ECLI:NL:TNORARL:2017:47 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/320207 / KL RK 17-52 C/05/320208 / KL RK 17-53
ECLI: | ECLI:NL:TNORARL:2017:47 |
---|---|
Datum uitspraak: | 14-11-2017 |
Datum publicatie: | 21-12-2017 |
Zaaknummer(s): |
|
Onderwerp: | Registergoed |
Beslissingen: | Klacht gegrond met berisping |
Inhoudsindicatie: | De kamer is van oordeel dat de door de kandidaat-notaris getroffen (voorzorgs-) maatregelen onvoldoende waren om tot de levering van de woning te mogen overgaan. De twee mondelinge toezeggingen van de Belastingdienst volstaan in dit verband niet. Door te passeren zonder in het bezit te zijn van een aflosnota van de Belastingdienst heeft de kandidaat-notaris het risico genomen dat de woning toch niet (geheel) vrij van hypotheekrechten geleverd zou worden. De kandidaat-notaris heeft klachtwaardig gehandeld door dit risico te nemen. Zij had moeten afzien van transport zolang zij niet beschikte over een door de Belastingdienst opgestelde aflosnota. |
KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN
Kenmerk: C/05/320207 / KL RK 17-52 en C/05/320208 / KL RK 17-53
beslissing van de kamer voor het notariaat van 14 november 2017
op de klacht van
[…],
wonende te […],
klager,
tegen
1. […] ,
notaris te […],
2. […] ,
destijds kandidaat-notaris te […], inmiddels notaris te […].
Partijen worden hierna respectievelijk klager en de notaris en de kandidaat-notaris genoemd.
1. Het verloop van de procedure
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit
- de klacht, met bijlagen, van 8 mei 2017;
- het verweer van de kandidaat-notaris van 7 juni 2017;
- de e-mail van klager, met bijlagen, van 30 augustus 2017;
- de e-mails van klager, met bijlagen, van 4 september 2017.
1.2 De klachtzaak is ter zitting van 15 september 2017 behandeld, waarbij zijn verschenen klager, vergezeld door zijn echtgenote, enerzijds en de kandidaat-notaris anderzijds. De notaris heeft aan de kandidaat-notaris volmacht verleend om hem te vertegenwoordigen tijdens de zitting.
2. De feiten
2.1 Op 31 januari 2009 is de heer […], vader van klager, overleden. De moeder van klager, mevrouw […], is eerder overleden. Uit hun huwelijk zijn drie kinderen geboren.
2.2 De erfgenamen zijn de drie kinderen. Tot de nalatenschap van erflater behoorde de ouderlijke woning te […]. Op deze woning rustten vijf hypotheekrechten: vier van de Rabobank en één van de Belastingdienst.
2.3 In december 2016 is de woning verkocht. De notaris heeft bij brief van 3 januari 2017 aan klager de ontvangst bevestigd van de koopovereenkomst tussen de erfgenamen en de kopers, waarin een opdrachtverlening voor de levering van de woning aan het notariskantoor […] was opgenomen. Tevens is bevestigd dat de levering zou plaatsvinden op vrijdag
27 januari 2017 om 11.30 uur.
2.4 De kandidaat-notaris heeft op maandag 23 januari 2017 de conceptakte van levering en de conceptnota van afrekening aan klager gezonden.
2.5 Klager heeft op donderdag 26 januari 2017 de kandidaat-notaris verzocht om toezending van de aflosnota’s. Op dezelfde dag, aan het eind van de middag heeft de kandidaat-notaris een aangepaste conceptakte van levering en een nieuwe nota van afrekening met onderliggende bescheiden aan klager gezonden. Bij gebreke van een aflosnota van de Belastingdienst, heeft de kandidaat-notaris klager een door een medewerker van het notariskantoor opgestelde memo toegezonden, waarin is opgenomen dat bij betaling van een bedrag van € 26.940,00 de schuld aan de Belastingdienst vervallen zal zijn. Hieraan is toegevoegd dat de erfgenamen van deze aflossing geen bevestiging zouden krijgen en dat na betaling de hypotheek door het notariskantoor bij het Kadaster kon worden doorgehaald.
2.6 Klager heeft de kandidaat-notaris op vrijdag 27 januari 2017 ’s nachts om 00.04 uur een e-mail gezonden, waarin hij heeft aangegeven niet akkoord te zijn met de aangepaste nota van afrekening. Aangezien hij geen overeenstemming had met de makelaars […] en […] over de courtage-nota’s, heeft klager de kandidaat-notaris verzocht om deze bedragen uit de nota van afrekening te verwijderen. Klager heeft er verder op gewezen dat volgens hem de Rabobank ten onrechte een boeterente had gehanteerd en dat het hem bevreemdt dat de Belastingdienst niet bereid is om een bevestiging van de aflossing te sturen.
2.7 Klager heeft op vrijdagochtend 27 januari 2017, voorafgaand aan de passeerafspraak, de Rabobank benaderd over de berekende boeterente, waarna de Rabobank een gewijzigde aflosnota zonder boeterente naar de kandidaat-notaris heeft gezonden. De kandidaat-notaris heeft vervolgens vlak voor het passeren de nota van afrekening hieraan aangepast.
2.8 Vervolgens heeft de kandidaat-notaris op 27 januari 2017 als waarnemer van het vacante protocol van oud-notaris mr. […] de akte van levering van de woning te […] gepasseerd. Tijdens het passeren heeft de kandidaat-notaris de nota van afrekening in die zin aangepast dat zij de courtage-nota’s van de twee makelaars met pen heeft doorgestreept.
2.9 Bij brief van 29 januari 2017 heeft klager aan de kandidaat-notaris bericht dat hij ontevreden is over haar dienstverlening en dat hij om die reden niet bereid is haar honorarium te voldoen. Hij heeft de kandidaat-notaris verzocht om het bedrag van het honorarium naar hem over te maken. Verder heeft klager met de brief een opsomming van zijn klachten meegezonden.
In zijn e-mail van 31 januari 2017 heeft klager hieraan nog een aantal vragen aan de kandidaat-notaris toegevoegd.
2.10 De kandidaat-notaris heeft bij brief van 6 februari 2017 gereageerd op de door klager geuite klachten en vragen. In zijn e-mail van 14 februari 2017 heeft klager voorgesteld de helft van het honorarium van de kandidaat-notaris te voldoen. In haar brief van 17 februari 2017 heeft de kandidaat-notaris aan klager bericht dat het notariskantoor bereid is om
€ 100,00 in mindering te brengen op het in rekening gebrachte honorarium. Klager heeft in zijn e-mail van 7 maart 2017 dit verzoek afgewezen en nogmaals uitdrukkelijk verzocht om het saldo van het honorarium naar zijn rekening over te maken.
2.11 Klager heeft in zijn e-mail van 14 augustus 2017 de kandidaat-notaris erop gewezen dat twee hypotheken nog steeds niet geroyeerd waren, waarna dit alsnog is gebeurd.
3. De klacht en het verweer
3.1 Klager heeft zijn klacht niet alleen gericht tegen de kandidaat-notaris, maar ook tegen de notaris. Klager heeft hiervoor als reden opgegeven dat hij op 3 januari 2017 een brief van de notaris heeft ontvangen, maar dat hij niet weet in hoeverre de notaris bij deze zaak betrokken is geweest.
3.2 De klacht valt uiteen in de volgende 17 onderdelen:
Klachtonderdeel 1: geen opdracht
De kandidaat-notaris heeft werkzaamheden voor klager uitgevoerd zonder dat klager haar daartoe opdracht had verleend.
Klachtonderdeel 2: geen prijsopgave
Er is ten onrechte van tevoren geen prijsopgave aan klager gedaan.
Klachtonderdeel 3: bepaalde kosten in rekening gebracht
Kosten voor standaardhandelingen, zoals het raadplegen van het bevolkingsregister, zijn ten onrechte separaat in rekening gebracht.
Klachtonderdeel 4: geen onderliggende nota’s
De kandidaat-notaris heeft bij toezending van de conceptakte van levering op 23 januari 2017 geen onderliggende nota’s meegezonden. Klager heeft op 26 januari 2017, een dag voor de levering van de woning, de kandidaat-notaris moeten vragen om alsnog de onderliggende nota’s aan hem te doen toekomen. Ondanks dat klager daar diverse malen om heeft verzocht, heeft de kandidaat-notaris evenmin een factuur van de door haar gemaakte kosten – een factuur met een nummer en een bedrag – aan klager gezonden.
Klachtonderdeel 5: fout van de bank niet opgemerkt
In de aflosnota van de Rabobank was ten onrechte boeterente in rekening gebracht. De kandidaat-notaris had dit moeten opmerken en klager hierop moeten wijzen.
Klachtonderdeel 6: geen aflosnota Belastingdienst
De op 26 januari 2017 alsnog aan klager toegezonden onderliggende stukken bevatten geen aflosnota van de Belastingdienst, maar in plaats daarvan een interne notitie van een medewerker van het notariskantoor. De kandidaat-notaris had bij de Belastingdienst moeten aandringen op toezending van een aflosnota en het er niet bij moeten laten zitten, toen de Belastingdienst begin januari 2017 niet bereid bleek om een schriftelijke opgave van de aflossing te sturen.
Klachtonderdeel 7: niet alle aflosnota’s meegezonden
In reactie op het verzoek van klager van 26 januari 2017 om de onderliggende aflosnota’s heeft de kandidaat-notaris slechts twee van de vijf aflosnota’s aan klager gezonden.
Klachtonderdeel 8: geen correcte nota van afrekening
Na afloop van de levering heeft de kandidaat-notaris niet een correcte nota van afrekening aan klager nagezonden. De laatste versie van de afrekening is de nota van afrekening die klager tijdens de levering op 27 januari 2017 heeft meegekregen. Hierop zijn de courtage-nota’s met pen doorgestreept. Door na het transport geen gecorrigeerde nota van afrekening op te stellen, zijn onduidelijkheden ontstaan die erin hebben geresulteerd dat door het notariskantoor verkeerde bedragen naar klager zijn overgemaakt.
Klachtonderdeel 9: passeerafspraak vertraagd
De passeerafspraak is een half uur te laat begonnen zonder opgave van reden.
Klachtonderdeel 10: niet gereageerd op e-mail van klager
Tijdens het passeren van de leveringsakte heeft de kandidaat-notaris ten onrechte niet gereageerd op de e-mail met bezwaren die klager de nacht voorafgaand aan het transport om 00.04 uur aan de kandidaat-notaris had gezonden.
Klachtonderdeel 11: nota van afrekening in bijzijn van kopers besproken
De nota van afrekening had tijdens de passeerafspraak niet in bijzijn van de kopers besproken mogen worden. Klager voelde zich hierdoor niet vrij om kanttekeningen te plaatsen bij dit document. Bovendien was de schuld bij de Belastingdienst privacygevoelige informatie die niet voor de kopers bestemd was.
Klachtonderdeel 12: verschil bedrag OZB op nota van afrekening en op aanslag
Het bedrag van de onroerende zaakbelasting (OZB) op de nota van afrekening kwam niet overeen met het bedrag dat in rekening is gebracht in de later ontvangen aanslag.
Klachtonderdeel 13: passeren zonder volmacht tot royement
Nu de Belastingdienst geen schriftelijke opgave van de aflossing wilde doen, beschikte de kandidaat-notaris tijdens de levering waarschijnlijk evenmin over een volmacht tot royement. In dat geval had het transport niet mogen plaatsvinden.
Klachtonderdeel 14: hypotheken te laat geroyeerd
Ten tijde van de indiening van de klacht waren twee hypotheken nog bij het Kadaster geregistreerd. Dit betekent dat in strijd met het Reglement Royementen niet alle hypotheken binnen drie maanden na het transport zijn geroyeerd.
Klachtonderdeel 15: geen afdoende reactie op klachten van klager
De reactie van de kandidaat-notaris op de door klager geuite klachten in zijn brief van 29 januari 2017 en zijn e-mail van 31 januari 2017 was onvolledig, ontwijkend en op details incorrect.
Klachtonderdeel 16: inhouden honorarium van de derdenrekening
De kandidaat-notaris heeft haar honorarium ingehouden van de derdenrekening ondanks het feit dat klager in zijn brief van 29 januari 2017 bezwaar had gemaakt tegen de hoogte van dit honorarium. Ondanks herhaalde verzoeken heeft de kandidaat-notaris geweigerd het bedrag naar hem over te boeken.
Klachtonderdeel 17: Algemene voorwaarden strijdig met Wet op het notarisambt
De artikelen 2 en 4 onder i (bedoeld zal zijn: 5 onder i ) van de door het notariskantoor gehanteerde algemene voorwaarden zijn strijdig met het geldende recht. In artikel 2 is vermeld dat sprake is van een opdrachtverstrekking wanneer de keuze voor het notariskantoor als notaris in een gesloten (koop) contract is gedaan. In artikel 5 onder i is bepaald dat indien gelden onder het notariskantoor rusten, het notariskantoor deze gelden kan verrekenen met declaraties en/of voorgeschoten kosten.
3.3 Op het verweer van de kandidaat-notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.
4. De beoordeling
4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris en de kandidaat-notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.
De klacht tegen de notaris
4.2 Tijdens de zitting heeft de kandidaat-notaris desgevraagd verklaard dat het dossier alleen door haar is behandeld. De notaris heeft slechts op verzoek van de kandidaat-notaris enkele keren met haar meegedacht. De brief van 3 januari 2017 is weliswaar door de notaris ondertekend, maar het betreft een standaardbrief die niet door hem is opgesteld.
4.3 Gelet op hetgeen de kandidaat-notaris tijdens de zitting heeft verklaard over de betrokkenheid van de notaris, hetgeen door klager verder niet meer is weersproken, is de kamer van oordeel dat de verwijten die ten grondslag liggen aan de klacht niet het handelen van de notaris betreffen.
De klacht tegen de notaris zal dan ook ongegrond worden verklaard.
De klacht tegen de kandidaat-notaris
Klachtonderdelen 1 en 2: geen opdracht en geen prijsopgave
4.4 Zoals de kandidaat-notaris in haar verweer naar voren heeft gebracht, is het in het notariaat gebruikelijk dat de notariskeuze in een koopovereenkomst als een opdracht van koper en verkoper aan het ingeschakelde notariskantoor wordt beschouwd. De kamer acht het daarom niet klachtwaardig dat de kandidaat-notaris niet separaat om een opdrachtbevestiging van klager als verkoper heeft verzocht.
Na ontvangst van de koopovereenkomst is door het notariskantoor op 3 januari 2017 een brief aan klager gezonden, waarin onder meer is meegedeeld dat bepaalde (in de brief omschreven) werkzaamheden moeten worden verricht die bij klager als verkoper in rekening zullen worden gebracht op basis van een gebruikelijk notarieel uurtarief.
In reactie op deze brief had klager om een prijsopgave kunnen verzoeken en eventueel voor een andere notaris kunnen kiezen voor zover het werkzaamheden betrof die namens de verkoper moesten worden uitgevoerd. Nu klager dit achterwege heeft gelaten, mocht de kandidaat-notaris er te meer van uitgaan dat zij tot uitvoering van de opdracht mocht overgaan.
De klachtonderdelen 1 en 2 zullen ongegrond worden verklaard.
Klachtonderdeel 3: bepaalde kosten in rekening gebracht
4.5 Zoals de kandidaat-notaris in haar verweer naar voren heeft gebracht, is het gebruikelijk dat kosten voor het raadplegen van registers separaat bij de cliënt in rekening worden gebracht. Naar het oordeel van de kamer is deze handelwijze niet klachtwaardig.
Klachtonderdeel 3 zal ongegrond worden verklaard.
Klachtonderdeel 4: geen onderliggende nota’s
4.6 De kandidaat-notaris heeft op maandag 23 januari 2017 klager de conceptakte van levering en de conceptnota van afrekening toegezonden. De kamer is met klager van oordeel dat zij de reeds beschikbare onderliggende stukken op dat moment mee had moeten sturen, waardoor klager deze al had kunnen controleren. Klager heeft de onderliggende stukken echter pas ontvangen nadat hij daar donderdag 26 januari 2017 om had verzocht. Door deze gang van zaken kwam pas kort voor de levering aan het licht dat de Rabobank ten onrechte een boeterente had berekend en tevens dat de Belastingdienst geen aflosnota had gezonden. Dit had eenvoudig voorkomen kunnen worden door de onderliggende stukken direct, uit eigen beweging, met de conceptakte op 23 januari 2017 mee te sturen.
Klachtonderdeel 4 zal gegrond worden verklaard voor zover het betrekking heeft op toezending van onderliggende stukken.
4.7 Voor zover het klachtonderdeel betrekking heeft op het ontbreken van een aparte factuur van de kandidaat-notaris, met een nummer en een bedrag, berust dit verwijt op een misverstand.
In een nota van afrekening staan de bedragen vermeld die de cliënt met betrekking tot de aan- of verkoop van een woning ontvangt of betaalt, waarvan de notariskosten onderdeel uitmaken. De nota van afrekening dient namelijk in het notariaat tevens als factuur. Er wordt derhalve geen afzonderlijke factuur van de notariskosten opgesteld.
Klachtonderdeel 4 zal ongegrond worden verklaard voor zover het betrekking heeft op het ontbreken van een factuur.
Klachtonderdeel 5: fout van de bank niet opgemerkt
4.8 Naar het oordeel van de kamer lag het op de weg van klager om de onderliggende stukken op onregelmatigheden te controleren. Zij acht het om die reden niet klachtwaardig dat de kandidaat-notaris de fout inzake de berekende boeterente niet zelf heeft opgemerkt.
Klachtonderdeel 5 zal ongegrond worden verklaard.
Klachtonderdeel 6: geen aflosnota Belastingdienst
4.9 De kandidaat-notaris heeft in haar verweer aangevoerd dat de Belastingdienst niet bereid was om een aflosnota op te stellen met betrekking tot de hypothecaire geldlening van klager. Om toch het transport doorgang te kunnen laten vinden, heeft de kandidaat-notaris een interne notitie laten opstellen, waarin is verwoord hetgeen telefonisch door de Belastingdienst is opgegeven. Tijdens de zitting heeft de kandidaat-notaris hieraan toegevoegd dat de Belastingdienst nog een keer is gebeld om de eerder telefonisch verstrekte gegevens te verifiëren.
4.10 De kamer is van oordeel dat de door de kandidaat-notaris getroffen (voorzorgs-) maatregelen onvoldoende waren om tot de levering van de woning te mogen overgaan. De twee mondelinge toezeggingen van de Belastingdienst volstaan in dit verband niet. Door te passeren zonder in het bezit te zijn van een aflosnota van de Belastingdienst heeft de kandidaat-notaris het risico genomen dat de woning toch niet (geheel) vrij van hypotheekrechten geleverd zou worden. De kandidaat-notaris heeft klachtwaardig gehandeld door dit risico te nemen. Zij had moeten afzien van transport zolang zij niet beschikte over een door de Belastingdienst opgestelde aflosnota.
Klachtonderdeel 6 zal gegrond worden verklaard.
Klachtonderdeel 7: niet alle aflosnota’s meegezonden
4.11 Gezien het feit dat de Rabobank niet van elk hypotheekrecht een aparte aflosnota heeft opgesteld, maar één overzicht heeft gemaakt met daarop alle op dat moment nog openstaande vorderingen, mist dit verwijt feitelijke grondslag.
Klachtonderdeel 7 zal ongegrond worden verklaard.
Klachtonderdeel 8: geen correcte nota van afrekening
4.12 De kamer is met klager van oordeel dat de kandidaat-notaris na het transport een herstelde nota van afrekening naar klager had moeten sturen, nadat duidelijk was geworden welke bedragen daarin uiteindelijk moesten worden opgenomen. De kamer acht het klachtwaardig dat de kandidaat-notaris dit heeft nagelaten.
Klachtonderdeel 8 zal gegrond worden verklaard.
Klachtonderdeel 9: passeerafspraak vertraagd
4.13 Hoewel het uiteraard de voorkeur had verdiend als de akte was gepasseerd op het afgesproken tijdstip, is een half uur vertraging niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.
Klachtonderdeel 9 zal ongegrond worden verklaard.
Klachtonderdeel 10: niet gereageerd op e-mail van klager
4.14 Gelet op het tijdstip waarop klager de e-mail aan de kandidaat-notaris heeft gezonden - namelijk om 00.04 uur in de nacht voorafgaand aan de levering - kan de kandidaat-notaris niet tuchtrechtelijk worden verweten dat zij daar niet meer op heeft gereageerd. Indien klager zeker had willen weten dat de kandidaat-notaris voorafgaand aan het transport kennis zou nemen van zijn e-mail, had het op zijn weg gelegen om haar vrijdagochtend telefonisch daarop te attenderen.
Klachtonderdeel 10 zal ongegrond worden verklaard.
Klachtonderdeel 11: nota van afrekening in bijzijn van kopers besproken
4.15 Hoewel de kandidaat-notaris er beter aan had gedaan om de nota van afrekening buiten aanwezigheid van de kopers met klager te bespreken, is het naar het oordeel van de kamer niet klachtwaardig dat zij dit niet heeft gedaan.
Klachtonderdeel 11 zal ongegrond worden verklaard.
Klachtonderdeel 12: verschil bedrag OZB op nota van afrekening en op aanslag
4.16 Aangezien de definitieve OZB-aanslag elk jaar niet eerder dan in februari of maart wordt opgelegd en het transport in januari plaatsvond, kon niet voorkomen worden dat het bij het transport verrekende bedrag niet precies overeenkwam met de latere definitieve aanslag. De kandidaat-notaris valt in dezen geen verwijt te maken.
Klachtonderdeel 12 zal ongegrond worden verklaard.
Klachtonderdeel 13: passeren zonder volmacht tot royement
4.17 Zoals uit het verweer van de kandidaat-notaris blijkt, heeft de Belastingdienst geen royementsvolmacht willen tekenen.
Ingevolge artikel 1 van het Reglement royementen moet de notaris die bij het passeren van een akte moet zorgen voor de doorhaling van een hypotheekrecht bij het Kadaster, vóór het passeren van die akte beschikken over een schriftelijke en onherroepelijke volmacht tot royement.
Gelet op deze in het Reglement neergelegde verplichting, had de kandidaat-notaris niet tot passeren van de leveringsakte mogen overgaan zonder dat zij in het bezit was van een onherroepelijke volmacht van de Belastingdienst.
Klachtonderdeel 13 zal gegrond worden verklaard.
Klachtonderdeel 14: hypotheken te laat geroyeerd
4.18 Ingevolge artikel 2 van het Reglement Royementen dient royement plaats te vinden binnen drie maanden na het passeren van de akte waarvoor het royement was vereist.
De leveringsakte is gepasseerd op 27 januari 2017. Klager heeft zijn klacht ingediend op
8 mei 2017. Zoals de kandidaat-notaris heeft erkend, waren twee hypotheekakten op dat moment nog niet doorgehaald. Uiteindelijk zijn deze twee hypotheekakten pas geroyeerd nadat klager de kandidaat-notaris bij e-mail van 14 augustus 2017 daaraan had herinnerd.
Dit betekent dat de hypotheekakten ruim zes maanden na het passeren van de leveringsakte zijn geroyeerd, hetgeen strijdig is met artikel 2 van het Reglement Royementen.
Klachtonderdeel 14 zal gegrond worden verklaard.
Klachtonderdeel 15: geen afdoende reactie op klachten van klager
4.19 Klager heeft in zijn brief aan de kandidaat-notaris van 29 januari 2017, aangevuld bij e-mail van 31 januari 2017, een aantal bezwaren geuit tegen de gang van zaken rondom het transport. De kandidaat-notaris heeft hierop in haar brief van 6 februari 2017 gereageerd.
Naar het oordeel van de kamer heeft de kandidaat-notaris binnen een alleszins redelijke termijn geantwoord en is zij bovendien in haar brief uitgebreid en serieus ingegaan op de door klager naar voren gebrachte klachten.
Klachtonderdeel 15 zal ongegrond worden verklaard.
Klachtonderdeel 16: inhouden honorarium van de derdenrekening
4.20 De kamer stelt vast dat klager in zijn brief van 29 januari 2017 heeft aangegeven dat hij niet bereid is om het in de afrekening vermelde honorarium te voldoen, omdat hij ontevreden is over de dienstverlening door de kandidaat-notaris. Hij heeft verzocht om het volledige bedrag van het honorarium naar zijn bankrekening over te maken. Dit verzoek heeft hij herhaald in zijn e-mail van 7 maart 2017.
4.21 Onder de hierboven genoemde omstandigheden, waarbij klager expliciet heeft verzocht om het bedrag van het honorarium op zijn bankrekening te storten omdat hij er niet mee akkoord ging, stond het de kandidaat-notaris niet vrij om dit bedrag in te houden van de derdenrekening.
Klachtonderdeel 16 zal gegrond worden verklaard.
Klachtonderdeel 17: Algemene voorwaarden strijdig met Wet op het notarisambt
4.22 De vraag of de door het notariskantoor gehanteerde algemene voorwaarden strijdig zijn met de Wet op het notarisambt is van civielrechtelijke aard en mitsdien niet aan de tuchtrechter ter beoordeling.
Klachtonderdeel 17 zal niet-ontvankelijk worden verklaard.
Conclusie
4.23 De klachtonderdelen 4, 6, 8, 13, 14 en 16 tegen de kandidaat-notaris zijn (deels) gegrond. De kamer ziet aanleiding om een maatregel op te leggen.
Zij rekent de kandidaat-notaris met name zwaar aan dat zij de leveringsakte heeft gepasseerd zonder in het bezit te zijn van een aflosnota van de Belastingdienst. Door op basis van twee mondelinge toezeggingen over te gaan tot passeren, heeft de kandidaat-notaris het risico genomen dat de hypothecaire schuld niet (volledig) zou zijn vervallen na de overdracht van de woning aan de kopers. Evenmin was zeker dat de kandidaat-notaris volmacht tot royement zou krijgen. De kamer is van oordeel dat de kandidaat-notaris hiermee een onverantwoord risico heeft genomen, dat bovendien grote gevolgen had kunnen hebben. Zij acht met name om deze redenen de maatregel van berisping passend en geboden.
5. De beslissing
De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden
- verklaart de klacht tegen de notaris ongegrond;
- verklaart de klacht tegen de kandidaat-notaris voorzover deze de klachtonderdelen 4, 6, 8, 13, 14 en 16 betreft (deels) gegrond;
- legt de kandidaat-notaris de maatregel van berisping op;
- verklaart de klacht tegen de kandidaat-notaris voor zover deze klachtonderdeel 17 betreft niet-ontvankelijk;
- verklaart de klacht tegen de kandidaat-notaris voor het overige ongegrond.