ECLI:NL:TGZCTG:2018:334 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.473

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2018:334
Datum uitspraak: 20-12-2018
Datum publicatie: 20-12-2018
Zaaknummer(s): c2017.473
Onderwerp: Geen of onvoldoende zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Van de psychiater mag niet worden verwacht dat hij zes maanden na het uitbrengen van zijn rapport, dat is gebaseerd op een eenmalig adviesgesprek, op verzoek van klager opnieuw wijzigingen aanbrengt. Dit geldt temeer nu de verzochte aanpassingen geen invloed hebben op de in het rapport opgenomen conclusies. Verwerpt beroep.

C E N T R A A L  T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2017.473 van:

A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg,

tegen

C. psychiater, werkzaam te D., verweerder in beide instanties,

gemachtigde: mr. P. Mannaart te Leusden.

1.         Het verdere verloop van de procedure

Het Centraal Tuchtcollege heeft op 3 juli 2018 een tussenbeslissing gegeven in de onderhavige procedure. Het Centraal Tuchtcollege blijft bij hetgeen is overwogen en beslist in die beslissing.

Het Centraal Tuchtcollege heeft, in andere samenstelling, ook kennisgenomen van de nadere stukken die partijen hebben ingediend.

De mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting  heeft plaatsgevonden op

15 november 2018, welke behandeling tegelijkertijd met zaak C2018.259 heeft plaatsgevonden, waar zijn verschenen klager en de psychiater, de psychiater bijgestaan door zijn gemachtigde. De zaken zijn niet gevoegd.

Klager heeft zijn standpunten toegelicht aan de hand van pleitnotities die aan het Centraal Tuchtcollege zijn overgelegd.

2.         Beoordeling van het beroep

2.1       Evenals het Regionaal Tuchtcollege zal het Centraal Tuchtcollege de door klager geformuleerde klachtonderdelen gezamenlijk behandelen.

2.2       Het Centraal Tuchtcollege stelt vast dat de psychiater klager slechts éénmaal heeft gezien op 27 september 2016 in het kader van een door de huisarts gevraagd adviesconsult.  Naar aanleiding van dit consult heeft de psychiater - nadat hij op verzoek van klager aanpassingen in het conceptrapport had aangebracht - op

25 oktober 2016 een definitief rapport uitgebracht. Bij brief van 26 april 2017 heeft klager de psychiater verzocht om de score van de in het rapport opgenomen Bipolarity Index aan te passen.  

2.3       De psychiater heeft bij de mondelinge behandeling van 15 november 2018 toegelicht dat hij klager een keer heeft gezien, een week nadat de huisarts van klager had verzocht om evaluatie en advies uit te brengen over het langdurig lithiumgebruik van klager. Na uitoefening van het correctierecht door klager heeft hij zijn rapport naar de huisarts gestuurd. Pas een half jaar later heeft klager om aanpassing van de  Bipolarity Index score verzocht. De psychiater heeft klager bij brief van 7 mei 2017 uitgelegd dat de Bipolarity  Index een meetinstrument is dat bijdraagt aan de beschrijvende diagnose en dat er geen aanleiding is om de conclusie dat op grond van het consult niet de diagnose bipolaire stemmingsstoornis kon worden gesteld te herzien. Een afschrift van die brief is aan de huisarts van klager gestuurd.    

2.4       De psychiater heeft verder toegelicht dat hij bij het eenmalig consult de juistheid van eerder  gemeten lithiumspiegels niet heeft onderzocht maar zich bij het consult  heeft gericht  op de vraag van de huisarts over het effect van verlaging van de lithiummedicatie. De -naar achteraf is gebleken-  minder betrouwbaar uitgevoerde  metingen (waarbij bloedafname plaatsvond tot meerdere uren na de optimale tijdsduur van 12 uur na inname van de laatste dosis) van enkele van deze lithiumspiegels heeft geen invloed op de in het rapport van 25 oktober 2016  opgenomen conclusie dat een “bipolaire stemmingsstoornis thans niet te stellen dan wel met waarschijnlijkheid uit te sluiten is.” aldus de psychiater.  

2.5       Het Centraal Tuchtcollege acht de handelwijze van de psychiater niet onzorgvuldig. Het betrof een eenmalig adviesconsult waarbij de psychiater geen diagnose heeft kunnen stellen. Het standpunt van de psychiater dat een discussie over de gehanteerde meetinstrumenten zoals door klager voorgestaan niet tot een andere conclusie zou hebben geleid,  acht het Centraal Tuchtcollege alleszins verdedigbaar. De psychiater kan er onder deze omstandigheden geen tuchtrechtelijk verwijt van worden gemaakt dat hij die discussie, een half jaar na het uitbrengen van zijn rapport, en nadat hij klager schriftelijk had bericht,  niet verder heeft willen voortzetten.  

2.6       Ten aanzien van de overige door klager geformuleerde klachtonderdelen heeft de behandeling van de zaak in beroep het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het Centraal Tuchtcollege  onderschrijft de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. Dit betekent dat het beroep moet worden verworpen.

5.         Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

verwerpt het beroep;

bepaalt dat deze beslissing zal worden aan­geboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Gezondheidszorg Jurisprudentie en Medisch Contact met het verzoek tot plaatsing.

Deze beslissing is gegeven door: C.H.M. van Altena, voorzitter; L.F. Gerretsen-Visser en

Y. Buruma, leden-juristen en A.C.L. Allertz en J.J. de Jong, leden-beroepsgenoten en

M. van Esveld, secretaris.

Uitgesproken ter openbare zitting van 20 december 2018.

Voorzitter  w.g.          Secretaris  w.g