ECLI:NL:TNORARL:2018:47 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/336730 / KL RK 18-62

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2018:47
Datum uitspraak: 13-11-2018
Datum publicatie: 13-12-2018
Zaaknummer(s): C/05/336730 / KL RK 18-62
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris zorgvuldig gehandeld. Uit het op dit punt onweersproken verweer van de notaris blijkt dat zij klagers na overlijden van erflaatster een korte tijd nog de gelegenheid heeft gegeven om de bankrekeningen in te zien en afdrukken te maken van de voor de verantwoording benodigde gegevens. Zoals de notaris terecht heeft opgemerkt, zou het onzorgvuldig geweest zijn als zij te lang had gewacht met het laten blokkeren van de bankrekeningen.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:        C/05/336730 / KL RK 18-62

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

1. […] ,

wonende te […],

2. […] ,

wonende te […],

klagers,

tegen

mr. […],

notaris te […].

Partijen worden hierna respectievelijk klagers en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit

-          de klacht, met bijlagen, van 16 april 2018;

-          het verweer van de notaris van 3 juli 2018.

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 3 oktober 2018 behandeld, waarbij zijn verschenen klagers enerzijds en de notaris anderzijds.

2. De feiten

2.1 Op 18 december 2014 zijn klagers benoemd tot bewindvoerders over het vermogen van mevrouw […] (hierna: erflaatster) en tevens tot haar mentoren.

2.2 Op 7 augustus 2017 is erflaatster overleden. De notaris is benoemd tot executeur van de nalatenschap. Klagers zijn geen erfgenamen.

2.3 Bij brief van 17 augustus 2017 heeft het bewindsbureau van de rechtbank Gelderland klagers verzocht de eindrekening en verantwoording in te dienen over de periode 18 december t/m 31 december 2014, 2015, 2016 en 1 januari 2017 t/m 7 augustus 2017.

2.4 Klagers hebben in hun e-mail van 8 december 2017 de notaris verzocht om de rekening en verantwoording over 2016 en 2017 aan te vullen met een aantal bankgegevens die klagers niet konden achterhalen omdat zij geen toegang meer hadden tot deze gegevens.

Verder hebben klagers de notaris verzocht om aan elke bewindvoerder een beloning voor bewindvoerders uit te keren.

2.5 De notaris heeft in reactie op het verzoek van klagers de ontbrekende gegevens toegevoegd aan de verantwoordingsformulieren over 2016 en 2017, waarna zij deze formulieren begin februari 2018 ter goedkeuring heeft doorgestuurd naar het bewindsbureau van de rechtbank Gelderland.

2.6 In de aanbevelingen voor meerderjarigenbewind die zijn vastgesteld door het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton en Toezicht (LOVCK&T) is onder meer het volgende vermeld:

‘Zijn er in het belang van een goed bewind twee bewindvoerders benoemd en wordt aanspraak gemaakt op een beloning, dan komt aan de bewindvoerders ieder de helft van de beloning toe, tenzij zij zelf een andere verdeling hebben afgesproken. Bij geschil beslist de Kantonrechter.

(…)

De extra beloning is alleen mogelijk in uitzonderlijke situaties. Verzoeken om extra beloning zullen worden getoetst aan dit criterium.

2.7 De notaris heeft namens klagers aan de kantonrechter in de rechtbank Gelderland verzocht om aan ieder van de bewindvoerders een bewindvoerdersbeloning toe te kennen.

2.8 In de beschikking van 6 juli 2018 heeft de kantonrechter in de rechtbank Gelderland de eindrekening en verantwoording goedgekeurd. Het verzoek om toekenning van twee beloningen voor de bewindvoerders is door de kantonechter niet gehonoreerd.

3. De klacht en het verweer

3.1 De klacht valt blijkens de klachtbrief uiteen in de volgende drie onderdelen:

Klachtonderdeel 1

Klagers moesten nog de banksaldi van erflaatster inzien om verantwoording te kunnen afleggen over de jaren waarin zij bewindvoerders waren geweest. Klagers verwijten de notaris dat zij de bankrekeningen van erflaatster vrijwel direct na overlijden van erflaatster heeft laten blokkeren, waardoor zij er geen toegang meer toe hadden en de benodigde bankgegevens niet meer konden verkrijgen.

Klachtonderdeel 2

Klagers verwijten de notaris dat zij de door haar aangevulde verantwoordingsformulieren over 2016 en 2017 rechtstreeks naar de rechtbank heeft gezonden. Zij had de formulieren terug moeten zenden naar klagers, zodat zij deze formulieren nog een laatste keer konden controleren. De notaris heeft in haar e-mail van 8 februari 2018 aangekondigd dat zij de formulieren zou doorsturen naar de rechtbank, maar toen klagers hierop bij e-mail van 11 februari 2018 antwoordden dat zij zelf de formulieren naar de rechtbank wilden sturen, bleek dat de formulieren al verzonden waren.

Daarnaast verwijten klagers de notaris dat zij niet heeft gereageerd op hun verzoek van 14 februari 2018 om kopieën van de naar de rechtbank verzonden verantwoordingsformulieren over 2016 en 2017, nu klagers geen originele stukken van haar hebben ontvangen.

Klachtonderdeel 3

Klagers verwijten de notaris dat zij heeft geweigerd gehoor te geven aan hun verzoek bij e-mail van 8 december 2017 om over te gaan tot uitbetaling van de beloning voor bewindvoerders aan ieder van hen.

Verder heeft de notaris ten onrechte beweerd dat pas tot een dergelijke beloning overgegaan kan worden als deze “onweersproken” is.

3.2 Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling

4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

Klachtonderdeel 1:bankrekeningen niet kunnen inzien

4.2 De notaris heeft het volgende verweer gevoerd.

Op 15 augustus 2017 heeft de notaris een gesprek met klagers gevoerd over de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster. Uit dit gesprek bleek dat klagers vanaf 2014 geen verantwoording hadden afgelegd en dat zij niet in het bezit waren van de daarvoor benodigde bankafschriften van erflaatster. Daarom is afgesproken dat zij direct bij thuiskomst alsnog de benodigde bankgegevens zouden downloaden. Klagers hebben dit kennelijk niet direct gedaan, aangezien zij een tijd later de notaris verweten dat zij geen toegang meer hadden tot de bankrekeningen. De notaris heeft echter als executeur de verplichting om de bankrekeningen kort na overlijden te laten blokkeren, zodat er geen misbruik kan worden gemaakt van de bankrekeningen van een overledene.

4.3 Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris zorgvuldig gehandeld. Uit het op dit punt onweersproken verweer van de notaris blijkt dat zij klagers na overlijden van erflaatster een korte tijd nog de gelegenheid heeft gegeven om de bankrekeningen in te zien en afdrukken te maken van de voor de verantwoording benodigde gegevens. Zoals de notaris terecht heeft opgemerkt, zou het onzorgvuldig geweest zijn als zij te lang had gewacht met het laten blokkeren van de bankrekeningen. De bankgegevens die klagers uiteindelijk niet meer hebben kunnen inzien, heeft de notaris op verzoek van klagers eind december 2017 zelf aangevuld. Niet valt in te zien wat de notaris in dezen verweten kan worden.

Het eerste klachtonderdeel zal dan ook ongegrond worden verklaard.

Klachtonderdeel 2: rechtstreekse toezending aan de rechtbank en geen kopieën verstrekt

4.4 De notaris heeft als verweer naar voren gebracht dat het bewindsbureau van de rechtbank Gelderland haar had verzocht om de rekening en verantwoording over 2016 en 2017 door te sturen. Dit verzoek was rechtsgeldig gedaan door een daartoe bevoegde instantie en de notaris zag dan ook geen reden om aan dit verzoek geen gehoor te geven.

4.5 De kamer stelt vast dat klagers de verantwoordingsformulieren naar de notaris hadden gezonden met het verzoek om de ontbrekende gegevens voor hen in te vullen, omdat zij geen toegang meer hadden tot de bankrekeningen van erflaatster. Het lag naar het oordeel van de kamer voor de hand dat de notaris de formulieren na aanvulling naar de rechtbank zou doorsturen. Klagers hebben onvoldoende gesteld en ook overigens is niet gebleken dat er een duidelijke andere afspraak was met de notaris, waaraan zij zich had moeten houden. Bovendien hadden klagers direct kunnen reageren op de e-mail van de notaris van 8 februari 2018 waarin zij heeft aangekondigd dat zij de formulieren ging doorsturen. Klagers hebben pas op zondag 11 februari 2018 hierop gereageerd. Tijdens de zitting hebben klagers daartegen ingebracht dat zij niet altijd direct kunnen reageren omdat zij voor hun werk vaak in het buitenland verblijven. De kamer gaat hieraan voorbij, omdat verblijf in het buitenland gelet op de huidige (digitale) communicatiemiddelen geen beletsel kan vormen voor een tijdige reactie, temeer omdat dit voor klagers kennelijk zo belangrijk was.

4.6 Met betrekking tot het verzoek van klagers om toezending van kopieën van de aan de rechtbank doorgestuurde verantwoordingsformulieren heeft de notaris tijdens de zitting desgevraagd verklaard dat zij alleen een kopie heeft gemaakt van het formulier over 2017 - omdat zij daar als executeur nog een oordeel over moest geven - maar dat zij klagers hiervan geen kopie heeft verstrekt.

4.7 Naar het oordeel van de kamer had het de voorkeur verdiend als de notaris in reactie op het verzoek van klagers een kopie van het formulier over 2017 had toegezonden met de mededeling dat zij niet over een kopie van het formulier over 2016 beschikte. Het voert echter te ver om dit nalaten als tuchtrechtelijk verwijtbaar aan te merken.

Het tweede klachtonderdeel zal ongegrond worden verklaard.

Klachtonderdeel 3: beloningen bewindvoerders niet uitbetaald

4.8 De kamer acht het zorgvuldig van de notaris dat zij gelet op de aanbevelingen voor meerderjarigenbewind van het LOVCK&T niet direct de gevraagde beloningen heeft uitgekeerd, maar contact heeft opgenomen met het bewindsbureau van de rechtbank. Verder heeft zij juist gehandeld door de kantonrechter namens klagers te verzoeken om ieder van de bewindvoerders een beloning toe te kennen en de beslissing daarop af te wachten.

4.9 Met de mededeling van de notaris in haar e-mail van 28 februari 2018 dat zij als executeur slechts betalingen mag doen als de vordering onweersproken is, zal de notaris hebben bedoeld dat zij niet kan uitbetalen zolang er nog zaken ter discussie staan. Dat was wel het geval, gelet op het feit dat de kantonrechter de eindrekening en verantwoording nog niet had goedgekeurd en nog geen beslissing had genomen over de beloning van de bewindvoerders.

Het derde klachtonderdeel zal ongegrond worden verklaard.

 

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

- verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.J.C. van Leeuwen, voorzitter, mr. M.J. Blaisse en

mr. J.T.J. Heijstek, leden, en in tegenwoordigheid van mr. W.E. Markus-Burger, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 13 november 2018.

De secretaris

De voorzitter