ECLI:NL:TGDKG:2017:8 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 527.2016

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:8
Datum uitspraak: 17-01-2017
Datum publicatie: 25-01-2017
Zaaknummer(s): 527.2016
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Het verzet is ongegrond. Geen nieuwe feiten of omstandigheden gebleken.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 17 januari 2017 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 10 mei 2016 met zaaknummer C/13/595064/ DW RK 15/877 en het daartegen ingestelde verzet met nummer C/13/608713 / DW RK 16/527 ingesteld door:

[   ],

wonende te [   ]

klager,

tegen:

[   ],

gerechtsdeurwaarder te [   ],

beklaagde,

gemachtigde: mr. [   ].

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 13 mei 2016 aan klager toegezonden. Bij verzetschrift ingekomen op 26 mei 2016 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Voorafgaand aan de zitting, op 22 november 2016, heeft klager nog stukken toegezonden. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 22 november 2016. Klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 17 januari 2017.  

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           Bij exploot van 9 januari 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van klager executoriaal derdenbeslag gelegd onder de Stichting Pensioenfonds ABP. Dit beslag is op 15 januari 2015 aan klager overbetekend.

-           Klager heeft telefonisch op 26 februari 2015 bij de deurwaarder geklaagd dat beslag is gelegd op zijn hoofdinkomsten en dat ten onrechte geen rekening is gehouden met neveninkomsten.

-           Op 2 april 2015 is naar aanleiding van de door klager aangeleverde stukken een herberekening gemaakt van de voor klager geldende beslagvrije voet, waarbij deze is verhoogd naar € 729,23 per maand.

-           De gerechtsdeurwaarder heeft zelf navraag gedaan bij neveninkomstenbron

Randstad, omdat verdere informatie van klager uitbleef. Op grond van ontvangen

informatie is op 12 november 2015 besloten om de beslagvrije voet aan te passen

naar € 1.280,89 per maand, waarbij rekening is gehouden met de woon- en

zorglasten van klager en waarbij de neveninkomsten op nihil zijn gezet.

-           Op 18 november 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder besloten een bedrag van

€ 2.500,-- als in elk geval teveel ingehouden aan klager terug te storten.

Om te becijferen hoeveel er precies teveel was ingehouden, heeft de

gerechtsdeurwaarder klager om loonstroken van Randstad en Adecco verzocht. Klager heeft daarop alleen zijn rekeningnummer opgegeven.

-           Klager heeft, ondanks meerdere verzoeken van de gerechtsdeurwaarder, geen nadere stukken overgelegd.

3. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder:

a: beslag heeft gelegd op zijn ABP-inkomen en hierbij geen rekening heeft gehouden met de beslagvrije voet;

b: op andere inkomsten beslag had moeten leggen;

c: ten onrechte niet het door klagers ex-vrouw teruggestorte bedrag van € 862,33 aan klager heeft doorbetaald.

4. Het oorspronkelijke verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft geoordeeld dat de klacht ongegrond is. Hij heeft daartoe het volgende overwogen. De beslagvrije voet kan eerst op de juiste manier worden berekend op het moment dat de gerechtsdeurwaarder de beschikking heeft over de door hem gevraagde bewijsstukken. Uit de stukken en de klacht blijkt dat tussen klager en de gerechtsdeurwaarder diverse malen contact is geweest. De beslagvrije voet is tweemaal aangepast direct nadat de gerechtsdeurwaarder van klager stukken had ontvangen op grond waarvan een nieuwe berekening kon worden gemaakt. Hierbij is ook rekening gehouden met de woon- en zorglasten van klager en zijn de neveninkomsten op nihil gezet. Aan klager is een bedrag van € 2.500,-- teveel ingehouden teruggestort. Om een juiste berekening van de te hanteren beslagvrije voet te kunnen maken is de gerechtsdeurwaarder afhankelijk van de gegevens die klager heeft overgelegd. Volgens de gerechtsdeurwaarder zijn de volledige stukken van klager niet ontvangen en heeft klager na 29 maart 2015 in het geheel niet meer gereageerd. Voor het overige kan klager zich wenden tot de gewone rechter, omdat het niet aan de Kamer is om te oordelen over de hoogte van een beslagvrije voet.

5.2 Voorts heeft de gerechtsdeurwaarder toegezegd dat als na het verstrekken van de gevraagde stukken blijkt dat er te veel is ontvangen, dit met terugwerkende kracht zal worden terugbetaald. De voorzitter gaat ervan uit dat daarbij ook het bedrag van

€ 862,33 zal worden betrokken.

6. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

7. De gronden van het verzet

Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter. De gerechtsdeurwaarder is er bij de beslaglegging op de inkomsten van het ABP ten onrechte van uitgegaan dat dat de tijdelijke arbeidsovereenkomst van klager als medewerker bij het Nassau College nog van kracht was. Die arbeidsovereenkomst is echter al per 20 december 2014 beëindigd. De gerechtsdeurwaarder was daarvan op de hoogte. De gerechtsdeurwaarder heeft wel degelijk ten onrechte geen rekening gehouden met de beslagvrije voet, althans niet met de verschillende verplichtingen die klager heeft, zoals het betalen van kinderalimentatie en de kosten voor de moeder van de kinderen.

8. Het verweer in verzet

De gerechtsdeurwaarder heeft verwezen naar het verweer tegen de klacht. Op 9 januari 2015 is beslag gelegd onder het ABP, daarbij is nog rekening gehouden met de neveninkomsten van klager op de school.

9. De beoordeling van de gronden van het verzet

9.1 Het onderzoek in verzet heeft  niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter.

9.2 Ook in verzet is niet gebleken dat klager zijn inkomensgegevens tijdig en volledig heeft doorgegeven aan de gerechtsdeurwaarder. Het beslag was al op 9 januari 2015 gelegd en ter zitting heeft klager toegegeven dat hij pas op 26 februari 2015 met de gerechtsdeurwaarder heeft gebeld. De gerechtsdeurwaarder kon ten tijde van de beslaglegging niet weten dat het dienstverband van klager bij het Nassau College was beëindigd. Ook is niet gebleken dat de gerechtsdeurwaarder daar direct na de beslaglegging van op de hoogte is gebracht Daarentegen  is wel gebleken dat de gerechtsdeurwaarder naar aanleiding van veranderingen in de financiële positie van klager voor zover hij daarvan wel op de hoogte was, steeds binnen een redelijke termijn heeft gereageerd en bedragen heeft terugbetaald. 

10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, mr. A. Sissing en M.W. de Ruijter leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 januari 2017 in tegenwoordigheid van de secretaris.