ECLI:NL:TGDKG:2017:60 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 802.2016

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:60
Datum uitspraak: 25-06-2017
Datum publicatie: 23-06-2017
Zaaknummer(s): 802.2016
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet ongegrond. Geen nieuwe feiten of omstandigheden gebleken.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 25 april 2017 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 2 augustus 2016 met zaaknummer C/13/592915 / DW RK 16/679 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/612535 / DW RK 16/802 ingesteld door:

[ ],

wonende te Ierland,

klager,

gemachtigde: mr. [ ],

tegen:

[ ],

gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde,

gemachtigde: mr. M. [ ].

1. O ntstaan en verloop van de procedure

Bij beschikking van 12 juli 201 6 (zaaknummer 679 .201 6 ) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door kla g er t egen beklaagde ingediende klacht. Bij brief van 12 juli 201 6 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Bij brief ingekomen op 22 juli 2016 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld op nader aan te voeren gronden. De gronden van het verzet zijn ontvangen op 11 augustus 2016. Klager heeft vervolgens bij e-mail met producties van 13 november, 1 december en 4 december 2016 nader gereageerd . Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 28 februari 2017 in aanwezigheid van klager, zijn gemachtigde en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder . Klager heeft een pleitnotitie overgelegd. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 11 april 2017.

2. De feiten

De gerechtsdeurwaarder is vanaf 2008 belast met de executie van een tegen klager en twee anderen gewezen verstekvonnis van 27 juni 2007.

3. De oorspronkelijke klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze:

1. gedurende een periode van vijf jaar bewust geen contact heeft opgenomen terwijl de contactgegevens bekend waren. Als gevolg hiervan is de rente nodeloos opgelopen;

2. gedurende deze periode de moeilijke persoonlijke situatie van klager heeft genegeerd;

3. nadat in 2013 contact was opgenomen door de gerechtsdeurwaarder de onmiddellijke reactie van klager heeft genegeerd;

4. blijft dreigen met executiehandelingen terwijl klager heeft laten weten slechts een uitkering te ontvangen;

5. nooit een specificatie van de vordering heeft verstrekt;

6. niet bereid is om naar een oplossing te streven, terwijl klager in 2015 een betalingsvoorstel heeft gedaan;

7. de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder de hypotheek veel te makkelijk heeft verstrekt. Daardoor is de zorgplicht voor banken geschonden. Ook is de woning door de bank voor een veel te laag bedrag verkocht.

4. Het oorspronkelijke verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. In 2008 is tevergeefs getracht om het vonnis te executeren. Klager en zijn echtgenote waren naar Ierland vertrokken zonder adresgegevens kenbaar te maken. Er konden geen adresgegevens worden achterhaald en evenmin werd gereageerd op sommatiebrieven die werden verzonden aan een e-mailadres dat bekend was. Daarom heeft de opdrachtgever destijds verzocht om tot sluiting van het dossier over te gaan. In 2013 is verzocht om de executie weer ter hand te nemen,is het gelukt om via een ander e-mailadres contact te leggen met klager in Ierland en is een Ierse incassogemachtigde ingeschakeld. Klager heeft een aflossingsvoorstel gedaan van

€ 2.000,- tegen finale kwijting dat door de opdrachtgever gezien de hoogte van de vordering is afgewezen. Recent is de gelegenheid geboden om een nieuw voorstel te doen.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft geoordeeld dat de klacht ongegrond is en heeft daartoe het volgende overwogen. De gerechtsdeurwaarder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Tegenover dat verweer, waarbij de gerechtsdeurwaarder de gang van zaken duidelijk heeft toegelicht, zijn de enkele stellingen van klager niet voldoende om tuchtrechtelijk laakbaar handelen te kunnen vaststellen. Het standpunt dat de gerechtsdeurwaarder in deze zaak heeft ingenomen en zijn daarop gebaseerde handelingen zijn dus niet in strijd met de tuchtrechtelijke norm.

5.2 Voor het overige betreft de zaak een executiegeschil waarover de Kamer niet kan oordelen. Daarvoor kan klager zich eventueel tot de gewone rechter wenden . Ook klachten aan het adres van de bank kan de Kamer als tuchtrechter niet behandelen.

6. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld naar wordt aangenomen op nader aan te voeren gronden binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter. Hoewel de gronden van het verzet iets te laat zijn ontvangen, kan hij toch in zijn verzet worden ontvangen, omdat thans niet meer kan worden achterhaald of indertijd door de griffie aan klager is meegedeeld dat zijn gronden binnen 14 dagen dienden te zijn ingediend.

7. De gronden van het verzet

7.1 Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter. In het verweerschrift staan onjuistheden. Kennelijk is klager van mening dat de voorzitter veel te gemakkelijk is uitgegaan van de juistheid van het in het verweerschrift gestelde. De gerechtsdeurwaarder heeft geprobeerd de aandacht te verleggen naar het vonnis. De klacht betreft echter het optreden van de gerechtsdeurwaarder. Klager heeft met zijn klacht niet bedoeld de onjuistheid van het aan de gerechtsdeurwaarder ter hand gestelde vonnis aan de orde willen stellen. Ten onrechte heeft de gerechtsdeurwaarder zich verschuild achter het argument dat van klager geen woonadres in Ierland bekend zou zijn. Klager heeft een bankrekeningafschrift overgelegd van ABN-AMRO Bank van 17 juli 2007 waarop het adres van klager in Ierland staat vermeld. Op dat adres heeft klager van begin 2007 tot midden 2009 gewoond. De gerechtsdeurwaarder moet ook in die periode regelmatig contact hebben gehad met zijn opdrachtgever. Hij moet dus bekend zijn geweest met dat adres.

8. De reactie in verzet van de gerechtsdeurwaarder

8.1 De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat klager het hem niet kan verwijten dat het adres bij de bank kennelijk wel bekend was. Aan hem is dat adres in Ierland niet verstrekt. Voor het overige heeft klager geen reële oplossing aangedragen voor de voldoening van zijn schuld.

9. De beoordeling van de gronden van het verzet

9.1 De kamer is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval.

9.2 De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren daarom geen nieuwe gezichtspunten op. De door klaagster in verzet overgelegde stukken maken dit niet anders. Klager heeft pas in verzet het rekeningafschrift van de bank met zijn adres in Ierland overgelegd. Hij heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat ook de gerechtsdeurwaarder met dat adres bekend was. Bovendien schrijft klager zelf in zijn initiële klachtbrief d.d. 11 augustus 2015 “Door omstandigheden zijn we verhuisd naar Ierland en hebben wij geen vast adres.” In die omstandigheid kan hij het de gerechtsdeurwaarder niet kwalijk nemen dat deze niet van het adres van klager op de hoogte was.

9.3 De kamer is het dan ook met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient ongegrond te worden verklaard.

9.4 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

- verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. M. Nijenhuis, plaatsvervangend-voorzitter, mr. L. van Berkum en mr. J.J.L. Boudewijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 april 2017, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.