ECLI:NL:TGDKG:2018:220 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/639880 / DW RK 17/1205

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2018:220
Datum uitspraak: 20-11-2018
Datum publicatie: 25-02-2019
Zaaknummer(s): C/13/639880 / DW RK 17/1205
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De klacht betreft een door klager betwistte vordering van een energieleverancier. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 20 november 2018 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 3 oktober 2017 met zaaknummer C/13/625125 / DW RK 17/247 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/639880 / DW RK 17/1205 (BD/FK) ingesteld door:

[ ],

wonende te [ ],

klager,

tegen:

[ ],

gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde.

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 7 maart 2017, heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Klager heeft op 16 maart 2017, 30 maart 2017, 2 april 2017, 3 april 2017 en 4 april 2017 aanvullingen op zijn klacht ingediend. Bij brief ingekomen op 4 april 2017 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend. Bij beslissing van 21 november 2017 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 21 november 2017. Bij op 5 december 2017 ingekomen (fax)brief heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld op de openbare zitting van 9 oktober 2018. Verschenen zijn klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 20 november 2018.

1. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

2. De feiten

De kamer verwijst voor de feiten naar hetgeen de voorzitter in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten door de voorzitter geen bezwaar gemaakt, zodat ook de kamer van die feiten uitgaat.

3. De oorspronkelijke klacht

In de inleidende klacht beklaagt klager zich er samengevat over dat hij de vordering van Enexis in 2015 en 2016 heeft betwist en daarom onbetaald heeft gelaten. De betwisting van de hoofdsom is door Enexis niet, onvolledig en of onjuist inhoudelijk onderbouwd weerlegd. Enexis heeft vervolgens de vordering ter incasso aangeboden aan de gerechtsdeurwaarder met als gevolg hoge gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente en lastig gevallen met brieven van de gerechtsdeurwaarder. Vervolgens is namens de gerechtsdeurwaarder door een toegevoegd gerechtsdeurwaarder een bezoek gebracht aan klager, die hem heeft geprobeerd te dwingen een overeenkomst te sluiten voor de levering van elektriciteit en gas en te dreigen met een procedure bij de rechter en eventuele afsluiting van alle energietoevoer. De (medewerker van de) gerechtsdeurwaarder heeft niet geregeerd op klagers brieven maar uitsluitend een nep Enexis kopie zonder eigen commentaar toegezonden, waarin de hoofdsom wordt bevestigd. Klager zal komen te verkeren in een noodsituatie. Deze zullen schade- en kostenverhogend uitwerken in het algemeen belang en klagers belang.

4. De beslissing van de voorzitter

4.1 De voorzitter heeft op de inleidende klacht overwogen dat het niet eens is met de (hoogte van de) vordering van Enexis. Omdat klager niet betaalde en geen contract had met Enexis, heeft Enexis de gerechtsdeurwaarder ingeschakeld teneinde de vordering te innen. Klager verschilt met de gerechtsdeurwaarder van mening over de (hoogte van de) vordering. Het ligt niet op de weg van de tuchtrechter op de inhoudelijke beoordeling van dit geschil in te gaan. Nu de gerechtsdeurwaarder klager en zijn echtgenote heeft gedagvaard, hebben zij zich bij de gewone rechter kunnen verweren tegen de hoogte van de vordering. De door klager ingediende klacht stuit hierop af.

4.2 De voorzitter heeft verder overwogen dat voor zover uit het dossier blijkt, de gerechtsdeurwaarder geen activiteiten heeft ondernomen die hij op grond van de wet niet zou mogen nemen. Evenmin is gebleken dat klager onheus is bejegend door de gerechtsdeurwaarder.

5. De gronden van het verzet

Voor zover uit het verzetschrift kan worden opgemaakt en naar de kamer begrijpt is klager het niet eens met de beslissing van de voorzitter op grond van door hem nader separaat aan te voeren gronden en of grieven. Klager verkeert in een noodsituatie en doet nogmaals uitdrukkelijk mede namens zijn echtgenote aangifte van ouderenmishandeling, met vanwege ernstige gezondheidsrisico’s. Klager doet mede namens zijn echtgenote tevens aangifte van een ambtsmisdrijf, gepleegd en/of medegepleegd door alle ambtenaren, die daarbij betrokken zijn (geweest).

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Nu door klager geen nadere gronden zijn aangevoerd overweegt de kamer dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren dan ook geen nieuwe gezichtspunten op. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

6.2 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

- verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. D. Bode, plaatsvervangend voorzitter, mr. E. Diepraam en M.W. de Ruijter, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 november 2018, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.