ECLI:NL:TGZREIN:2017:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1746

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2017:74
Datum uitspraak: 17-07-2017
Datum publicatie: 17-07-2017
Zaaknummer(s): 1746
Onderwerp: Onheuse bejegening
Beslissingen: Gegrond, waarschuwing
Inhoudsindicatie:   Psychiater. Klacht: verweerder heeft met mobiele telefoon foto van paspoort van klaagster gemaakt (1) en niet ervoor gezorgd dat klaagster de ingevulde vragenlijst persoonlijk aan hem of secretaresse kon afgeven (2). College: beide klachtonderdelen gegrond. Voor legitimeren niet nodig met telefoon foto van paspoort te maken. Paspoort bevat persoonsgegevens. Essentieel dat deze worden beschermd. Bescherming naar oordeel college niet gewaarborgd. Verantwoordelijkheid van verweerder zorg te dragen voor zorgvuldig innemen vragenlijst. Privacy niet gewaarborgd . Waarschuwing.

Uitspraak: 17 juli 2017

 

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 15 februari 2017 binnengekomen klacht van:

[A]

wonende te [B]

klaagster

tegen:

[C]

psychiater

werkzaam te [D]

verweerder

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-          het klaagschrift

-          het verweerschrift.

Na ontvangst van het verweerschrift heeft de secretaris de zaak naar een openbare zitting van het college verwezen.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van het aangeboden mondelinge vooronderzoek.

De klacht is ter openbare zitting van 7 juni 2017 behandeld. Verweerder was aanwezig. Klaagster was met bericht niet aanwezig. Haar partner [E] trad op als haar gemachtigde.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende.

In het kader van een psychiatrische expertise in opdracht van het UWV had klaagster op 10 januari 2017 een afspraak met verweerder, werkzaam in het ziekenhuis. Verweerder heeft toen met toestemming van klaagster met de mobiele telefoon (een Iphone) die hij in gebruik heeft en die eigendom is van het ziekenhuis waar hij werkzaam is, een foto gemaakt van het paspoort van klaagster. Klaagster heeft de dag erna gebeld met het verzoek de foto van de telefoon te verwijderen. Verweerder heeft daarop toegezegd dat te zullen doen.

In het kader van de psychiatrische expertise heeft klaagster op verzoek van verweerder een vragenlijst ingevuld. Verweerder heeft klaagster verzocht de ingevulde vragenlijst bij de secretaresse in te leveren. Toen klaagster de door haar ingevulde vragenlijst wilde inleveren, was de secretaresse niet meer aanwezig. Ook verweerder was er niet. Klaagster heeft de vragenlijst afgegeven aan een collega van verweerder. Deze heeft toegezegd dat hij de vragenlijst in het postvakje van verweerder zou leggen. Verweerder trof de door klaagster ingevulde vragenlijst de volgende dag aan in zijn postvak.

3. Het standpunt van klaagster en de klacht

Klaagster verwijt verweerder dat hij:

1.      met zijn mobiele telefoon, een foto van het paspoort van klaagster heeft gemaakt,

2.      niet ervoor heeft gezorgd dat klaagster de door haar ingevulde vragenlijst persoonlijk aan hem of de secretaresse heeft kunnen afgeven.

Klaagster heeft ter toelichting het volgende aangevoerd:

Ad klachtonderdeel 1:

Klaagster had erin toegestemd dat verweerder een foto maakte van haar paspoort, omdat zij dacht dat dat moest. Op basis van de Wet Bescherming Persoonsgegevens is klaagster van mening dat verweerder haar privacy heeft geschonden. Hij is niet zorgvuldig met haar persoonsgegevens omgegaan. Zij plaatst er vraagtekens bij of verweerder, zoals hij stelt, de foto van haar paspoort wel degelijk definitief uit zijn mobiele telefoon heeft verwijderd.

Ad klachtonderdeel 2:

Op basis van de Wet Bescherming Persoonsgegevens is klaagster voorts van mening dat ook de vertrouwelijke vragenlijsten persoonsgegevens zijn, die door de wetgever extra worden beschermd. Verweerder had klaagster op zijn minst kunnen aangeven wat zij met de ingevulde vragenlijst moest doen. Hij had ervoor moeten zorgen dat de vragenlijsten in goede orde hadden kunnen worden afgegeven.

4. Het standpunt van verweerder

Ad klachtonderdeel 1:

In verband met de plicht om zich te legitimeren heeft verweerder klaagster gevraagd of hij een foto van haar paspoort mocht maken. Hij heeft dat gedaan met een Iphone die eigendom is van het ziekenhuis waar hij werkt. De dag nadat verweerder de foto van het paspoort van klaagster had gemaakt, heeft klaagster verweerder telefonisch verzocht om de foto uit zijn mobiele telefoon te verwijderen. Verweerder heeft de foto toen uit zijn mobiele telefoon verwijderd en wel door op “prullenmand” te klikken. Verweerder stelt 600 expertises te hebben gedaan. Vroeger maakte hij een kopie van het paspoort en nu maakt hij een foto met zijn Iphone. Er kan een aantal weken zitten tussen het gesprek met degene over wie hij rapporteert en het tijdstip dat verweerder de expertise opstelt. De foto op zijn mobiele telefoon helpt verweerder dan in die zin dat hij zich de persoon over wie hij rapporteert voor de geest kan halen.

Ad klachtonderdeel 2:

Verweerder zegt altijd, als hij de vragenlijsten overhandigt, dat deze, als ze zijn ingevuld, kunnen worden ingeleverd bij de secretaresse. De door klaagster ingevulde vragenlijst heeft hij de dag erna in zijn postvak aangetroffen. Hij weet niet hoe deze daar is gekomen.

5. De overwegingen van het college

Ad klachtonderdeel 1:

Verweerder heeft met zijn mobiele telefoon een foto gemaakt van het paspoort van klaagster. Daarmee heeft verweerder de persoonsgegevens van klaagster op zijn mobiele telefoon gezet. Verweerder voert daartoe een tweetal redenen aan, te weten: de verplichting voor degene over wie hij rapporteert om zich te legitimeren, alsmede de mogelijkheid voor verweerder om zich, ook als hij na enkele weken de expertise opstelt, de persoon over wie hij rapporteert voor de geest te halen.

Het college stelt voorop dat voor het legitimeren niet nodig is om met een mobiele telefoon een foto van het paspoort te maken. Hoewel het op grond van de tweede reden wellicht valt te begrijpen dat verweerder een foto heeft gemaakt van het paspoort van klaagster, is dat daarmee nog niet gerechtvaardigd. Het paspoort van klaagster bevat uit de aard der zaak persoonsgegevens en het is daardoor voor klaagster, zoals zij terecht aanvoert, van essentieel belang dat deze worden beschermd en dat gewaarborgd is dat haar persoonsgegevens niet in verkeerde handen komen. In het onderhavige geval is deze bescherming naar het oordeel van het college niet gewaarborgd. Verweerder heeft de mogelijkheid om de door hem genomen foto van het paspoort van klaagster door te sturen naar derden. Bovendien kan verweerder de mobiele telefoon verliezen en ook dan zijn de persoonsgegevens van klaagster niet beschermd. Verder stelt verweerder wel dat hij de foto van het paspoort van klaagster meteen nadat zij daarom telefonisch had verzocht, van de mobiele telefoon heeft verwijderd en wel door op “prullenmand” te klikken, maar daarmee heeft klaagster, zoals zij ook betoogt, niet de garantie dat de betreffende foto ook daadwerkelijk van de telefoon is verwijderd. De foto zou altijd weer uit de “prullenmand” kunnen worden opgehaald. Het college is van oordeel dat verweerder de bescherming van de persoonsgegevens van klaagster in gevaar heeft gebracht door daarvan een foto te maken met zijn mobiele telefoon. Verweerder heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Dit klachtonderdeel is gegrond.

Ad klachtonderdeel 2:

Verweerder heeft klaagster in het kader van de door hem te verrichten psychiatrische expertise verzocht een vragenlijst in te vullen en deze, nadat deze was ingevuld, af te geven aan de secretaresse. Vast staat dat, toen klaagster de door haar ingevulde vragenlijst wilde inleveren, de betreffende secretaresse er niet meer was. Ook verweerder was er niet en klaagster heeft de vragenlijst afgegeven aan een collega van verweerder, die heeft toegezegd de vragenlijst in het postvak van verweerder te leggen. Daar heeft verweerder de vragenlijst ook aangetroffen. Verweerder had er echter geen zicht op hoe deze in zijn postvak is terecht gekomen. Niet bestreden is dat de door klaagster ingevulde vragenlijst persoonlijke informatie van klaagster bevat. In dat licht bezien, behoort het tot de verantwoordelijkheid van verweerder, die de vragenlijst aan klaagster ter hand heeft gesteld, er ook voor te zorgen dat deze vervolgens, na te zijn ingevuld, wordt ingenomen op een wijze waardoor de privacy van klaagster is gewaarborgd. In het onderhavige geval ontbraken deze waarborgen. Verweerder heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Ook dit klachtonderdeel is gegrond.

De maatregel

Al het voorgaande in overweging nemende en gelet op het feit dat de klacht gegrond is bevonden, is het college van oordeel dat aan verweerder een maatregel dient te worden opgelegd. In de gegeven omstandigheden acht het college een berisping een te zware maatregel. Het college meent dat kan worden volstaan met het opleggen van een waarschuwing.

6. De beslissing

Het college:

-          verklaart de klacht gegrond;

-          legt de maatregel van waarschuwing op;

-          bepaalt dat om redenen, aan het algemeen belang ontleend, de beslissing, zodra zij onherroepelijk is geworden, zal worden gepubliceerd in de Staatscourant en ter publicatie zal worden aangeboden aan het tijdschrift “Medisch Contact”.

Aldus beslist door mr. M.J.H.A. Venner-Lijten als voorzitter, H.J. Weltevrede en J.D.M. Schelfhout als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. M. van der Hart als secretaris en in het openbaar uitgesproken op 17 juli 2017 in aanwezigheid van de secretaris.