ECLI:NL:TGDKG:2019:207 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/637474 DW/RK 17/1055

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2019:207
Datum uitspraak: 17-05-2019
Datum publicatie: 02-12-2019
Zaaknummer(s): C/13/637474 DW/RK 17/1055
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Betekening vonnis te laat. Opdracht om vonnis te betekenen pas na ruim twee weken uitgevoerd. Vervolgens heeft de gerechtsdeurwaarder niet voortvarend gehandeld bij het leggen van het beslag. Daardoor was de handelsvoorraad verdwenen en een auto onttrokken. Berisping opgelegd.   

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 17 mei 2019 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/637474 / DW RK 17/1055 ingesteld door:

[..],

wonende te [..],

klager,

gemachtigde: [..],

tegen:

1. [..],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [..],

2. [..],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [..]

beklaagden,

gemachtigden: [..] en [..].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 20 oktober 2017, is namens klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarders. Bij verweerschrift, ingekomen op 12 december 2017 heeft de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarders op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 5 april 2019 alwaar klager, zijn gemachtigde en de gemachtigden van de gerechtsdeurwaarders zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 17 mei 2019.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

-                    Op 23 oktober 2015 is namens klager een aangepast verzoekschrift conservatoir beslag ingediend, waarop op 27 oktober 2015 door de voorzieningenrechter verlof is verleend om beslag te leggen op de bankrekeningen, drie auto’s en inventaris/goederen met uitzondering van de handelsvoorraad van de werkgever van klager.

-        Bij beschikking van 11 november 2015 is de vordering van klager op zijn voormalig werkgever toegewezen.

-        Bij e-mail van 13 november 2015 heeft de gemachtigde van klager de beschikking van 11 november 2015 aan de gerechtsdeurwaarder gezonden, met opdracht over te gaan tot betekening daarvan en -na overleg- tot executie.

-        Bij e-mail van 16 november 2015 12:35 uur laat een medewerker van de gerechtsdeurwaarder, te weten [..], weten dat de gemachtigde van klager zo spoedig mogelijk, voor zover niet reeds gebeurd, een bevestiging van haar verzoek om tot executie van de titel over te gaan zal ontvangen.

-        Bij e-mail van 16 november 2015 16:52 uur heeft de medewerker van de  gerechtsdeurwaarder laten weten dat het niet gelukt is beslag te leggen op het voertuig en geadviseerd na betekening van de beschikking, zoals reeds door de gemachtigde verzocht, over te gaan tot executoriaal beslag.

-        Bij e-mail van 19 november 2015 heeft een andere medewerker van de gerechtsdeurwaarder, te weten [..], aan de gemachtigde van klager laten weten dat conform telefonische afspraak met de heer [..] nog niet tot uitvoering van de opdracht wordt overgaan en dat hij op instructies van haar  wacht over de wijze van voortgang van deze zaak.

-        Bij e-mail van 26 november 2015 heeft de gemachtigde van klager aan beide medewerkers van de gerechtsdeurwaarder bericht dat de betekening ten onrechte niet had plaatsgevonden. Zij bevestigde de afspraak dat betekening die dag zou plaatsvinden en dat de maandag erna (30 november 2015) na overleg met cliënt over de beslagmogelijkheden van de auto en de airco’s al dan niet wordt overgegaan tot beslag.

-        Namens de gerechtsdeurwaarder is op 26 november 2015 aan de gemachtigde van klager per e-mail meegedeeld dat betekening op die dag niet mogelijk is.

-        Per e-mail van 30 november 2015 heeft de gemachtigde van klager aan de heer [..] de telefonische afspraken, inhoudende dat deze per omgaande het betekeningsexploot opvraagt en na ontvangst daarvan contact opneemt met de broer van cliënt om af te stemmen wanneer en waar beslag wordt gelegd, bevestigd.

-        Bij exploot van 1 december 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder de beschikking van 11 november 2015 betekend.

-        Bij e-mail van 2 december 2015 heeft de gemachtigde van klager aan de gerechtsdeurwaarder bericht dat nog geen is contact opgenomen met de broer van klager.

-        Bij e-mail van 4 december 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder te kennen gegeven dat de auto waarop op 20 november 2015 conservatoir beslag was gelegd op 25 november 2015 is overgeschreven op een andere naam en dat de broer van klager heeft meegedeeld dat er aantal airco-units in de loods aanwezig waren maar dat er een vrachtauto nodig zou zijn voor de afvoer.

-        Bij e-mail van 4 december 2015 14:27 uur heeft de broer van klager aan de gemachtigde van klager laten weten dat bij de loods alles is verdwenen.

2. De klacht

Klager beklaagt zich samengevat over het volgende.

a. De gerechtsdeurwaarder dient als een goed opdrachtnemer te handelen. Daarbij dient deze zich niet te beperken tot de verrichtingen waar uitdrukkelijk om is gevraagd, maar ook zelfstandig te beoordelen wat in het belang van de zaak is en daarnaar te handelen. De maatstaf die daarbij behoort te worden gehanteerd is dat klager niet wordt blootgesteld aan onnodige risico’s (in casu het verdwijnen van voor beslag vatbare roerende zaken) die voorzienbaar waren en gemakkelijk hadden kunnen worden vermeden.

b. De gerechtsdeurwaarder heeft traag gehandeld in de uitvoering van de opdracht om voor prompte betekening en vervolgens in overleg voor executie zorg te dragen. Reeds op 13 november 2015 is deze opdracht duidelijk aan de gerechtsdeurwaarder verstrekt, terwijl pas op 1 december 2015 tot betekening is overgegaan.

c. Gelet op de beschikking van 11 november 2015 had vijftien dagen na 11 november 2015, dus op 26 november 2015 beslag kunnen worden gelegd bij de ex-werkgever van klager, mits de beschikking tijdig was betekend. In ieder geval had de beschikking zoals toegezegd op 26 november 2015, uiterlijk op 27 november 2015 betekend moeten worden zodat maandag 30 november 2015 beslag had kunnen worden gelegd. Uiteindelijk is pas op 1 december 2015 betekend, terwijl de opdracht op 13 november 2015 al was gegeven.

d. Ook het tijdig inplannen van het te leggen beslag is uitgebleven. Uiteindelijk is het te leggen beslag gepland op 7 december 2015, terwijl de gemachtigde van klager meerdere keren zelf contact heeft opgenomen met de gerechtsdeurwaarder teneinde te bewerkstelligen dat deze in overleg met (de broer van) klager executoriaal beslag op de auto en airco’s zou leggen. Gevolg is dat er geen verhaalsmogelijkheden meer zijn.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Klager heeft zijn klacht (onder meer) gericht tegen de gerechtsdeurwaarder sub 1, genoemd in de aanhef van deze beslissing. Daarnaast is de klacht gericht tegen [..] en [..], medewerkers van [..]. Tuchtklachten kunnen niet worden gericht tegen medewerkers van een kantoor. Nu de gemachtigde van het deurwaarderskantoor [..] in het verweerschrift heeft opgevoerd  als degene tegen wie  de klacht moet worden geacht te zijn gericht omdat hij verantwoordelijk was voor de afdeling die de zaak heeft behandeld, zal ook deze gerechtsdeurwaarder als beklaagde worden aangemerkt.

4.2 Op grond van artikel 34 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders, waarnemend gerechtsdeurwaarders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat -gerechtsdeurwaarders en degene die is toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid bedoelde opleiding, onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.3 De kamer overweegt ten aanzien van de klacht gericht tegen gerechtsdeurwaarder sub 1 als volgt. Vaststaat dat deze gerechtsdeurwaarder de beschikking van de kantonrechter met bevel tot betaling op 1 december 2015 heeft betekend. Dit is gebeurd in opdracht van de afdeling waar gerechtsdeurwaarder sub 2 de leiding over had. Nu gerechtsdeurwaarder sub 1 geen invloed heeft gehad op de datum waarop er moest worden betekend moet de klacht tegen hem ongegrond worden verklaard.

4.4 Op 13 november 2015 heeft de gemachtigde van klager de gerechtsdeurwaarder opdracht gegeven de beschikking aan de wederpartij van de klager te betekenen en na overleg over te gaan tot executie van de beschikking. De kamer is van oordeel dat de gemachtigde van klager uit de e-mail berichten van 16 november 2015 en 19 november 2015 van de zijde van de gerechtsdeurwaarder niet op had hoeven maken dat er nog niet betekend was. Dat werd haar pas duidelijk op 26 november 2015. De gemachtigde van klager heeft vervolgens verzocht die dag nog te betekenen. De gerechtsdeurwaarder heeft echter op 26 november 2015 aan de gemachtigde van klager laten weten dat betekening die dag niet mogelijk was en toegezegd zo spoedig mogelijk voor betekening te zorgen. Uiteindelijk werd de beschikking pas op 1 december 2015 betekend. Vervolgens diende met spoed (in verband met emigratie van de schuldenaar) executoriaal beslag op een auto en op de airco’s te worden gelegd. Ook hier heeft de gerechtsdeurwaarder niet voortvarend gehandeld. Op 4 december 2015 heeft de broer van klager aan de gemachtigde van klager bericht dat de handelsvoorraad airco’s was verdwenen, terwijl hij had geconstateerd dat de handelsvoorraad er die ochtend nog aanwezig was. Ter zitting heeft de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder verklaard dat de inbeslagname gepland moest worden (er moest een vrachtwagen en opslag geregeld worden) en dat de inbeslagname daarom niet eerder kon plaatsvinden dan op 7 december 2015. Inbeslagname was echter toen niet meer mogelijk vanwege verdwijning van de handelsvoorraad en onttrekking van de auto. De kamer constateert dat de klacht tegen gerechtsdeurwaarder sub 2 gegrond is. Gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder niet voortvarend heeft gehandeld bij de betekening van de beschikking en uiteindelijk bij het leggen van het beslag op de handelsvoorraad.

4.5 Gelet op het voorgaande en de erkenning van de gemachtigde ter zitting dat er niet voortvarend is gehandeld, zijn er termen aanwezig voor het opleggen van de maatregel van berisping.

4.6 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-      verklaart de klacht tegen gerechtsdeurwaarder sub 2 op alle onderdelen gegrond;

-      legt de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. L. Voetelink, plaatsvervangend-voorzitter, mr. W.M. de Vries en mr. J.N. Reijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 mei 2019, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.