ECLI:NL:TGZRZWO:2017:202 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 070/2017

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2017:202
Datum uitspraak: 19-12-2017
Datum publicatie: 19-12-2017
Zaaknummer(s): 070/2017
Onderwerp: Onvoldoende informatie
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Klacht tegen apotheker over periode tussen afgifte recept en ter hand stelling medicatie. Werkwijze apotheek en afspraken met zorgverleners op orde. Klacht kennelijk ongegrond.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

Beslissing d.d. 19 december 2017 naar aanleiding van de op 14 april 2017 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van

A , wonende te B,

k l a a g s t e r

-tegen-

C , apotheker, werkzaam te B,

bijgestaan door mr. R.J. Peet, verbonden aan de VvAA te Utrecht,

v e r w e e r s t e r

1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Dat blijkt uit de volgende stukken:

- het klaagschrift;

- het verweerschrift.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid mondeling gehoord te worden in het vooronderzoek.

2. FEITEN

Klaagster is sinds 27 december 2016 ingeschreven bij gezondheidscentrum D in B, alwaar verweerster als apotheker werkzaam is.

3. HET STANDPUNT VAN KLAAGSTER EN DE KLACHT

3.1 Beschrijving van de gang van zaken

In verband met chronisch medicatiegebruik heeft klaagster iedere maand opnieuw medicatie nodig. Daarvoor wendt zij zich dan iedere keer tot haar apotheek. Er zijn dan vaak twee, drie of soms zelf vier verwerkingsdagen nodig voordat de medicatie afgehaald kan worden. Klaagster vindt deze verwerkingstijd te lang duren, zeker omdat uit navraag is gebleken dat de recepten wel tijdig vanuit de huisartsenpraktijk worden aangeleverd bij de apotheek.

3.2 De klacht

Klaagster verwijt verweerster – zakelijk weergegeven – dat de maandelijks voorgeschreven medicatie niet standaard klaarligt als klaagster ervoor langs komt.

4. HET STANDPUNT VAN VERWEERSTER

Verweerster vindt het jammer dat klaagster ontevreden is over haar dienstverlening. Ze heeft – toen ze kennisnam van de onderhavige klacht – geprobeerd hier met klaagster over te spreken, maar helaas zonder resultaat. Verweerster had graag de door de apotheek aangeboden Herhaalservice met klaagster willen bespreken. Via deze service wordt de cliënt schriftelijk geïnformeerd over welke medicatie op welke datum opgehaald kan worden. Verweerster vindt het spijtig dat klaagster als nieuw inschreven cliënt kennelijk nog niet op de hoogte was gesteld van deze service.

Verweerster streeft ernaar cliënten snel te helpen en de voorgeschreven medicatie snel geleverd te krijgen. Vanwege het preferentiebeleid van de zorgverzekeraars is het echter niet mogelijk om alle medicatie op voorraad te hebben. Voor cliënten die op herhaalmedicatie zijn aangewezen, is het daarom van belang tijdig de medicatie aan te vragen, omdat deze eerst besteld moet worden. Binnen E geldt overigens – met uitzondering van spoedmedicatie – de afspraak dat medicatie die vóór 12.00 uur is besteld, de volgende werkdag na 12.00 uur wordt geleverd.

De gang van zaken rond de bestelling op 10 april 2017 is voor verweerster niet meer te achterhalen, aangezien klaagster naar een andere apotheek is verwezen waar de medicatie wel dezelfde dag nog afgehaald kon worden. Het recept is daardoor uit het systeem verwijderd. Als het werkelijk zo is dat klaagster op 10 april 2017 vóór 12.00 uur een bestelling heeft gedaan en de levering aan de apotheek pas op 13 april 2017 heeft plaatsgevonden, is dat in strijd met de interne regels binnen E en spijt het verweerster dat het zo gelopen is. Deze gang van zaken, als het zo is verlopen, kan verweerster echter niet tuchtrechtelijk worden verweten.

Uit het systeem van de apotheek maakt verweerster op dat er zeven keer medicatie is geleverd aan klaagster. Op één levering na is de medicatie elke keer de dag nadat het recept werd ontvangen en ingeboekt voor klaagster klaargelegd om afgehaald te worden. Alleen op 27 december 2016 duurde de uitlevering twee dagen na de bestelling, maar dat kwam doordat de bestelling na 12.00 uur was verwerkt.

Verweerster is van mening dat zij gezien het voorgaande niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is tekortgeschoten jegens klaagster.

5. DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

5.1

Het college wijst er allereerst op, dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.

5.2

Verweerster bevestigt het feit dat klaagster haar medicatie niet meteen op de dag kan afhalen waarop het herhaalrecept wordt ontvangen en verwerkt en licht dat toe aan de hand van de werkwijze binnen de apotheek en de interne afspraken binnen E. Die stuiten niet op tuchtrechtelijk relevante bedenkingen bij het college. Ook wat betreft de situatie rondom de bestelling op 10 april 2017 geldt dat het college in de weergave van klaagster geen aanknopingspunt aanwezig acht voor een tuchtrechtelijk verwijt aan het adres van verweerster. Dat de juistheid van deze weergave niet geverifieerd kan worden doordat de bestelling kwam te vervallen en daarom uit het administratiesysteem is verwijderd, maakt voor de beoordeling van de klacht derhalve niet uit. Wellicht is met klaagster - door een assistente – niet de levering via de Herhaalservice besproken. Dat betekent zo zonder meer niet dat aan verweerster een verwijt valt te maken.

5.3

Gelet op het voorgaande is de klacht kennelijk ongegrond en dient als volgt te worden beslist.

6. DE BESLISSING

Het college wijst de klacht af.

Aldus gedaan in raadkamer door mr. A.L. Smit, voorzitter, Y.M.G. van Remmerden-Gleis en P.C. Daniels-Hansum, leden-apotheker, in tegenwoordigheid van

mr. L.C. Commandeur, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 19 december 2017 door mr. A.L. Smit, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris.

voorzitter

secretaris

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door:

a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;

b. degene over wie is geklaagd;

c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.