ECLI:NL:TGDKG:2019:19 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/633707 / DW RK 17/797

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2019:19
Datum uitspraak: 15-03-2019
Datum publicatie: 26-03-2019
Zaaknummer(s): C/13/633707 / DW RK 17/797
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Klaagster beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder weigert de juiste beslagvrije voet toe te passen en de teveel ingehouden zorgtoeslag terug te storten. Klacht ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 15 maart 2019 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/633707 / DW RK 17/797 LV/WdJ ingesteld door:

[ ],

wonende te [ ],

klaagster,

tegen:

[ ],

gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde,

gemachtigde: mr. [ ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 7 augustus 2017, heeft klaagster een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 6 december 2017, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 1 februari 2019 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klaagster is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op

15 maart 2019.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           De gerechtsdeurwaarder is belast met een vordering van zorgverzekeraar DSW op klaagster.

-           Op 15 oktober 2013 is beslag gelegd onder de Belastingdienst ten laste van klaagster.

-           Bij e-mail van 6 juni 2017 heeft klaagster de gerechtsdeurwaarder verzocht een bedrag van € 440,-- terug te storten, nu zijn geen recht meer heeft op zorgtoeslag en de Belastingdienst de zorgtoeslag wel op of omstreeks 25 april 2017 aan GGN heeft uitgekeerd.

-           Bij brief van 15 juni 2017 is het verzoek van klaagster afgewezen en is klaagster verzocht om de openstaande vordering binnen vijf dagen te voldoen.

-           Bij e-mail van 27 juni 2017 heeft klaagster gegevens inzake haar beslagvrije voet aan de gerechtsdeurwaarder verzonden en hierbij nogmaals verzocht het door de gerechtsdeurwaarder ten onrechte ontvangen bedrag ad € 440,-- aan haar terug te storten.

-           Bij e-mail van 3 juli 2017 heeft klaagster nog enkele stukken aan de gerechtsdeurwaarder verzonden.

-           Bij e-mail van 11 juli 2017 heeft de gerechtsdeurwaarder om nadere bewijsstukken gevraagd teneinde de beslagvrije voet te kunnen herberekenen.

-           Hierop heeft klaagster bij e-mail van 24 juli 2017 gereageerd.

-           Op 28 juli 2017 heeft de gerechtsdeurwaarder klaagster telefonisch verzocht alsnog de uitkeringsspecificatie op te sturen.

-           Bij e-mail van 18 augustus 2017 heeft de gerechtsdeurwaarder het beslag onder de zorgtoeslag met terugwerkende kracht opgeheven en de teveel ingehouden gelden aan klaagster teruggestort.

2. De klacht

Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder:

a: weigert de juiste beslagvrije voet toe te passen;

b: weigert de teveel ingehouden zorgtoeslag terug te storten.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Gerechtsdeurwaarders (waaronder mede wordt begrepen waarnemend gerechts­deur­waar­ders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat-gerechtsdeurwaar­ders en degenen die zijn toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid, bedoelde opleiding) zijn ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaar­ders­­wet aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechts­deur­waar­der, toegevoegd gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt.

4.2 Omdat een kantoor geen beklaagde kan zijn wordt, gelet op de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 12 augustus 2014 (ECLI:NL:GHAMS:2014:3696), de in aanhef vermelde gerechtsdeurwaarder als beklaagde aangemerkt. Het dossier van klaagster kan worden aangemerkt als vallende onder zijn verantwoordelijkheid. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.3 De beslagvrije voet kan eerst op de juiste manier worden berekend op het moment dat de gerechtsdeurwaarder beschikt over de benodigde bewijsstukken. Uit de overgelegde producties kan worden opgemaakt dat de gerechtsdeurwaarder die heeft opgevraagd, maar dat klaagster niet alle gevraagde bewijsstukken heeft overgelegd. Uit het verweerschrift en de behandeling ter zitting blijkt dat de gerechtsdeurwaarder, ondanks dat klaagster heeft verzuimd nadere stukken te overleggen nadat de gerechtsdeurwaarder hier herhaaldelijk om heeft verzocht, de beslagvrije voet op 11 augustus 2017 heeft aangepast, hetgeen tot opheffing van het beslag onder de Belastingdienst heeft geleid. Verder heeft de gerechtsdeurwaarder op 18 augustus 2017 de ontvangen afdrachten uit het beslag op de zorgtoeslag aan klaagster betaald, ondanks dat zij niet de gevraagde gegevens over het jaar 2016 heeft overgelegd. Van tuchtrechtelijk laakbaar handelen is niet gebleken.

4.4 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. L. Voetelink, plaatsvervangend-voorzitter, mr. M. Nijenhuis en mr. J.M. Wisseborn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van

15 maart 2019, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.