen van aangeklaagde, namelijk de door haar opgestelde verklaring. Het inhoudelijk behandelen van deze laatste klacht zou betekenen dat het college zich voor de tweede keer zou buigen over de door aangeklaagde opgestelde verklaring van 27 mei 2016 omdat het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle bij uitspraak van 19 april 2019 zich hier reeds over heeft uitgelaten.

De uitspraak van 19 april 2019 in zaaknummer 289/2018 is op 31 mei 2019 onherroepelijk geworden. Aangeklaagde heeft bij reactie van haar gemachtigde op 7 mei 2019 laten weten te berusten in de uitspraak. Deze uitspraak legt geen verplichting op aan aangeklaagde tot een doen of laten.

Een redelijke uitleg van artikel 51 van de Wet BIG brengt mee (nu reeds over de verklaring van 27 mei 2016 van aangeklaagde is geoordeeld) dat de aangeklaagde daaromtrent niet andermaal kan worden berecht en de klacht kennelijk niet-ontvankelijk is.

3.    DE BESLISSING

Het college verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven in raadkamer door J. Recourt, voorzitter, L.P.T. Raijmakers,

Th.A.M. Deenen, leden-beroepsgenoten, in tegenwoordigheid van J.W. Sijnstra-Meijer, secretaris.

                                                                                                                 voorzitter

                                                                                                                 secretaris

 

Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

a. Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als

- het college u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard of

- als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op de klachtonderdelen waarop die beslissing betrekking heeft.

b. Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.

c. Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.

U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verstuurd.

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.