ECLI:NL:TADRAMS:2019:69 Raad van Discipline Amsterdam 19-086/A/A 19-087/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2019:69
Datum uitspraak: 01-04-2019
Datum publicatie: 15-04-2019
Zaaknummer(s):
  • 19-086/A/A
  • 19-087/A/A
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaten wederpartij kennelijk ongegrond. Dat verweerders de belangen van klager onnodig of onevenredig hebben geschaad zonder redelijk doel is niet gebleken. Voor zover de klacht gericht is tegen het kantoor van verweerders is klager kennelijk niet-ontvankelijk.

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort  Amsterdam

van  1 april 2019

in de zaken 19-086/A/A en 19-087/A/A

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerders

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) van 14 februari 2019 met kenmerk 2018-570899 en 2018-611323, door de raad ontvangen op18 februari 2019, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende feiten uitgegaan.

1.1    Klager was directeur van de door hem opgerichte vennootschap TrustBuddy Netherlands B.V., een dochteronderneming van het beursgenoteerde Zweedse bedrijf TrustBuddy AB. Klager had een arbeidsovereenkomst met TrustBuddy AB.

1.2    De werkzaamheden van klager hielden onder meer verband met het verkennen van de Nederlandse markt, om te bezien of er relevante partijen waren voor een overname door TrustBuddy Netherlands B.V. In dat kader heeft klager gesprekken gevoerd met het Nederlandse crowdfundingbedrijf Geldvoorelkaar.nl.

1.3    Geldvoorelkaar.nl is uiteindelijk gekocht door en geleverd aan TrustBuddy AB. De domeinnamen waarvan Geldvoorelkaar.nl eigenaar was, zijn overgedragen aan TrustBuddy Netherlands B.V. Klager was als countymanager Nederland verantwoordelijk voor Geldvoorelkaar.nl en hij was actief in het uitrollen van dit concept in andere landen waar TrustBuddy AB actief was.

1.4    In oktober 2015 is TrustBuddy AB failliet verklaard. Verweerders hebben de Zweedse curator in het faillissement van TrustBuddy AB als advocaten bijgestaan.

1.5    Klager heeft zich na het faillissement van TrustBuddy AB ingezet voor de verkoop van Geldvoorelkaar.nl.

1.6    Bij brief van 16 juni 2017 heeft de curator klager zijn ontslag aangekondigd. In de brief staat dat als klager hierover gehoord wenst te worden, hij voor 26 juni 2017 contact kan opnemen met de curator of de advocaten van de curator.

1.7    Bij e-mail van 19 juni 2017 heeft klager de curator onder meer geschreven:

“I formally protest against this release however given the fact that the sale of Geldvoorelkaar is nearing I understand that my responsibilities and activities for the estate TrustBuddy are coming in a final stage and I would like to discuss the consequences.”

1.8    Op 22 juni 2017 heeft een telefoongesprek plaatsgevonden tussen klager en verweerder sub 2. Op 23 juni 2017 heeft verweerder sub 2 per e-mail aan klager bevestigd dat klager per e-mail en in het telefoongesprek is gehoord en dat zijn standpunt zal worden meegenomen bij de beslissing over zijn ontslag.

1.9    Bij e-mail van 26 juni 2017 heeft de advocaat van klager bezwaar gemaakt tegen de wijze waarop het ontslag van klager in gang is gezet. Bij e-mail van diezelfde dag heeft verweerder sub 2 de advocaat van klager meegedeeld dat wel degelijk de juiste procedure is gevolgd, maar dat klager indien gewenst op de aandeelhoudersvergadering van 27 juni 2017 nog aanvullend kan worden gehoord over zijn ontslag. De advocaat van klager heeft in reactie hierop op 27 juni 2017 gesteld dat geen juiste termijn in acht zou zijn genomen en dat het aangekondigde aandeelhoudersbesluit over het ontslag kan worden vernietigd en dat klager dat ook zal doen als het besluit toch wordt genomen.

1.10    Bij aandeelhoudersbesluit van 27 juni 2017 is klager ontslagen. Klager is hiervan bij e-mail van 7 juli 2017 op de hoogte gebracht. Klager heeft dit besluit niet vernietigd.

1.11    TrustBuddy Netherlands B.V. is geturboliquideerd.

1.12    Klager heeft zich bij verweerder sub 1, managing partner van het kantoor van verweerders, beklaagd over de gang van zaken rondom zijn ontslag en de turboliquidatie van TrustBuddy Netherlands B.V. In dat kader heeft er op 9 november 2017 een gesprek plaatsgevonden tussen klager en verweerder sub 1.

1.13    Bij e-mail van 20 november 2017 heeft verweerder sub 1 klager meegedeeld dat er geen sprake van is geweest dat zijn kantoor of zijn kantoorgenoten onrechtvaardig zouden hebben gehandeld en evenmin dat sprake is geweest van een onterechte liquidatie van TrustBuddy Netherlands B.V. of van een ongerechtvaardigde behandeling van schuldeisers.

1.14    Bij brief, ontvangen op 23 maart 2018, heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerders.

1.15    Bij e-mail van 18 mei 2018 heeft verweerder sub 1 klager onder meer geschreven:

“Omdat u zich persoonlijk gekrenkt voelde door de bejegening van advocaten van [het kantoor van verweerders] omtrent uw ontslag bij TrustBuddy NL, heb ik eind vorig jaar toegezegd de omstandigheden rondom dat ontslag nog eens te bekijken.

Weliswaar had ik aan die toezegging geen termijn verbonden, maar de kwestie is onbedoeld te lang blijven liggen waardoor ik er niet eerder bij u op ben teruggekomen. Daarvoor bied ik u mijn excuses aan.

Inmiddels heb ik de omstandigheden rondom uw ontslag nog eens bekeken. Ik begrijp dat dit niet de reactie is waarop u had gehoopt, maar naar mijn mening kan de advocaten [van het kantoor van verweerders] geen enkel verwijt worden gemaakt.”

2    KLACHT

2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerders tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij uiterst onrechtvaardig en onzorgvuldig zijn omgesprongen met de belangen van klager en het ertoe hebben geleid dat klager op kennelijk valse gronden is ontslagen.

3    VERWEER

3.1    Verweerders voeren verweer dat hierna, voor zover van belang, zal worden weergegeven.

4    BEOORDELING

Ontvankelijkheid

4.1    De voorzitter overweegt allereerst dat, indien en voor zover de klacht tevens is gericht tegen het advocatenkantoor waar verweerders werkzaam zijn, vooropgesteld dient te worden dat het tuchtrecht voor advocaten ziet op klachten over het handelen van een individuele advocaat. Enkel indien het gedrag waarover wordt geklaagd alle leden van een maatschap of alle bestuurders van een besloten vennootschap kan worden aangerekend, kan de klacht worden ontvangen als gericht tegen de individuele leden van de maatschap of bestuurders van de besloten vennootschap. Dit laatste is niet gebleken, zodat de klacht, indien en voor zover gericht tegen het advocatenkantoor waar verweerders werkzaam zijn, kennelijk niet-ontvankelijk is.

Inhoudelijk

4.2    De klacht ziet op het handelen van verweerders als advocaten van de wederpartij van klager. Uitgangspunt is dat de advocaat een ruime mate van vrijheid geniet om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze als hem in overleg met zijn cliënt goeddunkt. Deze vrijheid is niet absoluut, maar kan onder meer beperkt worden doordat (a) de advocaat zich niet onnodig grievend mag uitlaten over de wederpartij, (b) de advocaat geen feiten mag poneren waarvan hij de onwaarheid kent of redelijkerwijs kan kennen, (c) de advocaat bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij niet onnodig of onevenredig mag schaden zonder redelijk doel. Daarbij geldt voorts dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft, en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid daarvan en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren. De advocaat behoeft in het algemeen niet af te wegen of het voordeel dat hij voor zijn cliënt wil bereiken met de middelen waarvan hij zich bedient, opweegt tegen het nadeel dat hij daarmee aan de wederpartij toebrengt. Wel moet de advocaat zich onthouden van middelen die op zichzelf beschouwd ongeoorloofd zijn of die, zonder dat zij tot enig noemenswaardig voordeel van zijn cliënt strekken, onevenredig nadeel aan de wederpartij toebrengen.

4.3    Klager verwijt verweerders, kort gezegd, dat zij uiterst onrechtvaardig en onzorgvuldig zijn omgesprongen met de belangen van klager en dat zij het ertoe hebben geleid dat klager op kennelijk valse gronden is ontslagen. Volgens klager zijn verweerders veel te ver gegaan in het kritiekloos volgen van de wensen van de curator en is de belachelijke haast met betrekking tot zijn ontslag en de turboliquidatie van TrustBuddy Netherlands B.V. onderdeel geweest van een strategie om hem en andere schuldeisers te verbluffen en monddood te maken. Dit wordt bevestigd door het feit dat is voorkomen dat klager zou worden gehoord op een aandeelhoudersvergadering. Klager vermoedt dat verweerders zich hebben gerealiseerd dat de notulen van een gesprek een turboliquidatie zouden bemoeilijken. Volgens klager is niet de juiste procedure gevolgd rondom zijn ontslag en zijn verweerders verantwoordelijk voor de gebrekkige communicatie rondom zijn ontslag, aldus klager.

4.4    De voorzitter overweegt als volgt. Verweerders hebben de curator in het faillissement van TrustBuddy AD bijgestaan in het geschil met klager. Dat verweerders, als advocaten van de wederpartij van klager, de belangen van klager onnodig of onevenredig hebben geschaad zonder redelijk doel, is niet gebleken. Verweerders hebben gehandeld in het belang van hun cliënt die als curator het belang van de schuldeisers van de failliet dient en in het verlengde daarvan baat had bij het ontslag van klager en de turboliquidatie van TrustBuddy Netherlands B.V. (en de verkoop en overdracht van Geldvoorelkaar.nl). Dat verweerders hierbij de grenzen van de hen toekomende vrijheid hebben overschreden, is niet gebleken. Klager voert hiertoe vooral juridisch inhoudelijke argumenten aan, maar de vraag of rondom het ontslag van klager de juiste procedure is gevolgd is voorbehouden aan de civiele rechter en niet aan de tuchtrechter, die hierover dus geen oordeel zal geven. Datzelfde geldt overigens voor de vraag of de curator zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de domeinnamen die toebehoorden aan Geldvoorelkaar.nl en op naam van TrustBuddy Netherlands B.V. waren geregistreerd weer moesten worden overgedragen aan Geldvoorelkaar.nl.

4.5    Voor zover klager er ook over klaagt dat verweerder sub 1 niet, althans niet voldoende tijdig heeft gereageerd op de door klager bij hem als managing partner van het kantoor ingediende klacht(en) overweegt de voorzitter dat uit het klachtdossier blijkt dat op 9 november 2017 een gesprek heeft plaatsgevonden tussen klager en verweerder sub 1. Verweerder sub 1 heeft klager vervolgens bij e-mail van 20 november 2017 geschreven dat er geen sprake van is geweest dat zijn kantoor of collega’s van zijn kantoor onrechtvaardig hebben gehandeld en dat evenmin sprake is geweest van een onterechte liquidatie van TrustBuddy Netherlands B.V. of van een onrechtvaardige behandeling van schuldeisers. Verweerder sub 1 heeft klager in die e-mail tevens toegezegd dat hij de omstandigheden rondom het ontslag van klager nog zal bekijken. Verweerder sub 1 heeft klager vervolgens bij e-mail van 18 mei 2018 meegedeeld dat de advocaten van het kantoor van verweerders ook wat betreft het ontslag van klager niets valt te verwijten. Aan klager kan worden toegegeven dat deze laatste reactie van verweerder sub 1 lang op zich heeft laten wachten, hetgeen verweerder sub 1 ook heeft erkend en waarvoor hij zijn excuses heeft aangeboden, maar dit is van onvoldoende gewicht om verweerder sub 1 hiervan een tuchtrechtelijk verwijt te maken.

4.6    Op grond van het voorgaande zal de voorzitter de klacht van klager over verweerders, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond verklaren.

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

- klager, indien en voor zover de klacht is gericht tegen het advocatenkantoor waar verweerders werkzaam zijn, met toepassing van artikel 46j lid 1, aanhef en onder b, Advocatenwet, kennelijk niet ontvankelijk in zijn klacht;

- de klacht over verweerders, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond.

Aldus in het openbaar uitgesproken door mr. C. Kraak, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. S. van Excel als griffier op 1 april 2019.

Griffier     Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 1 april 2019   

verzonden.