ECLI:NL:TGDKG:2019:96 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/632173 / DW RK 17/704

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2019:96
Datum uitspraak: 12-03-2019
Datum publicatie: 26-07-2019
Zaaknummer(s): C/13/632173 / DW RK 17/704
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Onvoldoende communicatie met klager door gerechtsdeurwaarder erkend. De klacht wordt gegrond verklaard. Geen maatregel opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 12 maart 2019 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/632173 / DW RK 17/704 (LB/FK) van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier, ingekomen op 12 juli 2017 heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij e-mail, ingekomen op 11 augustus 2017, heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend. De klacht is behandeld op de openbare zitting van 22 januari 2019. Verschenen zijn klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 12 maart 2019.

1. Feiten en omstandigheden

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

a)     Een door de hoofddirecteur van het CJIB in executoriale vorm op verzoek van het Zorginstituut Nederland uitgegeven dwangbevel, is bij exploot van 22 juli 2016 aan klager betekend.

b)     De gerechtsdeurwaarder heeft op 31 augustus 2016 executoriaal derdenbeslag gelegd onder de werkgever van klager op het loon van klager.

c)     Op verzoek van klager is op 18 januari 2017 het loonbeslag opgeschort onder de voorwaarde dat klager zich houdt aan een betalingsregeling van € 300,00 per maand.

d)     Op 20 juni 2017 heeft de werkgever van klager het vakantiegeld overgemaakt aan de gerechtsdeurwaarder.

e)     Op een bezwaar van klager heeft de gerechtsdeurwaarder bij e-mail van 26 juni 2017 gereageerd.

f)      Op 28 juni 2017 heeft (een medewerker van) de gerechtsdeurwaarder het vakantiegeld minus een betaaltermijn van € 300,00 wegens een niet ontvangen aflossing aan klager overgemaakt.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat de communicatie met zijn kantoor slechter is geworden. De gerechtsdeurwaarder heeft zonder enige vorm van communicatie het vakantiegeld geïnd, terwijl klager zich aan de betalingsregeling hield. De gerechtsdeurwaarder heeft het vakantiegeld wel terugbetaald maar daarvan een bedrag van € 300,00 ingehouden.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd bestreden. Voor zover nodig zal hierna op dat verweer worden ingegaan.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 De klacht is gericht tegen [     ] en een medewerker van dat kantoor. Op grond van de wet kan alleen een klacht worden ingediend tegen een gerechtsdeurwaarder. De in aanhef van deze beslissing genoemde gerechtsdeurwaarder is vestigingsmanager van het kantoor en is uit dien hoofde verantwoordelijk voor de behandeling van het dossier en de door een medewerker daarin verrichte handelingen. Zij wordt als beklaagde aangemerkt. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2 De kamer overweegt dat niet (meer) in geschil is dat de gerechtsdeurwaarder beter met klager had moeten communiceren. Zo had de gerechtsdeurwaarder klager op de hoogte moeten stellen van het feit dat de werkgever contact met hem had opgenomen. Ook zijn partijen het erover eens dat de gerechtsdeurwaarder klager had moeten mededelen dat de regeling niet werd nagekomen en hij daarom € 300,00 zou inhouden op het vakantiegeld. De klacht dient dan ook grotendeels gegrond worden verklaard. Op zijn beurt heeft klager ter zitting erkend dat hij de betaling van juli 2017 niet had overgemaakt vanwege een verhuizing. Dat klager zich geheel aan de betalingsregeling heeft gehouden is dus niet juist.

4.3. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. De kamer acht geen termen aanwezig tot het opleggen van een maatregel over te gaan.

BESLISSING

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-       verklaart de communicatieklacht gegrond;

-       laat het opleggen van een maatregel achterwege.

Aldus gegeven door mr. L. van Berkum, plaatsvervangend voorzitter, en mr E. Diepraam en mr. J.N. Reijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 maart 2019, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.