ECLI:NL:TNORAMS:2017:20 Kamer voor het notariaat Amsterdam 622559/NT 17-3B

ECLI: ECLI:NL:TNORAMS:2017:20
Datum uitspraak: 30-05-2017
Datum publicatie: 30-06-2017
Zaaknummer(s): 622559/NT 17-3B
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond met waarschuwing
Inhoudsindicatie: Klacht over wilsonbekwaamheid testatrice. Naar het oordeel van de kamer brengen de door klaagster aangevoerde feiten en omstandigheden niet automatisch met zich dat testatrice wilsonbekwaam zou zijn geweest tot het opmaken van haar uiterste wilsbeschikking. Echter, de wetenschap van een eerder bewindsverzoek, zijn bekendheid met de meningsverschillen binnen de familie, gecombineerd met het feit dat de instructie tot het passeren van het testament afkomstig was van de broer, die zelf tot enige legataris werd aangewezen, en de hoge leeftijd van testatrice, hadden naar het oordeel van de kamer tot extra zorgvuldigheid van de notaris moeten leiden. De kamer is van oordeel dat de notaris niet genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt dat hij ten tijde van het passeren van de akte voldoende alert is geweest op de mate van wilsbekwaamheid van de testatrice. Klacht gegrond, waarschuwing.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT AMSTERDAM

Beslissing van 30 mei 2017 in de klacht met nummer 622559/NT 17-3 B van:

[naam klaagster],

wonende te [plaats],

klaagster ,

tegen:

[naam notaris] ,

notaris te [vestigingsplaats],

de notaris .

1. Ontstaan en loop van de procedure

De kamer is uitgegaan van de volgende stukken:

- klaagschrift, ingekomen op 18 januari 2017;

- verweerschrift, ingekomen op 13 februari 2017;

- producties, overgelegd door de notaris op 7 maart 2017.

Bij de mondelinge behandeling van de klacht op 18 april 2017 zijn klaagster en de notaris verschenen. Partijen hebben het woord gevoerd. Uitspraak is bepaald op heden.

2. De feiten

De kamer gaat uit van de volgende voor de beoordeling van de klacht van belang zijnde feiten en omstandigheden:

  1. Op 17 februari 2014 heeft de moeder van klaagster, mevrouw [naam] (hierna: testatrice), geboren op 23 mei 1933, ten overstaan van de notaris haar uiterste wilsbeschikking opgegeven, onder herroeping van alle eerder gemaakte testamenten en codicillen, met uitzondering van een eventueel donorcodicil.
  2. Onder de last van hierna genoemd legaat heeft testatrice bij deze wilsbeschikking haar (drie) kinderen tot haar enige en algehele erfgenamen benoemd.
  3. Testatrice heeft haar woonhuis [straatnaam en plaats] aan haar zoon, de heer [naam zoon] (hierna: de zoon van testatrice), gelegateerd, af te geven binnen zes maanden na haar overlijden, onder de verplichting om de WOZ-waarde van de woning in haar nalatenschap te brengen.
  4. Op 20 mei 2014 is testatrice onder bewind gesteld.
  5. Op 13 mei 2016 is testatrice overleden.

3. De klacht

Klaagster meent dat de notaris niet had mogen overgaan tot het passeren van het testament, omdat testatrice wilsonbekwaam was en de notaris daarnaar geen gedegen onderzoek heeft verricht. Testatrice leed namelijk al sinds 2009 aan de ziekte van Alzheimer. Dankzij de intensieve verzorging van klaagster kon zij thuis blijven wonen. Op 13 april 2013 heeft klaagster van de notaris een uitnodiging gekregen om over de vermogenssituatie van testatrice te spreken op het notariskantoor. Klaagster heeft toen aan de notaris meegedeeld dat zij niet wilde meewerken.

Klaagster heeft op 28 november 2013 bij de rechtbank Noord-Holland het bewind voor testatrice aangevraagd en de rechtbank heeft, na de behandeling op

5 februari 2014, de uitspraak aanvankelijk aangehouden op verzoek van de broer van klaagster, omdat hij enkele belangrijke stukken nog niet op orde had.

Testatrice verbleef ten tijde van het opmaken van het testament in een verpleeghuis na een ziekenhuisopname, herstellende van een dubbele longontsteking en een delier. Zij zat bij het bezoek aan het notariskantoor op 17 februari 2014 in een rolstoel, omdat zij was gevallen.

4. Het verweer

De notaris heeft in maart/april 2013 contact gehad met de kinderen van testatrice over het eventueel verrichten van (papieren) schenkingen met het oog op het besparen van erfbelasting c.q. vanwege ‘AWBZ-problematiek’. Het is toen niet gekomen tot enige transactie, mede omdat klaagster niet wilde meewerken. De eventuele wilsonbekwaamheid van testatrice is toen niet aan de orde geweest.

De notaris had geen aanleiding om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van testatrice ten tijde van het opmaken van het testament op grond waarvan hij zijn medewerking had moeten weigeren. Bij het vaststellen van de wilsbekwaamheid heeft de notaris laten meewegen dat testatrice goed uit haar woorden kon komen, te kennen gaf te begrijpen wat zij in haar testament opnam, niet onder curatele of bewind was gesteld en nog zelfstandig woonde blijkens haar inschrijving in de gemeentelijke basis administratie. Daarbij komt dat hetgeen zij in haar testament wenste vast te leggen niet ingrijpend afweek van het wettelijk erfrecht.

Het was de uitdrukkelijke wens van testatrice om haar zoon het recht te geven om het woonhuis uit de nalatenschap over te nemen om het zo ‘in de familie’ te houden.

De notaris betreurt het dat klaagster een gesprek dat hij met haar had op 10 januari 2017 niet prettig heeft gevonden. Hij ontkent dat hij de zaken heeft willen bagatelliseren en dat hij zomaar zijn gang is gegaan. Voor zover hij die indruk heeft gewekt biedt hij aan klaagster zijn verontschuldigingen aan.

5. De beoordeling

5.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.2 Ter zitting heeft klaagster verklaard dat testatrice van januari 2014 tot eind maart 2014 in een verpleeghuis verbleef, op een gesloten afdeling, omdat zij erg in de war was door haar ziekte en een delier had gehad. Klaagster heeft haar daar elke dag gewassen en gezorgd voor warme maaltijden. Toen klaagster op 17 februari 2014 in het verpleeghuis kwam, kreeg ze van het personeel te horen dat de zoon van testatrice en zijn echtgenote testatrice hadden meegenomen; naar de notaris, zo begreep klaagster later. Klaagster meent dat de zoon van testatrice van de situatie misbruik heeft gemaakt; haar moeder deed altijd alles wat hij nodig vond. Klaagster stelt dat zij in het eerdere contact met de notaris, in 2013, heeft gezegd dat zij niet wilde meewerken aan de voorgestelde transactie, omdat zij meende dat alles moest blijven zoals het was, niet alleen omdat dat conform de wens van haar vader zou zijn, maar ook gelet op het feit dat haar moeder aan Alzheimer leed.

Klaagster meent dat het de notaris moet zijn opgevallen dat testatrice ten tijde van het passeren van het testament in een rolstoel zat, wonden en blauwe plekken in haar gezicht had en maar met moeite haar handtekening kon zetten, omdat zij ook op haar arm was gevallen.

5.3 Met haar klacht verwijt klaagster de notaris dat hij in strijd met het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid (hierna te noemen: het Stappenplan) het testament van testatrice op 17 februari 2014 heeft gepasseerd. Iedere meerderjarige aan wie op grond van de wet de bekwaamheid daartoe niet is ontzegd, heeft het recht om een uiterste wil te formuleren en te laten vastleggen bij testament. Een notaris dient in beginsel zijn ministerie te verlenen en zal dus op verlangen van een testateur moeten doen wat is vereist om de uiterste wil vast te leggen. Zoals bij elke akte heeft de notaris echter de wilsbekwaamheid van de betrokkene ten aanzien van de beoogde rechtshandeling te beoordelen. Volgens vaste jurisprudentie van de notariskamer van het Gerechtshof Amsterdam komt het daarbij in eerste instantie aan op de eigen waarneming van de notaris, aan wie daarvoor een redelijke beoordelingsvrijheid toekomt. Bij gerede twijfel aan de wilsbekwaamheid is in het algemeen verder onderzoek aangewezen, zoals ook volgt uit het Stappenplan. De kamer dient in deze procedure dan ook te beoordelen of de notaris ten tijde van het passeren van het testament voldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij het vaststellen van de wilsbekwaamheid van de testatrice.

5.4 Ter zitting heeft de notaris verklaard dat hij niet op de hoogte was van de door klaagster geschetste voorgeschiedenis. Van het lopende verzoek tot onderbewindstelling wist de notaris niet, wel dat eerder, in 2013, al om bewind was verzocht. Hij had van de zoon van testatrice echter begrepen dat dat verzoek was afgewezen. De zoon van testatrice heeft ook het eerste contact gelegd met de notaris tot het passeren van het testament en aangegeven dat het de bedoeling was om het woonhuis aan hem te legateren. Dat testatrice zelfstandig woonde heeft de notaris vastgesteld aan de hand van onderzoek van de gemeentelijke basis administratie. Met een verblijf in een verpleeghuis, al dan niet tijdelijk, was de notaris niet bekend.

Vanwege de lichamelijke toestand van testatrice is besloten alles in één keer, dus zonder voorgesprek, te laten plaatsvinden. De notaris kan zich niet herinneren dat testatrice ten tijde van het bezoek aan hem in een rolstoel zat, of dat zij gewond was. Naar zijn zeggen is de notaris uiterst voorzichtig te werk gegaan, wetende dat niet iedereen in de familie op één lijn zat. Eerst heeft de notaris met testatrice en haar zoon samen gesproken en vervolgens één op één met testatrice. Daarbij heeft hij haar gevraagd of zij de reikwijdte van het voorgestelde testament begreep en of dat overeenkomstig haar wens was. Testatrice antwoordde daarop bevestigend.

De notaris was ervan overtuigd dat het de wil van testatrice was om het huis aan haar zoon te legateren; volgens hem was er geen sprake van aandringen van de zoon van testatrice.

De notaris stelt dat hij bewust niet heeft aangestuurd op een ingewikkeld legaat, gebaseerd op de taxatiewaarde van het huis, maar dat hij heeft geadviseerd om de inbreng tegen de WOZ-waarde in de akte op te nemen, juist om het legaat makkelijker uitvoerbaar te maken.

5.5 De door klaagster aangevoerde feiten en omstandigheden brengen niet automatisch met zich dat testatrice wilsonbekwaam zou zijn geweest tot het opmaken van haar uiterste wilsbeschikking.

Echter, de wetenschap van een eerder bewindsverzoek, zijn bekendheid met de meningsverschillen binnen de familie, gecombineerd met het feit dat de instructie tot het passeren van het testament afkomstig was van de broer, die zelf tot enige legataris werd aangewezen, en de hoge leeftijd van testatrice, hadden naar het oordeel van de kamer tot extra zorgvuldigheid van de notaris moeten leiden. De kamer is van oordeel dat de notaris niet genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt dat hij ten tijde van het passeren van de akte voldoende alert is geweest op de mate van wilsbekwaamheid van de testatrice.

De notaris had, meer dan hij heeft gedaan, moeten (door)vragen naar de persoonlijke omstandigheden van testatrice, zoals bijvoorbeeld naar haar verblijfplaats en de achtergronden daarvan. De kamer zal de klacht tegen de notaris dan ook gegrond verklaren.

5.6 Nu de klacht gegrond is verklaard, zal de kamer overgaan tot het opleggen van een maatregel aan de notaris; een waarschuwing acht de kamer in dit geval passend en geboden.

5.7 Op grond van het voorgaande beslist de kamer als volgt.

BESLISSING

De kamer voor het notariaat:

- verklaart de klacht gegrond;

- legt de notaris een waarschuwing op.

Deze beslissing is gegeven door mrs. N.C.H. Blankevoort, voorzitter, A.H. Schotman, J.D.M. Schoonbrood, A.M.J.M. Ploumen, en N.T. Vink, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.B.T. Kienhuis, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 30 mei 2017.

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam).