ECLI:NL:TNORARL:2017:48 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/322950 / KL RK 17-86 C/05/322924 / KL RK 17-85
ECLI: | ECLI:NL:TNORARL:2017:48 |
---|---|
Datum uitspraak: | 22-11-2017 |
Datum publicatie: | 21-12-2017 |
Zaaknummer(s): |
|
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Klacht ongegrond |
Inhoudsindicatie: | Nu geen enkele twijfel was ontstaan over het vermogen van moeder om haar wil te bepalen, was er ook geen aanleiding voor toepassing van het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid. Niet is komen vast te staan dat er ten tijde van de wijziging van het testament aanwijzingen waren op grond waarvan de kandidaat-notaris had moeten twijfelen aan de wilsbekwaamheid van moeder, waardoor hij nader onderzoek had moeten verrichten. De notaris heeft tijdens de zitting desgevraagd verklaard dat hij zelf de e-mails heeft beantwoord, in plaats van de kandidaat-notaris, om de enkele reden dat deze aan hem gericht waren. De notaris heeft de vragen doorgeleid naar de kandidaat-notaris en vervolgens, na overleg met de kandidaat-notaris, namens hem geantwoord. De kamer acht deze handelwijze niet onzorgvuldig. |
KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN
Kenmerk: C/05/322950 / KL RK 17-86 en C/05/322924 / KL RK 17-85
beslissing van de kamer voor het notariaat van 22 november 2017
op de klachten van
[…],
wonende te […],
klager,
gemachtigde: mr. […], notaris te […]
tegen
1. mr. […],
kandidaat-notaris te […], gemeente […], vanaf 31 oktober 2017 oud-notaris,
gemachtigde: mr. J.M.A.H. van der Ploeg, advocaat te Amsterdam,
2. mr. […] ,
notaris te […], gemeente […],
gemachtigde: mr. J.M.A.H. van der Ploeg, advocaat te Amsterdam.
Partijen worden hierna respectievelijk klager en de kandidaat-notaris en de notaris genoemd.
1. Het verloop van de procedure
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit
- de klachten, met bijlagen, van 23 juni 2017;
- het verweer van de gemachtigde van de kandidaat-notaris van 17 augustus 2017;
- het verweer van de gemachtigde van de notaris van 17 augustus 2017;
- de e-mail, met bijlagen, van de gemachtigde van de kandidaat-notaris en de notaris van 11 oktober 2017;
- de e-mail, met bijlagen, van de gemachtigde van klager van 11 oktober 2017.
1.2 De klachtzaken zijn ter zitting van 13 oktober 2017 behandeld, waarbij zijn verschenen klager, vergezeld door zijn gemachtigde, enerzijds en de kandidaat-notaris en de notaris, vergezeld door hun gemachtigde, anderzijds. Op verzoek van de gemachtigde van klager zijn de klachtzaken niet gelijktijdig, maar na elkaar behandeld. De notaris en de kandidaat-notaris zijn aanwezig geweest bij de behandeling van elkaars klachtzaak.
2. De feiten
2.1 Op 29 december 2016 is mevrouw […], moeder van klager, (hierna ook: moeder) overleden. Haar echtgenoot, de heer […], is reeds in 1994 overleden. Uit dit huwelijk zijn twee kinderen geboren: klager en zijn zuster mevrouw
[…].
2.2 Moeder heeft laatstelijk beschikt over haar nalatenschap op 86-jarige leeftijd bij testament van 10 januari 2014, verleden voor de kandidaat-notaris.
2.3 In dit testament is de zuster van klager tot enig erfgenaam en tot executeur benoemd. Klager en zijn eventuele nakomelingen zijn in dit testament uitgesloten als erfgenaam.
2.4 De notaris is betrokken bij de afwikkeling van de nalatenschap van moeder. Hij is geen boedelnotaris.
2.5 Op 31 januari 2017 heeft de gemachtigde van klager een e-mail naar de notaris gezonden, waarin hij heeft verzocht om een zo gedetailleerd mogelijke beschrijving van de totstandkoming van het testament en de wijze waarop de wilsbekwaamheid van moeder is beoordeeld.
2.6 De notaris heeft, na overleg met de kandidaat-notaris, bij e-mail van 16 februari 2017 klager geantwoord.
2.7 De gemachtigde van klager heeft in zijn e-mail aan de notaris van 23 februari 2017 een aantal nadere vragen gesteld en verzocht om een bespreking op het notariskantoor.
2.8 De notaris heeft in zijn e-mail van 3 maart 2017 namens de kandidaat-notaris antwoorden gegeven op de nadere vragen.
2.9 De gemachtigde van klager heeft bij e-mail van 7 maart 2017 de notaris een aantal aanvullende vragen gesteld.
2.10 De notaris heeft in zijn antwoord bij e-mail van 7 maart 2017 voor de beantwoording van de aanvullende vragen verwezen naar de bespreking die binnenkort op het notariskantoor zou worden gevoerd.
2.11 Op 25 april 2017 heeft de bespreking op het notariskantoor plaatsgevonden.
2.12 De gemachtigde van klager heeft op 26 april 2017 aan de notaris een e-mail gezonden, waarin hij onder meer heeft gevraagd om zo gedetailleerd mogelijk een zestal vragen over de totstandkoming van het testament en de beoordeling van de wilsbekwaamheid te beantwoorden.
2.13 In zijn e-mail van 4 mei 2017 heeft de notaris hierop geantwoord dat in zijn opinie de kandidaat-notaris tijdens het gesprek op 25 april 2017 duidelijk uiteen heeft gezet hoe de gang van zaken rondom de totstandkoming van het testament is geweest en hoe hij tot een beoordeling van de wilsbekwaamheid is gekomen.
3. De klachten en de verweren
De klacht tegen de kandidaat-notaris
3.1 De klacht tegen de kandidaat-notaris valt uiteen in twee onderdelen:
Klachtonderdeel 1: wilsbekwaamheid onvoldoende onderzocht
Klager verwijt de kandidaat-notaris dat hij onvoldoende heeft onderzocht of moeder voldoende haar wil kon bepalen. Zeker gelet op het feit dat moeder in het testament haar zoon wilde onterven, in combinatie met haar hoge leeftijd en haar medisch verleden, had de kandidaat-notaris extra zorgvuldig moeten onderzoeken of moeder nog wilsbekwaam was.
Klachtonderdeel 2: vragen onvoldoende beantwoord
Klager verwijt de kandidaat-notaris dat hij de door de gemachtigde van klager gestelde vragen over de totstandkoming van het testament en de wijze waarop de kandidaat-notaris de wilsbekwaamheid heeft getoetst, niet dan wel ontwijkend heeft beantwoord.
Klacht tegen de notaris
Klacht: vragen onvoldoende beantwoord
3.2 Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van klager verklaard dat, hoewel in de klachtbrief tegen de notaris de klacht over het onderzoeken van de wilsbekwaamheid is opgenomen, deze klacht niet tegen de notaris is gericht. Klager verwijt de notaris alleen dat hij de door de gemachtigde van klager gestelde vragen over de totstandkoming van het testament en de wijze waarop de kandidaat-notaris de wilsbekwaamheid heeft getoetst, niet dan wel ontwijkend heeft beantwoord.
3.3 De gemachtigde van de notaris heeft tijdens de zitting gesteld dat de gemachtigde van klager in de schriftelijke fase onvoldoende duidelijk is geweest over hetgeen de notaris verweten wordt, waardoor de notaris in zijn verdediging is geschaad.
Hoewel de klacht zoals deze is geformuleerd in de klachtbrief van 23 juni 2017 tegen de notaris identiek is aan de formulering van de klachtbrief tegen de kandidaat-notaris, moet het voor de notaris duidelijk zijn geweest dat alleen het tweede onderdeel van de klacht op zijn handelen of nalaten betrekking heeft. De notaris is dan ook naar het oordeel van de kamer niet in zijn verdediging geschaad.
3.4 Op de (overige) verweren van de gemachtigde van de kandidaat-notaris en de notaris zal de kamer hierna, voor zover deze verweren van belang zijn voor de beoordeling, nader ingaan.
4. De beoordeling
4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de kandidaat-notaris en de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.
Ingevolge artikel 93 lid 2 Wna blijven notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen die niet meer als zodanig werkzaam zijn aan de tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig in het eerste lid bedoeld handelen of nalaten gedurende de tijd dat zij als zodanig werkzaam waren.
Klacht tegen de kandidaat-notaris
Klachtonderdeel 1: wilsbekwaamheid onvoldoende onderzocht
4.2 De kandidaat-notaris heeft het volgende als verweer aangevoerd.
Moeder heeft zelf contact opgenomen met het notariskantoor voor een afspraak om haar testament te wijzigen. Zij was al geruime tijd cliënt van de kandidaat-notaris. Hij heeft voor haar diverse akten gepasseerd, waaronder het eerdere testament.
De kandidaat-notaris heeft twee gesprekken met moeder gevoerd, waarbij aan het eind van het tweede gesprek het gewijzigde testament is gepasseerd. Moeder kwam beide keren zelfstandig naar het notariskantoor. Bij de gesprekken waren geen andere personen aanwezig. Tijdens het eerste gesprek op 5 december 2013 heeft de kandidaat-notaris uitvoerig met moeder gesproken. Zij was helder en consistent ten aanzien van haar wensen. De kandidaat-notaris heeft de gevolgen van deze wensen uitdrukkelijk met moeder besproken. Het gesprek gaf geen enkele aanleiding om aan haar wilsbekwaamheid te twijfelen en in verband daarmee het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid te volgen. Op 13 december 2013 heeft de kandidaat-notaris een concept van het gewijzigde testament naar moeder gezonden. Op 10 januari 2014 heeft de tweede bespreking plaatsgevonden. De kandidaat-notaris heeft het testament gepasseerd nadat hij voor zichzelf had vastgesteld dat de wijzigingen overeenkomstig de wens van moeder waren en zij de gevolgen ervan overzag. Tijdens de zitting heeft de kandidaat-notaris verklaard dat de eerste bespreking bijna een uur heeft geduurd en de tweede bespreking ruim een half uur. Verder heeft de kandidaat-notaris desgevraagd verklaard dat moeder ten tijde van de wijziging van haar testament zelfstandig woonde.
4.3 De kamer neemt met de wet tot uitgangspunt dat een cliënt die handelingsbekwaam is, moet worden geacht zijn belangen te kunnen behartigen. Eerst indien aanleiding bestaat om daaraan te twijfelen, dient volgens vaste rechtspraak van de Notariskamer van het Gerechtshof te Amsterdam een notaris de geestesgesteldheid van zijn cliënt nader te onderzoeken.
4.4 Gelet op het verweer van de kandidaat-notaris, heeft hij naar het oordeel van de kamer voldoende en zorgvuldig de wilsbekwaamheid van moeder onderzocht. De kandidaat-notaris heeft twee uitgebreide gesprekken met moeder gevoerd buiten aanwezigheid van andere personen die haar zouden hebben kunnen beïnvloeden. Er zat een geruime tijd tussen beide gesprekken. Hij heeft zich er beide keren van vergewist dat moeder wist wat de gevolgen waren van de door haar gewenste wijzigingen in haar testament. De kandidaat-notaris kende moeder als cliënt al langere tijd. Nu daarbij geen enkele twijfel was ontstaan over het vermogen van moeder om haar wil te bepalen, was er ook geen aanleiding voor toepassing van het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid.
Niet is komen vast te staan dat er ten tijde van de wijziging van het testament aanwijzingen waren op grond waarvan de kandidaat-notaris had moeten twijfelen aan de wilsbekwaamheid van moeder, waardoor hij nader onderzoek had moeten verrichten.
Het eerste klachtonderdeel tegen de kandidaat-notaris zal derhalve ongegrond worden verklaard.
Klachtonderdeel 2: vragen onvoldoende beantwoord
4.5 De kamer stelt het volgende vast. In reactie op de e-mails met vragen over de totstandkoming van het testament en de wijze waarop de kandidaat-notaris de wilsbekwaamheid heeft beoordeeld, heeft de notaris namens de kandidaat-notaris in zijn e-mails van 16 februari 2017 en 3 maart 2017 enige informatie gegeven. Verder heeft op 25 april 2017 een gesprek op het notariskantoor plaatsgevonden. Tijdens de zitting heeft klager bevestigd dat hetgeen in het verweerschrift over de totstandkoming van het testament en de beoordeling van de wilsbekwaamheid is opgenomen, door de kandidaat-notaris ook tijdens het gesprek op 25 april 2017 is besproken.
4.6 Hoewel het de voorkeur had verdiend als de kandidaat-notaris al ten behoeve van de informatieverstrekking aan klager in de e-mails van 16 februari 2017 en 3 maart 2017 meer informatie aan de notaris had aangeleverd, is de kamer van oordeel dat met de twee e-mails en het gesprek, in onderlinge samenhang bezien, de bij klager levende vragen uiteindelijk voldoende zijn beantwoord.
Het tweede klachtonderdeel tegen de kandidaat-notaris zal ongegrond worden verklaard.
Klacht tegen de notaris
Klacht: vragen onvoldoende beantwoord
4.7 Klager verwijt de notaris dat hij de vragen van zijn gemachtigde over de totstandkoming van het testament en de wijze waarop de wilsbekwaamheid van moeder is onderzocht onvoldoende heeft beantwoord.
Nu de notaris geen enkele bemoeienis met de wijziging van het testament van moeder heeft gehad, kan hem geen verwijt worden gemaakt ten aanzien van de inhoudelijke beantwoording van de vragen.
De notaris heeft tijdens de zitting desgevraagd verklaard dat hij zelf de e-mails heeft beantwoord, in plaats van de kandidaat-notaris, om de enkele reden dat deze aan hem gericht waren. De notaris heeft de vragen doorgeleid naar de kandidaat-notaris en vervolgens, na overleg met de kandidaat-notaris, namens hem geantwoord. De kamer acht deze handelwijze niet onzorgvuldig.
De klacht tegen de notaris zal dan ook ongegrond worden verklaard.
5. De beslissing
De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden
-verklaart de klacht tegen de kandidaat-notaris ongegrond;
-verklaart de klacht tegen de notaris ongegrond.