ECLI:NL:TGDKG:2018:279 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/631880/ DW RK 17/684

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2018:279
Datum uitspraak: 23-11-2018
Datum publicatie: 10-05-2019
Zaaknummer(s): C/13/631880/ DW RK 17/684
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er samengevat over dat het vonnis van de kantonrechter illegaal is verkregen en dat op grond van dit illegaal verkregen vonnis executoriaal beslag is gelegd. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 23 november 2018 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 27 juni 2017 met zaaknummer C/13/617267 / DW RK 16/1127 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/631880/ DW RK 17/684 ingesteld door:

[   ],

wonende te [   ],

klager,

tegen:

[   ],

kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [   ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij emailberichten met bijlagen, ingekomen op 17 oktober 2016 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij email van 18 oktober 2016 heeft klager de klacht aangevuld. Bij email van 19 oktober 2016 heeft klager de gerechtsdeurwaarder(s) aansprakelijk gesteld. Bij email van 20 oktober 2016 en 22 oktober 2016 heeft klager de klacht uitgebreid tot de gerechtsdeurwaarder die de dagvaardingsprocedure tegen klager heeft gevoerd. Bij verweerschrift, ingekomen op 25 november 2016, heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd. Bij beslissing van 27 juni 2017 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief 27 juni 2017. Bij e-mail, ingekomen op 5 juli 2017, aangevuld bij e-mail van 20 juli 2017, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 12 oktober2018 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 23 november2018.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          op 9 september 2016 heeft de kantonrechter ten nadele van klager vonnis gewezen;

-          op 5 oktober 2016 is dit vonnis betekend aan klager;

-          op 17 oktober 2016 is ten laste van klager executoriaal beslag gelegd.

4. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat het vonnis van de kantonrechter illegaal is verkregen; dat er is geprocedeerd op basis van een volmacht die volgens klager nep is, dat op grond van dit illegaal verkregen vonnis executoriaal beslag is gelegd en dat de gerechtsdeurwaarder een betalingsregeling heeft geweigerd. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder niet op e-mail berichten van klager gereageerd

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.1.Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Klager heeft voorop gesteld dat het vonnis van de kantonrechter illegaal is verkregen. Het onderwerp van de volmacht is in de procedure bij de kantonrechter al aan de orde geweest. De tuchtrechter kan over de inhoud van een vonnis niet oordelen. Klager zal indien hij met het vonnis van de kantonrechter niet eens is, in appel dienen te gaan bij de burgerlijke rechter.

4.3 Ten aanzien van de tenuitvoerlegging van een aan de gerechtsdeurwaarder ter hand gestelde executoriale titel en de verdere tenuitvoerlegging daarvan geeft artikel 438 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering daarvoor een algemene regeling. Krachtens deze bepaling dienen geschillen met betrekking tot de executie voorgelegd te worden aan de bevoegde (executie)rechter. Het tuchtrecht is daarvoor niet de geƫigende weg.

4.4 Ten aanzien van de klacht met betrekking tot de betalingsregeling geldt dat zoals door de gerechtsdeurwaarder terecht wordt gesteld een schuldeiser niet verplicht kan worden tot het accepteren van een betalingsregeling. Uit het verweerschrift blijkt overigens dat de gerechtsdeurwaarder op 12 oktober 2016 aan klager heeft bericht dat hij kennelijk geen gebruik wil maken van de aangeboden betalingsregeling. Hieruit blijkt dat wel degelijk een betalingsregeling is aangeboden aan klager. Tevens blijkt uit het verweerschrift en uit de bijlagen die klager heeft overgelegd dat de gerechtsdeurwaarder en klager uitvoerig met elkaar hebben gecorrespondeerd. Tuchtrechtelijk laakbaar gedrag van de gerechtsdeurwaarder is niet gebleken.

4.5 Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.

5.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager aangevoerd dat er is geprocedeerd op basis van een volmacht die nep is en dat de gerechtsdeurwaarder op grond van een illegaal verkregen vonnis executoriaal beslag heeft gelegd, terwijl de gerechtsdeurwaarder dit wist. 

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 Het verzet kan naar het oordeel van de Kamer niet slagen. Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter waarmee de Kamer zich verenigt. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter derhalve juist en de door klager aangevoerde gronden geven evenmin aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen.

7.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-      verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, plaatsvervangend-voorzitter, mr. M. Nijenhuis en mr. J.M. Wisseborn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 november 2018, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.