ECLI:NL:TGZRAMS:2019:145 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/453

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2019:145
Datum uitspraak: 16-07-2019
Datum publicatie: 16-07-2019
Zaaknummer(s): 2018/453
Onderwerp: Onvoldoende informatie
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Klager verwijt verweerster niet de definieve versie van een externe deskundigenrapportage aan hem te hebben toegezonden. Volgens klager is het juist dat hij geen recht heeft op inzage van ruwe testgegevens, maar deze zouden volgens hem vrijwel geen deel hebben uitgemaakt van de rapportage en zouden stukken waar hij wel recht op heeft eveneens buiten de aan hem toegezonden rapportage zijn gehouden. Ook zouden ongeoorloofde wijzigingen in de rapportage zijn aangebracht. Verweerster voert verweer.   klacht afgewezen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE AMSTERDAM

Beslissing d.d. 17 juli 2019  naar aanleiding van de op 16 oktober 2018 bij het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam ingekomen klacht van

A,

wonende te B,

k l a g e r,

tegen

C ,

psychiater,

werkzaam te D,

v e r w e e r s t e r,

gemachtigde: mr. V.C.A.A.V. Daniels

1.    HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:

-       het klaagschrift met bijlagen;

-       de brief van de plv-secretaris van 24 oktober 2018, waarbij is medegedeeld aan partijen dat de behandeling van deze nieuwe klacht wordt aangehouden totdat het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG) in de zaak met nummer C2016.497 (van klager tegen verweerster) een eindbeslissing heeft gegeven. Dit om eventuele samenloop en tegenstrijdigheden te voorkomen;

-       de reactie van klager op deze processuele beslissing, ingekomen op 26 oktober 2018;

-       de reactie namens verweerster hierop, ingekomen op 16 november 2018;

-       de brief van de plv-secretaris aan partijen d.d. 24 december 2018;

-       de brief van klager, ingekomen op 23 april 2019;

-       de reactie namens verweerster hierop, ingekomen op 17 mei 2019.

2.    WAAR GAAT HET IN DEZE ZAAK OVER

2.1.      Klager is in het kader van het opstellen van een PJ-rapportage (onder meer) door verweerster onderzocht. Bij klager zijn psychologische testen afgenomen, heeft een psychomo-torische observatie plaatsgevonden alsmede een onderzoek door een extern deskundig psychologe. Op 27 augustus 2015 is een (tweede) rapportage uitgebracht. De raadsman van klager heeft destijds bij het PBC de onderliggende rapportages opgevraagd. Bij brief van 2 november 2015 is dit door de jurist van het NIFP geweigerd, omdat de bevindingen van het psychologisch en psychiatrisch onderzoek in de rapportage zouden zijn verwerkt, de werkaantekeningen (die zelf niet mogen worden verstrekt) in de verslaglegging zijn betrokken en ruwe testgegevens niet mogen worden verstrekt. Klager heeft meerdere tuchtrechtelijke procedures aanhangig gemaakt tegen (onder meer) verweerster en de extern deskundige psychologe (onder andere) in verband met de weigering tot verstrekking van de rapportage van de extern deskundige.

2.2.      Op 19 oktober 2016 heeft klager van de extern deskundige, naar aanleiding van een tegen haar gerichte uitspraak van het CTG, een ongedateerde brief ontvangen met een afschrift van haar rapportage. Volgens het begeleidend schrijven zouden hieruit, conform de uitspraak, de ruwe testgegevens zijn verwijderd. Deze rapportage is thans door klager overgelegd als bijlage 7 bij het klaagschrift.

2.3.      Gedurende de eerdere tegen verweerster zelf aangespannen tuchtprocedure heeft ook verweerster op een gegeven moment, te weten per brief van 15 december 2017, de rapportage van de externe deskundige overgelegd (volgens het begeleidend schrijven “met uitzondering van de ruwe testgegevens”). Klager attendeerde het CTG erop dat dit een andere versie was dan de versie die de extern deskundige eerder aan hem had toegezonden. In de door verweerster overgelegde versie van 15 december 2017 (nu door klager overgelegd als bijlage 8 bij het klaagschrift) stond een extra paragraaf getiteld “Observaties tijdens het testonderzoek” van 2 pagina’s. Klager heeft hierop verweerster in die klachtprocedure beschuldigd van valsheid in geschrifte, omdat de externe deskundigenrapportages niet identiek waren. De externe deskundige heeft naar aanleiding van de vraag van het CTG hierover (bij brief van 14 mei 2018), te weten de vraag welke versie als de definitieve rapportage moet worden aangemerkt en hoe het heeft kunnen gebeuren dat twee verschillende versies in omloop zijn geraakt geantwoord dat de definitieve versie is:

“Het onderzoeksverslag zoals ik het later aan (klager, RTG) heb gestuurd, met weglating van de resultaten van de tests die door een onderzoeker van het E heeft plaatsgevonden. Dit leek mij juist omdat ik deze tests niet bij (klager, RTG) heb afgenomen en het niet aan mij is om deze aan hem te rapporteren. Ik ben ervan uitgegaan dat deze testuitslagen wel door het E gecommuniceerd zijn aan (klager, RTG), omdat deze onderdeel waren van het gehele onderzoek bij (klager, RTG).

Het CTG heeft vervolgens per brief van 24 mei 2018 aan de extern deskundige gevraagd of zij zich kan vinden in de conclusie dat zij slechts één versie van het onderzoeksverslag heeft gemaakt, dat zowel aan het PBC als aan klager is verstrekt, zij het dat in de aan klager verstrekte versie de resultaten van de tests zijn weggelaten. De extern deskundige heeft het CTG bij brief van 25 mei 2018 bericht dat die conclusie juist is. Aan de extern deskundige is niet de vraag voorgelegd of de paragraaf “Observaties tijdens het testonderzoek” zoals aanwezig in de door verweerster overgelegde versie het stuk was wat zij destijds bij toezending aan klager had weggelaten.

Eerder had de extern deskundige volgens het proces-verbaal van de op 28 maart 2017 bij het CTG gehouden zitting hierover verklaard:

“Ik heb het onderzoek in overleg met het PBC gedaan. Er waren al een paar tests gedaan. De resultaten daarvan heb ik meegenomen (neuropsychologische taken). Ik heb mijn stuk, dus zonder die taken aan hem gestuurd.”

2.4.      In zijn klaagschrift wijst klager er verder op dat de externe deskundige op 18 september 2018 bij het CTG in de tegen haar aangespannen procedure zou hebben verklaard dat haar onderzoek noch de door haar aan het PBC toegezonden rapportage voor een groot deel uit ruwe testgegevens had bestaan en dat ze de testresultaten niet in het rapport had gelaten in de aan klager verstrekte versie, omdat deze haars inziens aan het PBC toebehoorden.

2.5.      Naar aanleiding hiervan heeft klager bij brieven van 23 en 30 september 2018 (opnieuw) aan verweerster verzocht hem het volledige rapport te verstrekken. Hierop is namens verweerster per brief van 9 oktober 2018 een rapportage verstrekt, die klager de tweede aangepaste versie noemt (door klager overgelegd als bijlage 13 bij zijn klaagschrift). In deze ‘tweede aangepaste versie’ staat een tussenkop genaamd “testresultaten” waaronder niets vermeld staat. Volgens klager is dit ‘kennelijk’ gedaan om de indruk te wekken dat er testresultaten in de rapportage zouden hebben gestaan. Ook zou volgens klager een hele paragraaf betiteld “observaties testonderzoek” zijn bijgevoegd.

2.6.      De indeling van de aan klager toegezonden versies wat betreft de tussenkoppen en weggelaten stukken is achtereenvolgens dus aldus (uitgaande van de stukken die klager bij zijn klaagschrift heeft gevoegd):

·         Versie 19 oktober 2016 (volgens extern deskundige exclusief (ruwe) testresultaten). Bijlage 7 bij klaagschrift:

Rapportage diagnostisch onderzoek

(tekst)

Onderzoeksvraag

(tekst)

Gebruikte materialen

(tekst)

Verantwoording voor de gebruikte materialen

(tekst)

Resultaten vanuit het semi-gestructureerde interview

Observaties

(tekst)

Sociale interactie

(tekst)

Communicatie

(tekst)

Stereotype patronen

(tekst)

Beantwoording onderzoeksvraag

(tekst)

·         Versie verweerster 15 december 2017 (volgens verweerster met uitzondering van de ruwe testgegevens). Bijlage 8 bij klaagschrift:

Rapportage diagnostisch onderzoek

(tekst)

Onderzoeksvraag

(tekst)

Gebruikte materialen

(tekst)

Verantwoording voor de gebruikte materialen

(tekst)

Resultaten vanuit het semi-gestructureerde interview

Observaties

(tekst)

Sociale interactie

(tekst)

Communicatie

(tekst)

Stereotype patronen

(tekst)

Observaties tijdens het testonderzoek

(tekst)

Beantwoording onderzoeksvraag

(tekst)

·         Versie verweerster 9 oktober 2018 (volgens verweerster met uitzondering van de ruwe testgegevens). Bijlage 13 bij klaagschrift:

Rapportage diagnostisch onderzoek

(tekst)

Onderzoeksvraag

(tekst)

Gebruikte materialen

(tekst)

Verantwoording voor de gebruikte materialen

(tekst)

Resultaten vanuit het semi-gestructureerde interview

Observaties

(tekst)

Sociale interactie

(tekst)

Communicatie

(tekst)

Stereotype patronen

(tekst)

Observaties tijdens het testonderzoek

(tekst)

Testresultaten

(geen tekst)

Beantwoording onderzoeksvraag

(tekst)

De schuin gedrukte stukken staan niet in de versie die de extern deskundige had toegezonden.

2.7.      De omstandigheid dat twee verschillende versies van de externe deskundigenrapportage in omloop zijn geraakt (de rapportages d.d. 19 oktober 2016 en d.d. 15 december 2017) heeft het CTG in zijn uitspraak van 18 april 2019 reeds in de beoordeling betrokken. Volgens het CTG had de externe deskundigenrapportage zoals destijds definitief opgemaakt beter aan de PJ-rapportage kunnen worden gehecht. De verantwoording van de PJ-rapportage is op dit punt tekort is geschoten, aldus het CTG.

2.8.      Thans verwijt klager verweerster dat zij, met de toezending van de rapportage van 9 oktober 2018, wederom een aangepaste versie heeft verstrekt en nog altijd niet heeft voldaan aan zijn verzoek het volledige extern-psychologisch rapport te zenden.

Volgens klager is het tussenkopje “testresultaten” nu toegevoegd om het te doen lijken alsof er ruwe testresultaten in de rapportage hebben gestaan, terwijl dit (nauwelijks) het geval was en is een heel kopje Observaties tijdens het testonderzoek toegevoegd.

Volgens klager bestaan ‘ruwe testgegevens’ alleen uit de testvragen met de daarbij behorende antwoorden en ruwe scores van de cliënt en betreffen dit niet de geïnterpreteerde testresultaten. Volgens klager hadden testresultaten – voor zover opgenomen in het rapport van de extern deskundige – er dus niet uitgelaten mogen worden.

3.    HET VERWEER

Verweerster heeft zich primair op het standpunt gesteld dat klager niet ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn klacht dat aan hem geen afschrift van de externe deskudigenrapportage is verstrekt, nu het CTG hierover reeds heeft geoordeeld en klager bovendien geen belang heeft bij de klacht, nu op 9 oktober 2018 aan klager de definitieve rapportage (zonder ruwe testgegevens) is verstrekt. De eerder op 15 december 2017 toegezonden rapportage bleek later per abuis een conceptversie te zijn geweest, aldus verweerster.

DE OVERWEGINGEN

4.1.        Vast staat dat de externe deskundigenrapportage aan klager verstrekt moet worden, met uitzondering van de ruwe testgegevens (zie ook onder meer de tussenbeslissing van het CTG van 21 augustus 2018 in de zaak met nummer C2016.497, r.o. 4.14). Het is tevens juist dat, zoals klager stelt, interpretaties van testgegevens in beginsel niet vallen onder de ruwe testgegevens en dat deze eveneens aan klager verstrekt moeten worden.

4.2.        De voorzitter begrijpt de huidige klacht van klager aldus dat hij niet gelooft dat het tussenkopje “testresultaten” zoals zichtbaar in de laatst aan hem toegezonden versie van 9 oktober 2018 daadwerkelijk betrekking had op ruwe testresultaten. Dit tussenkopje zou er volgens klager later alleen zijn ingezet om het te doen lijken alsof er ruwe testgegevens in de oorspronkelijke rapportage zouden hebben gestaan. Klager verdenkt verweerster ervan de rapportage op ongeoorloofde wijze te hebben aangepast.

Klager verdenkt verweerster er verder van met de laatst toegezonden rapportage nog steeds niet te hebben voldaan aan zijn verzoek om hem de hele rapportage (exclusief ruwe testgegevens, maar inclusief overige testresultaten /interpretaties) te verstrekken.

Ontvankelijkheid

4.3.        Het CTG heeft in eerdere procedures vastgesteld dat klager recht heeft op een afschrift van de externe deskundigenrapportage, met uitzondering van de ruwe testgegevens. Verder heeft het CTG in de uitspraak van 18 april 2019 in de beoordeling betrokken dat er twee verschillende versies van de externe deskundigenrapportage in omloop zijn geraakt (te weten: de rapportage van 19 oktober 2016 en de rapportage van 15 december 2017).

Wat niet in de beoordeling is betrokken, is hoe de oorspronkelijke definitieve rapportage van de extern deskundige er precies heeft uitgezien, dwz: met de door de extern deskundige weggelaten gedeeltes waar klager eventueel nog recht op heeft (dus los van eventuele terecht weggelaten ruwe testgegevens). Vast staat dat verweerster in die procedure in december 2017 wel een uitgebreidere versie van de deskundigenrapportage heeft overgelegd, te weten inclusief een paragraaf genaamd “Observaties tijdens het testonderzoek”, maar niet is vastgesteld of deze extra paragraaf ook het gedeelte is waarover de extern deskundige heeft verklaard dat dit naar haar mening door het PBC aan klager diende te worden verstrekt. De versie van december 2017 is later geduid als conceptversie, maar bedoelde paragraaf komt ook terug in de op 9 oktober 2018 aan klager toegezonden (volgens verweerster) ‘definitieve’ versie (zonder ruwe testgegevens). De juistheid en volledigheid van deze op 9 oktober 2018 toegezonden versie is door het CTG niet beoordeeld, zodat het ne bis in idem beginsel niet in de weg staat aan ontvankelijkheid van de klacht hierover. Tevens heeft klager belang bij beoordeling van deze klacht.

Ongeoorloofde wijzigingen aangebracht in versie 9 oktober 2018?

4.4.        Uit hetgeen door klager naar voren is gebracht kan niet worden afgeleid dat in de oorspronkelijke versie van de rapportage van de extern deskundige geen ruwe testresultaten waren opgenomen op de plek waar in versie van 9 oktober 2018 het tussenkopje ‘Testresultaten’ staat. In de versie van de extern deskundige zelf ontbreekt immers het hele gedeelte vanaf “Observaties tijdens het testonderzoek” tot de paragraaf “Beantwoording onderzoeksvraag” , zodat niet duidelijk is wat hier precies heeft gestaan. De extern deskundige heeft zelf ook verklaard aan klager een versie te hebben toegezonden zonder ruwe testresultaten (ongedateerd begeleidend schrijven van de extern deskundige). Volgens klager zou het bij het weggelaten gedeelte volgens de extern deskundige zelf  ‘vrijwel’ niet om ruwe testresultaten zijn gegaan. Dat er wel enige ruwe testresultaten in hebben gestaan die door haar (inclusief tussenkopje) zijn verwijderd, kan daarmee niet worden uitgesloten.

4.5.        Dat dit enkele tussenkopje in de versie van verweerster van 15 december 2017 niet zichtbaar was, maakt evenmin dat moet worden aangenomen dat er later met de rapportage is gerommeld. Door verweerster is bij het verstrekken van de versie van 15 december 2017 toegelicht dat de ruwe testgegevens uit de rapportage waren verwijderd, waarbij deze mogelijk toen inclusief het voorafgaande tussenkopje zijn verwijderd, terwijl dat tussenkopje in de laatste versie wel is blijven staan (zonder de bij het kopje horende tekst van de paragraaf).  

Het tussenkopje “Observaties tijdens het testonderzoek” met bijbehorende tekst stond verder ook in de op 15 december 2017 overlegde versie, zodat de opmerking in het klaagschrift dat deze paragraaf er nog bij is gevoegd in de versie van 9 oktober 2018 feitelijk onjuist is. De klacht dat er passages aan de rapportage zijn toegevoegd die hier oorspronkelijk niet zouden hebben gestaan, is daarmee feitelijk onvoldoende onderbouwd en faalt.

Nog niet alle testresultaten verstrekt?

4.6.        Evenmin heeft klager voldoende onderbouwd dat er nog steeds testresultaten (niet bestaande uit ruwe testgegevens) op verstrekking waarvan hij recht heeft, door verweerster worden achtergehouden. In de door verweerster overgelegde versies staat ten opzichte van de door de versie van de externe deskundige een uitgebreide extra paragraaf met daarin de observaties die tijdens de testonderzoeken zijn gedaan (bestaande uit observaties tijdens afname WAIS-IV-NL, observaties tijdens afname van de AKTG en Faux-Pas test en observaties tijdens afname van de TAT). Verweerster heeft aangevoerd dat klager daarmee de definitieve versie heeft ontvangen (exclusief ruwe testgegevens). Klager heeft naar het oordeel van de voorzitter onvoldoende aannemelijk gemaakt dat dit niet de passages zijn waarop de extern deskundige doelt als zij schrijft dat zij deze destijds niet aan klager heeft meegezonden (omdat deze test waren afgenomen door een onderzoeker van het PBC) en dat  daarnaast nog meer passages ontbreken op kennisname waarvan hij wel recht zou hebben. Dit brengt met zich dat de klacht dient te worden afgewezen.

4.    DE BESLISSING

De voorzitter wijst de klacht af;

Aldus gedaan op 16 juli 2019 door J. Recourt, voorzitter, in tegenwoordigheid van  C. Neve, secretaris.

WG                                                                             WG

secretaris                                                                                           voorzitter