ECLI:NL:TNORAMS:2017:3 Kamer voor het notariaat Amsterdam 613583/NT 16-56

ECLI: ECLI:NL:TNORAMS:2017:3
Datum uitspraak: 12-01-2017
Datum publicatie: 27-02-2017
Zaaknummer(s): 613583/NT 16-56
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond met schorsing als notaris
Inhoudsindicatie: De kamer acht het onbegrijpelijk en ontoelaatbaar dat de notaris tot de onderhavige dienstverlening en het verlijden van de onderhavige akte is overgegaan. Een notaris behoort zich bewust te zijn van zijn bijzondere positie in het rechtsverkeer, die onder meer meebrengt dat hij in de vorm van authentieke akten documenten in het leven kan roepen die zonder rechterlijke toetsing ten uitvoer kunnen worden gelegd, ook jegens derden zoals cessionarissen. Dat is een zware verantwoordelijkheid, want hiermee kunnen mensen onder druk worden gezet terwijl een notaris zich er ook bewust van moet zijn dat sommigen hem zullen willen misbruiken voor een opzetje. De enkele overhandiging van een document als het onderhavige met het verzoek om notariële dienstverlening ertoe behoort te leiden, dat een notaris onmiddellijk en in feite zelfs zonder nadere vragen te hoeven stellen een dergelijke cliënt de deur wijst en zijn diensten weigert, terwijl het voorts tenminste de vraag is of de notaris dan niet onverwijld een melding van een ongebruikelijke transactie bij de FIU dient te verrichten. Schorsing in de uitoefening van het ambt voor de duur van een maand.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT TE AMSTERDAM

Beslissing van 12 januari 2017 inzake de klacht met nummer 613583 / NT RK 16/56 van:

CREDITLINE B.V.,

gevestigd te ‘s-Gravenhage,

klaagster,

procederende bij : [naam](directeur/eigenaar),

tegen:

[naam] ,

notaris te [plaats],

de notaris ,

advocaat: mr. A.G. Moeijes.

1. Ontstaan en loop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- klaagschrift met bijlagen ingekomen op 11 augustus 2016 .

Vervolgens zijn ingediend:

- verweerschrift ingekomen op 31 augustus 2016 ;

-  akte van klaagster, met bijlagen ingekomen op 21 oktober 2016.

Bij de mondelinge behandeling van de klacht op 1 december 2016 is [naam], namens klaagster, verschenen. Voorts was de notaris samen met mr. Moeijes ter zitting aanwezig. Partijen hebben het woord gevoerd, de advocaat van de notaris aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen. Vervolgens is uitspraak bepaald op 12 januari 2017.

2. De feiten

De Kamer gaat uit van de volgende voor de beoordeling van de klacht van belang zijnde feiten en omstandigheden:

2.1.      Op enig moment is door de heer [X] aan de notaris een onderhands stuk overhandigd met de volgende inhoud:

SCHULD BEKENTENIS

De ondergetekenden:

1. [naam], paspoort nr [ ] geboorte datum [ ] woonachtig [plaats], hierna te noemen schuldenaar.

2. Erimar Holding Hekelingen BV, wettelijk vertegenwoordigd door de heer [X] en gevestigd [plaats] hierna te noemen schuldeiser.

3. [X] in privé [paspoortnr] geboorte datum [ ] wonende [plaats] hierna te noemen schuldeiser

Komen als volgt overeen:

Schuldenaar geeft aan de schuld van totaal 2.022.100,00 zegge twee miljoen twee en twintig duizend en honderd en tien euro zie laatste aanmaning per mail van 02-02-2015 te bevestigen en onbetwist te erkennen.

Daar schuldenaar binnen twee weken gelden na heden 03-02-2015 verwacht hebben we ([schuldeiser en schuldenaar] ) afgesproken dat een deel van de lening de helft € 1.011.550 zegge een miljoen elf duizend en vijf honderd en vijftig euro wordt betaald voor 28-02-2015

Deel twee (laatste deel) € 1.011.550 zegge een miljoen elf duizend en vijf honderd en vijftig euro wordt betaald voor 31-03-2015

1.            Inzake de schuld is schuldenaar, [naam], zowel zakelijk als in Privé voor het geheel aansprakelijk.

2.            Schuldenaar zal alles in het werk stellen om de schuld te betalen. En de schuld op rekening van Erimar Holding Hekelingen BV,[rekeningnummer] voldoen.

3.            Voorgaande overeenkomsten worden bij deze nietig verklaard en schuldeiser heeft het recht om deze schuld te verpanden, belenen of borg te stellen. Bij het niet nakomen van deze laatste overeenkomst onverminderd haar overige rechten onder deze overeenkomst, heeft schuldeiser het recht, zonder nadere ingebrekestelling, terstond of tegen een door schuldeiser te bepalen tijdstip de schuld vervroegd op te eisen en betaling te verlangen van de door schuldenaar al dan niet opeisbaar aan schuldeiser verschuldigde hoofdsom, rente, boetebedrag en alle andere bedragen die schuldenaar uit hoofd van of verband houdende met deze verschuldigd zijn of zullen worden.

4.            Alle geschillen die mochten ontstaan in verband met of naar aanleiding van deze overeenkomst zullen worden berecht door de rechter.( Nederlands Recht)

5.            Alle kosten samenhangende met deze overeenkomst en voortkomende uit deze overeenkomst zullen worden voldaan door de schuldenaar .

6.            Deze overeenkomst wordt in drievoud getekend te

Hekelingen, 03-02-2015

(…)

Bevestiging ontvangst van gelden

Hierbij verklaar ik:

[naam schuldenaar], [ ]

De gelden van:

Erimar Holding Hekelingen BV , wettelijk vertegenwoordigd door [X]

En

[X] in privé [ ]

De gelden ad € 2.022.110,00 zegge twee miljoen twee en twintig duizend en honderd en tien euro te contant te hebben ontvangen .

(…)

2.2.      De notaris heeft op verzoek van voornoemde [schuldeiser] het zojuist bedoelde stuk vervat in een notariële akte houdende schuldbekentenis die op 30 oktober 2015 is verleden in aanwezigheid van voornoemde [schuldenaar en schuldeiser]. De notaris heeft voorafgaand het verlijden van de akte [schuldenaar en schuldeiser] niet verzocht om bewijsstukken met betrekking tot de betaling van € 2.022.100,00 in contanten.

2.3.      Op 18 november 2015 heeft de notaris een eerste grosse van zijn hierboven onder 2.2. bedoelde akte uitgegeven aan [X].

2.4.      Klaagster heeft op 24 november 2015 de tegenprestatie voor de cessie, een bedrag van € 15.000,00, aan Erimar Holding Hekelingen B.V. overgemaakt.

2.5.      Bij e-mail van 3 augustus 2016 heeft klaagster de notaris aansprakelijk gesteld.

2.6.      Klaagster heeft een verslag van een op 24 september 2016  ten kantore van Caminda & Van Leeuwen gerechtsdeurwaarders te Alphen aan den Rijn gehouden interview met [schuldenaar] overgelegd waarin onder meer het navolgende is opgenomen:

(…)

2) Kunt u vertellen of u de 2 miljoen in contanten hebt ontvangen op datum 03-02-2015, conform   de bevestiging ontvangst van gelden?

Ik heb de 2 miljoen in contanten, ondanks de opgestelde schuldbekentenis d.d. 3 februari 2015, nimmer mogen ontvangen. Deze schuldbekentenis d.d. 3 februari 2015 heb ik pas ondertekend op het kantoor van notaris [ ] op 30 oktober 2015.

3) Kunt u vertellen wie de getuigen [ ] zijn en of deze ook aanwezig waren bij de transactie van 2 miljoen aan contanten?

Ten tijde van de ondertekening d.d. 30 oktober 2015, was alleen de heer [schuldeiser], notaris [ ] en mij in persoon aanwezig. Er waren pertinent geen andere getuigen aanwezig en ken ik ook niet.

4) Wat was de opzet van deze transactie van 2 miljoen in contanten en wie heeft het bedacht?

De heer [schuldeiser] had gelden geleend bij diverse partijen welke hij niet kon afbetalen. Naar aanleiding hiervan heeft de heer [schuldeiser] de eerder genoemde constructie bedacht en aan mij voorgelegd. Ik heb hem hiermee geholpen door de schuldbekentenis en de notariële akte bij de eerder genoemde notaris op zijn kantoor te ondertekenen. (…)

6) Heeft de notaris volgens u een gedegen onderzoek gedaan over de herkomst van de 2 miljoen aan contanten? Zijn er bijvoorbeeld voor het tekenen van de akte vragen gesteld aan u of bij de ondertekening, waaruit dit zou blijken om u te beschermen?

(…) Ik kan mij niet herinneren dat hij andere vragen heeft gesteld dan of het verhaal op papier klopt. Een gedegen onderzoek blijkt nergens uit.

7) Hebt u tegen de notaris gezegd dat u al in contact was met Creditline bij het tekenen van de akte van geldlening en dat Creditline volledig op de hoogte was van de situatie?

Ik heb nimmer gezegd dat ik al in contact was met de firma Creditline uit Den Haag en dat deze firma wenste dat er een notariële akte omtrent de schuldbekentenis werd opgesteld. Dit is ook niet mogelijk aangezien Creditline op dat moment nog niet in beeld was. Ik kende de firma Creditline op dat moment totaal niet. (…)

3. De klacht

De klacht van klaagster omvat samengevat:

I.          het handelen in strijd met notariële zorgplicht doordat de notaris heeft nagelaten om gedegen onderzoek te doen naar de herkomst van gelden ter grootte van € 2.022.110,00;

II.        het meewerken aan het legaliseren door middel van een akte van een frauduleuze schuldbekentenis.

4. Het verweer

De notaris stelt zich – voor zover van belang –  op de volgende standpunten:

I.          [Schuldeiser] heeft hem in het kader van cessie verzocht de schuldbekentenis in de onderhandse akte in een notariële akte te vervatten. Volgens [schuldeiser] verlangde de potentiële cessionaris een notariële schuldbetekenis om zo nodig gemakkelijker tot executie te kunnen gaan bij betalingsverzuim van [schuldenaar];

II.        gelet op de precaire financiële situatie van [schuldeiser] en de hoogte van het bedrag dat in contanten is betaald heeft de notaris bij [schuldeiser] geïnformeerd of de vordering daadwerkelijk bestond. Desgevraagd heeft [schuldeiser] medegedeeld dat er getuigen waren die het bestaan van de vordering zouden kunnen bevestigen. Met het oog op eerdere transacties en ervaringen met [schuldeiser] heeft de notaris zonder het opvragen van bewijsstukken ten overstaan van [schuldeiser] en [schuldenaar] de akte gepasseerd. Desgevraagd heeft [schuldenaar] het bestaan van de vordering bevestigd;

III.       klaagster heeft voorafgaand aan de cessie contact gehad met [schuldenaar] en derhalve op de hoogte van de situatie was.

5. De beoordeling

5.1       Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. De Kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

Klachtonderdelen I en II

5.2.      Gelet op de samenhang lenen klachtonderdelen I en II zich voor een gezamenlijke behandeling.

5.3.      Op grond van artikel 17 Wna oefent de notaris zijn ambt in onafhankelijkheid uit en behartigt hij de belangen van alle bij de rechtshandeling betrokken partijen op onpartijdige wijze en met de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Daarnaast is de notaris ingevolge artikel 21, tweede lid, Wna verplicht zijn dienst te weigeren wanneer naar zijn redelijke overtuiging of vermoeden de werkzaamheid die van hem verlangd wordt leidt tot strijd met het recht of de openbare orde, wanneer zijn medewerking wordt verlangd bij handelingen die kennelijk een ongeoorloofd doel of gevolg hebben of wanneer hij andere gegronde redenen voor weigering heeft.

5.4.      Ter terechtzitting heeft de notaris naar voren gebracht dat hij de schuldbekentenis reeds op 4 februari 2015 per e-mail toegestuurd heeft gekregen van [schuldeiser]. Pas op 30 oktober 2015 heeft hij op verzoek van [schuldeiser] ten overstaan van [schuldenaar] en [schuldeiser] voornoemde schuldbekentenis vervat in een akte.

5.5.      Klaagster heeft – onder verwijzing naar de getuigenverklaring van [schuldenaar] – gesteld dat de notaris heeft meegewerkt aan het legaliseren van een frauduleuze schuldbekentenis door het verlijden van een akte. De notaris had in het kader van de notariële zorgplicht gedegen onderzoek moeten doen naar de herkomst van gelden. Dit geldt temeer nu de kwitantie ten kantore van de notaris is getekend op 30 oktober 2015 en de notaris voor het overige slechts heeft geïnformeerd bij de betrokken partijen of het verhaal op papier klopt. De notaris heeft in dit verband gesteld dat hij eerdere transacties met [schuldeiser] heeft gedaan en dat [schuldeiser] hem voorafgaand het verlijden van de akte heeft verteld over zijn (grote) internationale handel/transacties en daaruit voortvloeiende openstaande vorderingen. Ook heeft [schuldeiser] meegedeeld een patent verkocht te hebben. Pas nadat [schuldeiser] een controle vraag, eveneens voorafgaand het verlijden van de akte [schuldeiser], had beantwoord over het ontstaan van de vordering, is de notaris alsnog zonder nadere bewijsstukken te verlangen overgegaan tot de verzochte werkzaamheden.

5.6.      De kamer acht het onbegrijpelijk en ontoelaatbaar dat de notaris tot de onderhavige dienstverlening en het verlijden van de onderhavige akte is overgegaan. Een notaris behoort zich bewust te zijn van zijn bijzondere positie in het rechtsverkeer, die onder meer meebrengt dat hij in de vorm van authentieke akten documenten in het leven kan roepen die zonder rechterlijke toetsing ten uitvoer kunnen worden gelegd, ook jegens derden zoals cessionarissen. Dat is een zware verantwoordelijkheid, want hiermee kunnen mensen onder druk worden gezet terwijl een notaris zich er ook bewust van moet zijn dat sommigen hem zullen willen misbruiken voor een opzetje. In zoverre heeft klaagster terecht aangevoerd dat de notaris niet kon volstaan met de enkele vraag aan [schuldeiser] en [schuldenaar] of de schuldverhouding echt bestond en dat hij veel te weinig onderzoek heeft gedaan. Reeds de enkele inhoud van het hierboven onder 2.1. geciteerde stuk roept zeer vele vragen op, terwijl ook het relaas van de notaris in deze procedure meer vragen oproept dan dat het beantwoordt, zoals hoe het kan dat [schuldeiser] bij de terhandstelling van dit stuk aan de notaris te kennen gaf dat hij dringend om geld verlegen zat en de vordering tegen ontvangst van een gedeelte daarvan aan een derde wilde cederen – hetgeen overigens nog eens de mogelijkheid van misbruik of een opzetje onderstreept – maar vlak daarvoor blijkbaar nog in staat was een bedrag van meer dan 2 miljoen euro uit te lenen ,enz.

5.7.      Maar daaraan gaat ook tijdsvolgordelijk nog vooraf, hetgeen de kamer van zo mogelijk nog groter belang acht, dat de enkele overhandiging van een document als het onderhavige met het verzoek om notariële dienstverlening ertoe behoort te leiden, dat een notaris onmiddellijk en in feite zelfs zonder nadere vragen te hoeven stellen een dergelijke cliënt de deur wijst en zijn diensten weigert, terwijl het voorts tenminste de vraag is of de notaris dan niet onverwijld een melding van een ongebruikelijke transactie bij de FIU dient te verrichten. Immers, als waar is dat door een particulier (en diens minimaal gekapitaliseerde vennootschap) een zo groot bedrag in contanten is uitgeleend, aan een particulier en zonder zekerheden, of welke andere transactie dan ook in contanten van deze omvang is verricht, is de mogelijkheid zeer wel denkbaar dat het om crimineel geld gaat. Als het daarentegen niet waar is (wat tenminste even waarschijnlijk is), is niet alleen valsheid in geschifte gepleegd maar dan kan het niet anders dan dat het gaat om een vorm van witwassen en/of een opzetje om iemand te benadelen. In feite is geen geoorloofde context denkbaar waarin een dergelijk document wordt opgesteld of gebezigd, zodat ook niet valt voor te stellen dat de dienst die van de notaris gevraagd wordt een geoorloofd doel kan dienen.

5.8.      Hetgeen de notaris heeft aangevoerd over zijn bekendheid met [schuldeiser] gezien eerdere transacties heeft de kamer, zo dit gezien het voorgaande denkbaar is, op geen enkele wijze van het tegendeel overtuigd. De onderhavige klachtonderdelen zijn dus gegrond en de kamer acht, ook omdat de notaris ter zitting er geen blijk van gaf het ongeoorloofde van zijn handelen in te zien, een maatregel op haar plaats.

5.9.      Dat de notaris voorafgaand dan wel na het verlijden van de akte op de hoogte was van de (voorgenomen) frauduleuze handelingen van [schuldeiser] en/of [schuldenaar], zoals klaagster stelt, is niet komen vast te staan. In de eerste plaats is gesteld noch gebleken dat de notaris bij de transactie zelf aanwezig is geweest. Nu de notaris heeft betwist dat de kwitantie op zijn kantoor is getekend, kan hieruit evenmin worden afgeleid dat de notaris op enigerlei wijze daadwerkelijk op de hoogte was van de achterliggende motieven van [schuldeiser] en/of [schuldenaar].

Maatregel

5.10.    De kamer ziet aanleiding om aan de notaris de maatregel van schorsing in de uitoefening van zijn ambt op te leggen voor de duur van één maand, mede omdat de kamer niet gebleken is van inzicht (ook niet achteraf) bij de notaris in de laakbaarheid van zijn handelen.

BESLISSING

De Kamer voor het Notariaat:

-       verklaart klachtonderdelen I en II gegrond en schorst de notaris voor de duur van één maand in de uitoefening van het ambt als notaris voor de duur van 1 maand;

-       bepaalt dat de secretaris van de kamer, nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden, aan de notaris bij aangetekende brief de datum zal mededelen waarop de opgelegde maatregel van kracht wordt.

Deze beslissing is gegeven door mrs. O.J. van Leeuwen, voorzitter, J.J. Dijk, R.H. Meppelink, Th.W. van Grafhorst en A.J.H.M. Janssen, leden, in tegenwoordigheid van mr. D. Pieterse, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 12 januari 2017.

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam).