ECLI:NL:TADRARL:2018:165 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-877

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2018:165
Datum uitspraak: 09-07-2018
Datum publicatie: 23-07-2018
Zaaknummer(s): 17-877
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet niet-ontvankelijk nu het te laat is ontvangen. Geen verschoonbare termijnoverschrijding. Dat klager vóór het uitspreken van de voorzittersbeslissing heeft gemeld dat hij enkele weken in het buitenland zou zijn, doet daaraan niet af onder meer omdat klager onvoldoende maatregelen heeft getroffen om zijn post tijdens zijn afwezigheid te laten waarnemen.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden

van 9 juli 2018

in de zaak 17-877

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline van 28 december 2017 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerster

1.    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief van 6 januari 2017 heeft klager zich bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Overijssel beklaagd over verweerster.

1.2    Bij brief aan de raad van 17 oktober 2017 met kenmerk 51/17/004, door de raad ontvangen op 18 oktober 2017, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3    Klager heeft de raad bij brief van 5 december 2017 bericht dat hij van 29 december 2017 tot 5 februari 2018 afwezig is wegens vakantie. En daarnaast: “If the court session (Zitting) comes during my vacation, It will be not possible to attain, So please Make me, best flexible date, after 15th Feb 2018, will be gratefull.” Op 11 december 2017 heeft de griffier van de raad de ontvangst van deze brief schriftelijk aan klager bevestigd.

1.4    Bij beslissing van 28 december 2017 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. De voorzittersbeslissing is op 28 december 2017 verzonden aan klager.

1.5    Bij brief van 9 februari 2018 heeft klager de raad bericht niet in de gelegenheid te zijn geweest om tijdig (binnen 30 dagen) in verzet te komen tegen de voorzittersbeslissing, zoals bekend was uit zijn eerdere brief van 5 december 2017. Volgens klager was hij niet in het buitenland voor een vakantie maar voor een medische behandeling. Klager heeft de raad verzocht alsnog in de gelegenheid te worden gesteld om in verzet te komen.

1.6    De griffier van de raad heeft klager bij brief van 14 februari 2018 bericht dat de verzettermijn is verlopen maar dat de brief van klager van 9 februari 2018 zal worden aangemerkt als verzetschrift waarbij klager een beroep doet op een verschoonbare termijnoverschrijding.

1.7    Bij brief van 5 maart 2018, door de raad ontvangen op 6 maart 2018, zijn namens klager  de verzetgronden nader toegelicht.

1.8    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 1 juni 2018 in aanwezigheid van klager en verweerster.

1.9    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 5 maart 2018.

2.    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3.    VERZET EN VERWEER

3.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

a)    verweerster heeft onzorgvuldig gehandeld en haar geheimhoudingsplicht geschonden dan wel de privacy van klager aangetast door een derde (niet-advocaat) mee te nemen naar de taxatie van de woning en klager hiervan slechts twee dagen van tevoren op de hoogte te stellen waardoor enig protest onmogelijk is geworden.

3.2    Genoemde verzetsgrond ziet op klachtonderdeel a. Ten aanzien van de klachtonderdelen b, c en d berust klager in het oordeel van de voorzitter.

3.3    Het gemotiveerde verweer van verweerster ter zitting komt hierna, voor zover relevant, bij de beoordeling aan de orde.

4.    BEOORDELING

4.1    Voordat de raad aan een inhoudelijke beoordeling van de verzetgrond(en) kan toekomen, moet eerst worden beoordeeld of klager ontvankelijk is in zijn verzet. Vaststaat dat de verzettermijn op 27 januari 2018 is geëindigd (30 dagen na verzending van de voorzittersbeslissing van/op 28 december 2017). Het verzet door klager bij brief van 9 februari 2018 is buiten de verzettermijn en dus te laat ontvangen. Klager heeft een beroep gedaan op verschoonbare termijnoverschrijding. Verweerster heeft betwist dat klager zich op een verschoningsgrond kan beroepen.

4.2    De raad overweegt als volgt. Klager wist, althans kon weten, dat in zijn klachtzaak mogelijk een voorzittersbeslissing zou volgen en dat dan een verzettermijn zou gelden van 30 dagen. Zo is klager immers namens de raad bericht bij brief van 1 december 2017 (met bijlage). Door zijn post tijdens zijn afwezigheid (al dan niet wegens vakantie) niet te laten waarnemen, heeft klager het risico genomen dat hij mogelijk belangrijke stukken zou missen en dat termijnen zouden gaan (ver)lopen.

4.3    Weliswaar heeft klager de raad bij brief van 5 december 2017 verzocht rekening te houden met zijn afwezigheid in het buitenland maar dit verzoek ziet enkel op de planning van een zitting. Uit dit bericht van klager heeft de raad niet hoeven begrijpen dat het voor klager eveneens onmogelijk was om kennis te nemen van de voorzittersbeslissing. Dat klager kennelijk onvoldoende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen om zijn post te laten waarnemen, is, zoals gezegd, een omstandigheid die voor rekening van klager dient te komen en kan de raad niet worden verweten.

4.4    Het voorgaande leidt tot de beslissing dat geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Klager moet dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn verzet.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gewezen door mr. F.P. Dresselhuys-Doeleman, voorzitter, mrs. A.H. Lanting en M.A. Pasma, leden, bijgestaan door mr. L.M. Roorda als griffier en uitgesproken in het openbaar op 9 juli 2018.

Griffier                                                                      Voorzitter

Verzonden d.d. 9 juli 2018.