ECLI:NL:TGDKG:2018:262 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/624803 DW RK 17/221

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2018:262
Datum uitspraak: 11-09-2018
Datum publicatie: 09-05-2019
Zaaknummer(s): C/13/624803 DW RK 17/221
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Tussenbeslissing. Nu de gemachtigde ter zitting niet kon bevestigen dat het verweer ook ten aanzien van beslagleggende gerechtsdeurwaarder heeft te gelden, is de kamer van oordeel dat de (andere) betreffende gerechtsdeurwaarder de mogelijkheid moet krijgen zich te verweren tegen de klacht. Behandeling wordt aangehouden.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Tussenbeslissing van 11 september 2018 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/624803 DW RK 17/221 ingesteld door:

[    ],

wonende te [   ],

klager,

tegen:

[   ],

kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [   ],

beklaagde,

gemachtigde: [   ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 2 maart 2017, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 11 april 2017, heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 28 augustus 2018 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 11 september 2018.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-        Op 12 december 2016 is executoriaal derdenbeslag gelegd op de uitkering van klager.

-        op 16 december 2016 is het beslag aan klager overbetekend.

-        Op 28 december 2016 heeft klager een verzoek gedaan om de beslagvrije voet aan te passen.

-        Op 3 januari 2017 heeft de gerechtsdeurwaarder bewijsstukken bij klager opgevraagd, waarna op 10 januari 2017 de beslagvrije voet is verhoogd en klager daarvan op de hoogte is gesteld.

-        Op 24 januari 2017 heeft klager verzocht om de berekening van de gewijzigde beslagvrije voet, waarop de gerechtsdeurwaarder deze dezelfde dag aan klager heeft toegezonden.

-        Op 30 januari 2017 heeft klager om een toelichting verzocht met betrekking tot de halvering van de beslagvrije voet. Per gelijke e-mail heeft de gerechtsdeurwaarder vragen gesteld omtrent het inkomen van de partner van klager.

-        Op 31 januari 2017 heeft klager de bewijstukken omtrent het inkomen van diens partner aan de gerechtsdeurwaarder gezonden.

-        Op 24 februari 2017 heeft de gerechtsdeurwaarder, onder meer, aan klager laten weten dat de door hem verstrekte gegevens waren verwerkt in hun systeem.

2. De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat hij meerdere keren contact heeft opgenomen met medewerkers van Syncasso om tot een juiste vaststelling te komen van de beslagvrije voet. Een aantal keren heeft hij geen antwoord gekregen of daar lang op moeten wachten.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Uit de door klager meegezonden bijlage volgt dat die zich richt tegen een met naam genoemde gerechtsdeurwaarder, zijnde [   ]. Op grond van het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 12 augustus 2014 (ECLI:NL:GHAMS:2014:3696) dienen klachten die zijn gericht tegen een met naam genoemde gerechtsdeurwaarder te worden afgehandeld als zijnde tegen hem gericht. De klacht is tevens gericht tegen een medewerker van het gerechtsdeurwaarderskantoor. Op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet is dit niet mogelijk en zal om die reden de betrokkenheid van de medewerker niet worden meegenomen in de beslissing.

4.2 Van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij brieven, daaronder ook begrepen e-mails, met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde incasso of executie (binnen een redelijke termijn) beantwoordt. Uit het verhandelde ter zitting is vast komen te staan dat tussen 30 januari 2017 (toen klager om een toelichting verzocht aangaande de halvering van de beslagvrije voet) en 24 februari 2017 (waarop klager door de gerechtsdeurwaarder bericht werd dat de door hem verstrekte gegevens waren verwerkt) een veel te lange periode heeft gezeten, waarin niet gereageerd is door de gerechtsdeurwaarder. Zelf omschrijft de (gemachtigde van de) gerechtsdeurwaarder het als een “onwenselijke lange periode” en biedt daarvoor, namens zijn kantoor, dan ook zijn excuses aan. Dit neemt echter niet weg dat de voor een maatregel vatbare overtreding nu eenmaal is begaan.

4.3 Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder aanvullend aangevoerd dat de door klager met naam genoemde gerechtsdeurwaarder slechts verantwoordelijk is geweest voor het overbetekenen van het beslag. De gerechtsdeurwaarder heeft feitelijk niets van doen gehad met de vaststelling van de beslagvrije voet en dient derhalve niet blootgesteld te worden aan de eventuele gevolgen die samenhangen met de eventuele onjuiste vaststelling van de beslagvrije voet. Anders dan klager meent heeft vaststelling plaatsgevonden bij de beslaglegging en dat gebeurde bij het daarvan opgemaakte exploot van toegevoegd-gerechtsdeurwaarder [   ]. Klager heeft wat dat betreft dus de verkeerde (verantwoordelijke) gerechtsdeurwaarder aangewezen als beklaagde. Klager meent dat gerechtsdeurwaarder [    ] de beklaagde zou moeten zijn nu de kwestie (intern) onder diens verantwoordelijkheid zou vallen.

4.4 Nu de klacht van klager ziet op het beslag van [    ], kan klager zich er, desgevraagd, in vinden dat de klacht zich tegen die gerechtsdeurwaarder richt. Nu het verweerschrift, zoals nu overgelegd, afkomstig is van (alleen) [   ] en diens gemachtigde ( [   ]) ter zitting niet kon bevestigen dat het verweer ook ten aanzien van [   ] heeft te gelden, is de Kamer van oordeel dat [   ] de mogelijkheid moet krijgen zich te verweren tegen de klacht. De kamer zal daartoe de behandeling van de zaak aanhouden; deze zal op een nader te bepalen datum worden voortgezet.

4.5 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-      stelt gerechtsdeurwaarder [   ] in kennis van de klacht en aan hem zal de gelegenheid worden geboden binnen uiterlijk twee weken na heden te reageren op de klacht;

-      houdt iedere verdere beslissing aan;

-      bepaalt dat hoger beroep tegen deze beslissing slechts kan worden ingesteld tegelijk met de eindbeslissing.

Aldus gegeven door mr. D. Bode, plaatsvervangend-voorzitter, en mr. C.W. Inden en mr. J.M. Wisseborn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 september 2018, in tegenwoordigheid van de secretaris.