ECLI:NL:TDIVBC:2019:4 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2018/12

ECLI: ECLI:NL:TDIVBC:2019:4
Datum uitspraak: 11-10-2019
Datum publicatie: 14-10-2019
Zaaknummer(s): VB 2018/12
Onderwerp: Honden
Beslissingen: Niet ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Beroepschrift voldoet niet aan de daaraan in artikel 8.35, derde lid, van de Wet dieren gestelde eisen, geen gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid om deze verzuimen te herstellen, niet-ontvankelijk.

Veterinair Beroepscollege

Uitspraak van 11 oktober 2019

in de zaak VB 2018/12

X , wonend te A,                              

klager in eerste aanleg, appellant van de uitspraak van 31 mei 2018 van het Veterinair Tuchtcollege (zaaknummer 2017/87),

hierna te noemen: X

tegen

Y , dierenarts te A,

beklaagde in eerste aanleg, verweerder in beroep,

hierna te noemen: de dierenarts

1. Het verloop van de procedure

Het Veterinair Tuchtcollege heeft bij uitspraak van 31 mei 2018 de klacht van X ongegrond verklaard. De klacht hield in dat de dierenarts met betrekking tot de hond van X qua onderzoek en diagnostiek tekort is geschoten en dat hij het dier niet heeft gevaccineerd tegen kennelhoest.

X heeft bij beroepschrift van 18 juli 2018, binnengekomen op 19 juli 2018, bij het Veterinair Beroepscollege beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

Bij brief van 27 juli 2018 heeft de secretaris van het Veterinair Beroepscollege de ontvangst van het beroepschrift bevestigd en meegedeeld dat het beroepschrift niet is gemotiveerd en niet de bestreden beslissing bevat. X is in de gelegenheid gesteld om binnen dertig dagen na dagtekening van de brief het beroepschrift alsnog te motiveren en de bestreden beslissing toe te sturen. Aan hem is tevens bericht dat indien hij niet tijdig beide gebreken herstelt, dit ertoe kan leiden dat het Veterinair Beroepscollege zijn beroepschrift niet ontvankelijk verklaart. Verder zijn aan X een kopie van het Reglement van het Veterinair Beroepscollege (de interne procesregeling van het Veterinair Beroepscollege) en de door hem verzochte artikelen van de Wet dieren toegestuurd. Er is van X geen reactie ontvangen.

Bij brief van 29 augustus 2018 is X nogmaals in de gelegenheid gesteld zijn beroepschrift binnen dertig dagen na dagtekening van de brief te motiveren en de bestreden beslissing toe te sturen. Ook op deze brief is geen reactie ontvangen.

Bij brief van 30 januari 2019 heeft de plaatsvervangend secretaris van het Veterinair Beroepscollege aan beide partijen bericht dat de zaak wordt behandeld ter zitting van het Veterinair Beroepscollege op 15 maart 2019.

Op telefonisch verzoek van X is de behandeling van de zaak vervolgens uitgesteld. Dat is aan beide partijen bericht bij brief van 11 maart 2019. Bij brief van 5 augustus 2019 heeft de secretaris partijen bericht dat de zaak wordt behandeld ter zitting van 13 september 2019. In de brief aan X is vermeld dat het Veterinair Beroepscollege ondanks twee verzoeken om het beroepschrift aan te vullen, geen stukken van hem heeft ontvangen en dat het Veterinair Beroepscollege daarom de ontvankelijkheid van het beroepschrift zal behandelen.

De behandeling ter openbare zitting van het Veterinair Beroepscollege heeft plaatsgevonden op 13 september 2019. Partijen zijn, na behoorlijk te zijn opgeroepen, niet ter zitting verschenen.  

2. De overwegingen van het Veterinair Beroepscollege

2.1     Op grond van artikel 8.35, eerste lid, van de Wet dieren – voor zover hier van belang – kan bij het Veterinair Beroepscollege beroep worden ingesteld tegen een beslissing van het Veterinair Tuchtcollege aangaande een ingediende klacht. In artikel 8.35, derde lid, van de Wet dieren is bepaald dat beroep wordt ingesteld bij een met redenen omkleed beroepschrift, tezamen met een gewaarmerkt afschrift van de beslissing waartegen het beroep gericht is.

Op grond van artikel 8.39, eerste lid, onderdeel a, van de Wet dieren kan het Veterinair Beroepscollege degene die beroep heeft ingesteld niet-ontvankelijk verklaren.

De omstandigheid dat een beroepschrift niet voldoet aan de in artikel 8.35, derde lid, gestelde eisen is een reden voor niet-ontvankelijkverklaring van de indiener van het beroep. Indien een beroepschrift niet aan deze eisen voldoet, zal de indiener hierop worden gewezen en in de gelegenheid worden gesteld binnen een te stellen termijn alsnog een motivering van het beroep te geven en/of een gewaarmerkt afschrift van de beslissing waartegen het beroep is gericht te overleggen. Onder omstandigheden kan deze termijn worden verlengd. Indien geen gebruik wordt gemaakt van de geboden gelegenheid, zal het Veterinair Beroepscollege de indiener van het beroep niet-ontvankelijk verklaren.

2.2     Het Veterinair Beroepscollege stelt vast dat het beroepschrift niet voldoet aan de daaraan in artikel 8.35, derde lid, van de Wet dieren gestelde eis dat het met redenen is omkleed. In het beroepschrift zijn weliswaar in het kort enkele stellingen van X vermeld, maar deze stellingen zijn niet van enige motivering voorzien en daarmee is het beroepschrift niet met redenen omkleed. Ook is het beroepschrift in afwijking van genoemd artikellid niet vergezeld van een gewaarmerkt afschrift van de beslissing waartegen het is gericht. De secretaris van het Veterinair Beroepscollege heeft X in de brief van 27 juli 2018 op deze verzuimen gewezen en hem in de gelegenheid gesteld binnen dertig dagen na dagtekening van die brief alsnog een motivering toe te zenden en een afschrift van de bestreden beslissing van het Veterinair Tuchtcollege mee te sturen. Daarbij is X erop gewezen dat, indien hij het gevraagde niet (tijdig) toestuurt, hij niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Nadat een reactie van X uitbleef, is hij bij brief van 29 augustus 2018 opnieuw in de gelegenheid gesteld zijn verzuimen binnen dertig dagen te herstellen. Ook hierop is geen reactie ontvangen.

2.3     Aangezien het beroepschrift niet voldoet aan de daaraan in artikel 8.35, derde lid, van de Wet dieren gestelde eisen en X geen gebruik heeft gemaakt van de geboden gelegenheid om deze verzuimen te herstellen, zal het Veterinair Beroepscollege X niet-ontvankelijk verklaren.

3. De Beslissing

Het Veterinair Beroepscollege:

- verklaart X niet-ontvankelijk.

Aldus gewezen door mr. E. A. Minderhoud, voorzitter, en de leden, mr. J.L.W. Aerts, mevrouw mr. J.M. van Jaarsveld, mevrouw drs. M.I. de Nijs (dierenarts) en mevrouw dr. L.M. Derkx-Overduin (dierenarts), in tegenwoordigheid van mw. mr. drs. M.H. Zandvliet, plaatsvervangend secretaris, en in het openbaar uitgesproken door de voorzitter te Den Haag op 11 oktober 2019 in tegenwoordigheid van de plaatsvervangend secretaris.

w.g. plv. secretaris                                                  w.g. voorzitter

Voor eensluidend afschrift,

plv. secretaris