ECLI:NL:TADRSHE:2018:121 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-407/DB/ZWB/H

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2018:121
Datum uitspraak: 14-08-2018
Datum publicatie: 03-09-2018
Zaaknummer(s): 18-407/DB/ZWB/H
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Herziening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzoek tot herziening van verzoeker als klagende partij kan niet in behandeling worden genomen. Kennelijk niet-ontvankelijk.

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch

van 14 augustus 2018

in de zaak 18-407/DB/ZWB

naar aanleiding van het verzoek tot herziening van:

verzoekers

tegen:

verweerder

De voorzitter van de raad van discipline heeft kennis genomen van het verzoek tot herziening van verzoekers d.d. 24 mei 2018, door de raad ontvangen op 28 mei 2018, en van de daarbij gevoegde stukken.

1             FEITEN

Voor de beoordeling van het verzoek wordt, gelet op de stukken, van de volgende feiten uitgegaan.

1.1       Bij brief d.d. 8 januari 2016 hebben verzoekers bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant een klacht ingediend over verweerder. Bij beslissing d.d. 22 november 2016 met kenmerk 16-1050/DB/ZWB heeft de (plaatsvervangend) voorzitter de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Verzoekers hebben verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter, welk verzet is behandeld ter zitting van de raad d.d. 3 april 2017 in aanwezigheid van verzoekers en verweerder. Bij beslissing d.d. 29 mei 2017 met kenmerk 16-1050/DB/ZWB heeft de raad het verzet ongegrond verklaard.

2             VERZOEK

2.1      Het verzoek strekt tot herziening van de beslissing van de raad d.d. 29 mei 2017. Verzoekers zijn van mening dat in die beslissing is uitgegaan van onjuiste informatie.

3             BEOORDELING

3.1       De voorzitter overweegt dat de Advocatenwet niet voorziet in de mogelijkheid tot herziening van een uitspraak van de tuchtrechter. Een verzoek tot herziening kan dan ook  niet in behandeling worden genomen en verzoeker dient in een dergelijk verzoek in beginsel niet-ontvankelijk te worden verklaard. Bij uitzondering kan daarover anders worden geoordeeld, doch uitsluitend indien en voor zover mocht blijken dat bij de behandeling van de zaak geen sprake is geweest van een eerlijk proces doordat een fundamenteel rechtsbeginsel is geschonden, en beperkt tot die gevallen waarin een verweerder jegens wie een klacht gegrond is verklaard op die schending een beroep kan doen.

3.2       Nu e en verzoek tot herziening van verzoeker als klagende partij niet in behandeling kan worden genomen zal de voorzitter het verzoek tot herziening daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaren.

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

verzoekers kennelijk niet-ontvankelijk in hun verzoek tot herziening van de beslissing van de raad van discipline van 29 mei 2017 met kenmerk 16-1050/DB/ZWB..

Aldus beslist door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, met bijstand van mr. T.H.G. van de Langenberg als griffier op 14 augustus 2018.

Griffier                                                                   Voorzitter

Mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 21 augustus 2018

verzonden aan:

-     verzoekers

-     verweerder

-     de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant

Ingevolge artikelen 46j en 46h van de Advocatenwet kunnen verzoekers, verweerder en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 1190, 4801 BD Breda .  Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift ( in tweevoud ) waarin de gronden van het verzet gemotiveerd worden omschreven. In het verzetschrift moet u uitleggen waarom u het niet eens bent met de beslissing van de voorzitter dat de klacht kennelijk ongegrond of kennelijk niet-ontvankelijk is. U mag daarin ook nader toelichten waarom de klacht volgens u gegrond is.

De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift dus ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.

Informatie ook op raadvandiscipline.nl