ECLI:NL:TGDKG:2017:48 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 624.2013 1041.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:48
Datum uitspraak: 18-04-2017
Datum publicatie: 29-05-2017
Zaaknummer(s):
  • 624.2013
  • 1041.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet ongegrond. Inhoud authentieke akte prevaleert boven de niet nader onderbouwde stellingen van klager dat de gerechtsdeurwaarder niet zou hebben aangebeld en de dagvaarding daardoor nietig zou zijn.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 18 april 2017 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 12 november 2013 met zaaknummer 624.2013 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 1041.2013 ingesteld door:

[ ],

wonende te [ ],

klager,

tegen:

[ ],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde.

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen d.d. 31 juli 2013, bij de Kamer ingekomen op 2 augustus 2013, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij verweerschrift, ingekomen op 27 augustus 2013, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

Bij beschikking van 12 november 2013 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is een afschrift van de beschikking van de voorzitter toegezonden bij brief van 25 november 2013.

Bij brief, ingekomen op 4 december 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beschikking van de voorzitter. De mondelinge behandeling van het verzet is op verzoek van klager aangehouden in verband met zijn gezondheid.

Bij brief van 16 juni 2016 is klager opgeroepen te verschijnen op de zitting van 26 juli 2016. Door een administratieve vergissing zijdens de Kamer over de samenstelling van de behandelende kamer is deze zitting komen te vervallen.

Het verzetschrift is alsnog behandeld ter openbare terechtzitting van 7 maart 2017, alwaar klager, vergezeld door [ ], en de gerechtsdeurwaarder, vergezeld door [ ], zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 18 april 2017.

De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

Op 19 oktober 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder een dagvaarding aan klager betekend door achterlating van het exploot in een gesloten envelop.

2. De oorspronkelijke klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij ten onrechte in het exploot heeft vermeld dat hij niemand heeft aangetroffen. Klager was op 19 oktober 2012 de gehele dag thuis en heeft de gerechtsdeurwaarder niet horen aanbellen. Wel heeft klager diverse anderen horen aanbellen. Klager heeft die anderen ook binnengelaten. Volgens klager is de dagvaarding hierdoor nietig en heeft hij als gevolg hiervan, door toedoen van de gerechtsdeurwaarder, schade geleden die voor vergoeding in aanmerking komt.

3. De beslissing van de voorzitter

3.1. De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

“4.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met de wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelswijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2. Daarvan is geen sprake. Het exploot van betekening van de dagvaarding is een authentieke akte. Dat betekent dat de inhoud daarvan vast staat behoudens tegenbewijs. Daarom moet ervan worden uitgegaan dat de dagvaarding is betekend op deze wijze, omdat de gerechtsdeurwaarder niemand heeft aangetroffen.

4.3 De onderhavige procedure leent zich niet voor toekenning van schadevergoeding zo daartoe al aanleiding zou zijn.”

3.2. Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

4. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat het volgende aangevoerd.

- De naam van klager staat onjuist in de beschikking vermeld. Verder is vrijwel geen aandacht besteed aan de klacht, nu diverse data in de beschrijving van het verloop van de procedure onjuist zijn.

- Onder de in de beschikking opgesomde feiten staat dat de dagvaarding op 19 oktober 2012 eveneens per fax is gezonden. Dit is pertinent onwaar.

- Dat de gerechtsdeurwaarder zegt te hebben aangebeld is een pertinente leugen. Op de betreffende dag hebben meerdere personen aangebeld en die zijn allemaal binnengelaten. Dat de gerechtsdeurwaarder zou hebben aangebeld en een vreemde toon op de intercom zou hebben gehoord, is dan ook zeer onwaarschijnlijk.

- Klager beticht de Kamer van partijdigheid, nu er enkel wordt gekeken naar het verweerschrift en niet naar de door klager gemotiveerde klacht. Bovendien staan er allerlei fouten in het verweerschrift.

- Klager heeft materiële en immateriële schade ondervonden van het onjuiste handelen van de gerechtsdeurwaarder. Klager wil dat er een geldelijke vergoeding wordt verstrekt door de gerechtsdeurwaarder van € 3.500,00. Nu de Kamer ook de fout in is gegaan, wil klager van de Kamer een geldelijke vergoeding van € 1.500,00.

5. De beoordeling van de gronden van het verzet

5.1. De Kamer is van oordeel dat de volgende door klager aangevoerde opmerkingen over de beschikking van de voorzitter van 12 november 2013 terecht zijn voorgesteld.

5.1.1. De naam van klager stond in de beschikking onjuist vermeld.

5.1.2. De data in het beschreven verloop van de procedure stonden in de beschikking onjuist vermeld.

5.1.3. Onder de in de beschikking opgenomen feiten is de laatste volzin ten onrechte opgenomen.

5.2. De onder 5.1. genoemde punten zijn in deze beslissing op verzet gerectificeerd. Verwezen wordt naar de aanhef van deze beslissing, het daaronder beschreven verloop van de procedure en hetgeen onder 1. (De feiten) is opgenomen. De Kamer merkt daarbij nadrukkelijk op dat deze rectificatie geen verband houdt met de inhoudelijke beoordeling van de klacht door de voorzitter en de daarop gebaseerde beslissing.

5.3. Inhoudelijk kan het verzet naar het oordeel van de Kamer niet slagen. Het onderzoek in verzet heeft niet geleid tot andere gevolgtrekkingen dan die vervat in de motivering en de beslissing van de voorzitter van 12 november 2013, waarmee de Kamer zich verenigt. De Kamer overweegt daarbij ten aanzien van het door de deurwaarder uitgebrachte exploot dat een op ambtseed opgemaakt exploot in een tuchtzaak grote bewijskracht heeft. Daarom wordt hier uitgegaan van de juistheid van de inhoud daarvan. Nu de gerechtsdeurwaarder de stellingname van klager niet erkent, kan er niet van worden uitgegaan dat de gerechtsdeurwaarder niet bij klager heeft aangebeld. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter derhalve juist. De door klager aangevoerde gronden geven geen aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen.

5.4. Met betrekking tot de door klager verzochte schadevergoeding wordt het volgende overwogen. De Kamer is niet bevoegd een schadevergoeding toe te kennen. Klager dient zich voor een vordering tot vergoeding van zijn gestelde schade te wenden tot de burgerlijke rechter. Dit verzoek van klager zal de Kamer dan ook passeren. Verder merkt de Kamer op dat zij niet kan oordelen over klachten over haar eigen functioneren, maar alleen over klachten aangaande gerechtsdeurwaarders. Ten slotte herhaalt de Kamer haar opmerking ter zitting, dat zij betreurt dat de behandeling van deze zaak zo lang heeft geduurd.

5.5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

- verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. S.P. Pompe, plaatsvervangend-voorzitter,

mr. W.M. de Vries en M. Colijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 april 2017, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.