ECLI:NL:TGDKG:2017:9 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 457.2016

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:9
Datum uitspraak: 17-01-2017
Datum publicatie: 25-01-2017
Zaaknummer(s): 457.2016
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klaagster is niet-ontvankelijk in haar verzet. De omstandigheden die klaagster voor de termijnoverschrijding heeft aangevoerd komen voor haar rekening.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 22 november 2016 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 5 april 2016 met zaaknummer C/13/602351/ DW RK 16/75 en het daartegen ingestelde verzet met nummer C/13/607726 / DW RK 16/457 ingesteld door:

[   ],

wonende te Den Haag,

klaagster,

tegen:

1. [   ],

gerechtsdeurwaarder te [   ],

2. [   ],

gerechtsdeurwaarder te [   ],

beklaagden,

gemachtigde voor gerechtsdeurwaarder sub 1: mr. [   ].

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 5 april 2016 (zaaknummer 75.2016) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klaagster tegen beklaagden ingediende klacht. Bij brief van 13 april 2016 is klaagster een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Bij brief ingekomen op 7 mei 2016 heeft klaagster tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 22 november 2016. Klaagster is verschenen (vergezeld door [   ]). Namens gerechtsdeurwaarder sub 1 is de gemachtigde verschenen. Gerechtsdeurwaarder sub 2 heeft  bij e-mail van 17 oktober 2016 onder verwijzing naar zijn brief van 12 mei 2016 meegedeeld dat hij niet zal verschijnen omdat het verzet te laat is ingesteld en hij bij zijn verweerschrift blijft. Ter zitting is meteen uitspraak gedaan.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klaagster heeft het verzet niet tijdig ingesteld, namelijk niet binnen veertien dagen na 13 april 2016. Klaagster is daarom niet-ontvankelijk in haar verzet. De omstandigheden die klaagster ter zitting voor het overschrijden van de verzettermijn heeft aangevoerd komen voor haar rekening. Klaagster heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij de brief van 13 april 2016 pas op 7 mei 2016 heeft ontvangen, zoals zij heeft aangevoerd.  Er is geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar verzet.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, en mr. A. Sissing en

M.W. de Ruijter, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 november 2016 in tegenwoordigheid van de secretaris.