ECLI:NL:TGDKG:2019:79 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/650795 / DW RK 18/373

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2019:79
Datum uitspraak: 21-05-2019
Datum publicatie: 29-05-2019
Zaaknummer(s): C/13/650795 / DW RK 18/373
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Klagers beklagen zich er over dat de gerechtsdeurwaarder hen bewust de dagvaarding heeft onthouden. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 21 mei 2019 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 26 juni 2018 met zaaknummer C/13/631754 / DW RK 17/672 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/650795 / DW RK 18/373 ED/WdJ ingesteld door:

[ ]

en

[ ] ,

wonende te [ ],

klagers,

tegen:

[ ],

toegevoegd-gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde,

gemachtigde: [ ].

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 5 juli 2017, hebben klagers een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 18 juli 2017, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 26 juni 2018 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Klagers zijn een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 29 juni 2018. Bij brief, ingekomen op 6 juli 2018, hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 9 april 2019 alwaar klagers en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 21 mei 2019.

1. De ontvankelijkheid van het verzet

Klagers hebben verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in het verzet kunnen worden ontvangen.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           De gerechtsdeurwaarder is belast geweest met het betekenen van een dagvaarding aan (een van de) klagers.

3. De oorspronkelijke klacht

Klagers beklagen zich er over dat de gerechtsdeurwaarder hen bewust de dagvaarding heeft onthouden. Klagers willen dat de gerechtsdeurwaarder hiervoor vervolgd wordt en, vanwege de hoge kosten die zij hebben moeten maken, een schadevergoeding zal betalen.

4. De beslissing van de voorzitter

4.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.1 Klagers hebben een klacht ingediend tegen [ ] en [ ]. Nu de beklaagde ambtshandeling is verricht door de in de aanhef genoemde toegevoegd-gerechtsdeurwaarder, welke werkzaam is op het kantoor van [ ], zal de klacht worden beschouwd als enkel ingediend tegen die gerechtsdeurwaarder.

4.2 Op grond van artikel 34 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders, waarnemend gerechtsdeurwaarders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat -gerechtsdeurwaarders en degene die is toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid bedoelde opleiding, onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert

4.3 Uit het exploot van dagvaarding dat gedaagden via [ ] hebben ontvangen blijkt dat betekend is door achterlating in de brievenbus. Een exploot van dagvaarding is een authentieke akte. Dat betekent dat de inhoud daarvan, zoals de vermelding op welke wijze deze is betekend, behoudens tegenbewijs voorshands vast staat. De enkele mededeling van klagers dat zij de dagvaarding niet ontvangen hebben is onvoldoende om de twijfelen aan de beschrijving van de gerechtsdeurwaarder van de wijze van betekening. Van enig tuchtrechtelijk laakbaar handelen is op dit punt niet gebleken.

4.3 Op het verzoek van klagers om een schadevergoeding toe te kennen overweegt de voorzitter dat in een tuchtprocedure als deze – daargelaten of hier aanleiding voor zou bestaan – geen ruimte is voor een veroordeling tot betaling van een schadevergoeding.

4.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klagers als kennelijk ongegrond afgewezen.

5. De gronden van het verzet

In verzet hebben klagers aangevoerd dat er geen bewijs is dat er een authentieke akte is betekend, terwijl klagers voldoende tegenbewijs hebben aangeboden. Verder zijn klagers het er niet mee eens dat [ ] niet in deze procedure betrokken zijn.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 De kamer overweegt dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De klacht betreft uitsluitend de stelling van klagers dat zij geen dagvaarding hebben ontvangen, en dat het exploot dus niet klopt. Gerechtsdeurwaarderskantoor [ ] heeft met de betekening van deze dagvaarding niets van doen gehad. De beslissing van de voorzitter dat de klacht uitsluitend wordt geacht te zijn gericht tegen toegevoegd-gerechtsdeurwaarder [ ] was dan ook terecht. Redenen om ook andere deurwaarders in deze klachtprocedure te betrekken zijn er niet.

6.2 De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht toekomt. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

6.3 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E. Diepraam, plaatsvervangend-voorzitter,

mr. I.M. Nusselder en mr. J.M. Wisseborn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 mei 2019, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.