ECLI:NL:TGZRAMS:2019:204 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/263

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2019:204
Datum uitspraak: 30-09-2019
Datum publicatie: 30-09-2019
Zaaknummer(s): 2019/263
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Volgens klager heeft aangeklaagde tegen hem als (voormalig) onderzochte gelogen en/of in een tuchtrechtelijke procedure opzettelijk in strijd met de waarheid een verklaring afgelegd. niet ontvankelijk

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE AMSTERDAM

Voorzittersbeslissing

Beslissing d.d. 30 september 2019 naar aanleiding van de op 2 juli 2019 bij het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam ingekomen klacht van

A ,

wonende te B,

k l a g e r ,

-tegen-

C ,

psychiater,

werkzaam te D,

a a n g e k l a a g d e.  

1.    HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:

-       het klaagschrift van 2 juli 2019 met bijlagen;

-       het gewijzigde klaagschrift, ingekomen op 16 juli 2019.

-       de brieven van de secretaris van 2 juli 2019 en 13 september 2019;

2.    DE KLACHT

Volgens klager heeft aangeklaagde tegen hem als (voormalig) onderzochte gelogen en/of in een tuchtrechtelijke procedure opzettelijk in strijd met de waarheid een verklaring afgelegd.

3.    DE OVERWEGINGEN

3.1.      Klager klaagt thans over het niet de waarheid spreken door aangeklaagde in (een) eerdere tuchtklachtprocedure(s), in welke procedure(s) het verwijt van klager (onder meer) was dat aangeklaagde – ondanks herhaalde verzoeken daartoe – niet de officiële (ongewijzigde) definitieve versie heeft verstrekt van door klager opgevraagde stukken. Het gaat daarbij om stukken die ten grondslag hebben gelegen aan de door aangeklaagde opgestelde E rapportage over klager.

3.2.      Dit is de zevende klacht tegen aangeklaagde betreffende haar handelen in het kader van de aan haar verstrekte opdracht om over klager een E-rapportage uit te brengen (te weten - naast de onderhavige klacht met nummer 2019/63 - de tuchtklachtprocedures met nummers: 2016/007, 2016/273, 2017/006, 2017/261, 2017/329 en 2018/453, waarover ook het Centraal Tuchtcollege in hoger beroep driemaal uitspraak heeft gedaan: C2016/497, C2017/433 en C2019/016).

3.3.      Het doel van het medische tuchtrecht is het vergroten van de kwaliteit van de individuele gezondheidszorg. Dit doel wordt niet (langer) gediend met het behandelen van deze klacht. Het lijkt inmiddels toch vooral een persoonlijke strijd van klager tegen (onder meer) verweerster. Het is niet (langer) gepast deze persoonlijke strijd te faciliteren. Het tuchtrecht is hier niet voor bedoeld. Zelfs als verweerster de fout zou hebben gemaakt die klager haar verwijt, levert dit geen belang op in de zin en strekking van de Wet BIG. De klacht zal dan ook als van kennelijk onvoldoende belang niet in behandeling worden genomen. Klager zal niet worden ontvangen in zijn klacht.

4.    DE BESLISSING

De voorzitter verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

Aldus gedaan op 30 september 2019 door J. Recourt, voorzitter, in tegenwoordigheid van C.G.J. Pluijgers, secretaris.

WG    secretaris                                                                         WG  voorzitter