ECLI:NL:TGDKG:2017:37 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/614043 / DW RK 16/912

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:37
Datum uitspraak: 29-03-2017
Datum publicatie: 03-04-2017
Zaaknummer(s): C/13/614043 / DW RK 16/912
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Diverse klachtonderdelen. Dat niet is gereageerd op email-berichten kan niet worden vastgesteld. Dat de gerechtsdeurwaarder zich asociaal heeft gedragen en de naam gerechtsdeurwaarder niet waardig is, is slechts een niet nader onderbouwde stelling. De overige teveel ontvangen bedragen heeft de gerechtsdeurwaarder niet meer onder zich en kunnen niet meer worden terugbetaald. Klachten ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 29 maart 2017 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/614043 / DW RK 16/912 ingediend door:

[     ], werkzaam bij bewindvoering [     ],

gevestigd te [     ], in haar hoedanigheid van bewindvoerder van [     ] en [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen van 19 augustus 2016 heeft klaagster een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder. Bij brief van 22 september 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend. Bij bericht van 29 januari 2017 heeft klaagster medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 21 februari 2017 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 29 maart 2017.

1. De feiten

a)     De gerechtsdeurwaarder is sinds 2012 belast met de tenuitvoerlegging van twee vonnissen ten laste van [     ] en één vonnis ten laste van [     ] en [     ].

b)    Bij exploot van 18 juni 2015 is derdenbeslag gelegd onder de werkgever van [     ] en bij exploot van 28 juli 2015 is derdenbeslag gelegd onder de werkgever van [     ].

c)     In oktober 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder, na ontvangst van stukken, de beslagvrije voet opnieuw berekend en beide werkgevers hiervan op de hoogte gebracht.

d)    Klaagster is bij door de kantonrechter gegeven beschikkingen van 24 mei 2016 benoemd tot bewindvoerder over de goederen van [     ] en [     ].

e)     Bij e-mailbericht van 18 juni 2016 heeft klaagster aan de gerechtsdeurwaarder verzocht om de teveel geïnde gelden van [     ] en [     ] naar de beheerrekening van het bewind terug te storten. Omdat een reactie is uitgebleven, heeft klaagster de e-mail van 18 juni 2016 op 30 juni 2016 nogmaals aan de gerechtsdeurwaarder verzonden.

f)     Bij e-mailbericht van 18 juli 2016 heeft klaagster aangegeven dat ze door de gerechtsdeurwaarder zou worden geïnformeerd over het terugstorten van het teveel inhouden bedrag, maar dat zij ondanks toezegging hiertoe nog niets heeft vernomen.

g)    Bij e-mailbericht van 20 juli 2016 heeft klaagster aangegeven dat indien zij die dag niets zou vernemen van de gerechtsdeurwaarder, zij een klacht bij de directie zou indienen. Dit heeft zij op 21 juli 2016 gedaan.

h)    Bij e-mailberichten van 27, 29 en 30 juli 2016 heeft klaagster de gerechtsdeurwaarder van nadere informatie voorzien en (wederom) verzocht het teveel gelegde beslag naar de beheerrekening over te maken.

i)      De gerechtsdeurwaarder heeft klaagster bij e-mailbericht van 2 augustus 2016 geïnformeerd dat de beslagvrije voet voor [     ] en [     ] opnieuw is berekend. Bij brief van gelijke datum zijn de werkgevers hiervan op de hoogte gesteld. Hierbij heeft de gerechtsdeurwaarder verzocht om afzonderlijke salarisspecificaties van [     ] en [     ] van de laatste twee maanden, aan de hand waarvan de teveel ontvangen bedragen zullen worden teruggestort.

j)      Bij e-mail van 2 augustus 2016 heeft klaagster een aantal salarisspecificaties verzonden, waarbij de specificatie op naam van [     ] van de maand juli 2016 ontbreekt onder de mededeling dat deze pas halverwege augustus 2016 wordt ontvangen.

k)    Bij e-mail van 9 augustus 2016 heeft klaagster verzocht om aan te geven wanneer de teveel ingehouden gelden worden teruggestort. Hierbij is niet de salarisstrook van [     ] van de maand juli 2016 gevoegd.

l)      Bij e-mail van 23 augustus 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder medegedeeld dat hij een bedrag van € 234,36, zijnde de laatste door hem ontvangen inhouding van 25 juli 2016 heeft geretourneerd aan de werkgever van [     ]. Hierbij heeft de gerechtsdeurwaarder aangegeven dat hij de overige gelden niet meer onder zich en reeds heeft afgedragen aan de opdrachtgever.

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij:

a: niet heeft gereageerd op meerdere e-mailberichten en telefonische contacten;

b: het teveel ingehouden beslag niet heeft terugstort;

c: zich asociaal gedraagt richting de bewindvoerder en haar cliënten.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd bestreden. Voor zover nodig wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. Beoordeling van de klacht

4.1. Op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet kan een gerechtsdeurwaarderskantoor niet als beklaagde worden aangemerkt. Nu het dossier van klaagster in behandeling is op het kantoor van de gerechtsdeurwaarder, de handelingen waarover wordt geklaagd (deels) zijn verricht door medewerkers en de handelingen kennelijk onder verantwoordelijkheid van de in aanhef van deze beslissing vermelde gerechtsdeurwaarder vallen, wordt met inachtneming van de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 12 augustus 2014 (ECLI:NL:GHAMS:2014:3696) deze gerechtsdeurwaarder als beklaagde aangemerkt.

4.2. Uitgangspunt is dat brieven en e-mails binnen een redelijke termijn dienen te worden beantwoord. Klaagster stelt dat zij meerdere e-mailberichten aan de gerechtsdeurwaarder heeft gestuurd en tweemaal contact heeft opgenomen, maar geen reactie heeft ontvangen. De gerechtsdeurwaarder ontkent dat hij de bij de klacht gevoegde e-mailberichten heeft ontvangen. Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder daaraan toegevoegd dat de e-mailberichten van klaagster niet in de inbox van zijn kantoor zijn aangetroffen en evenmin voorkomen in het logboek. Hoewel klaagster de genoemde e-mailberichten naar het juiste adres heeft verzonden, kan bij het ontbreken van verdere gegevens niet worden vastgesteld of de emailberichten de gerechtsdeurwaarder hebben bereikt. Dit betekent dat ook niet kan worden vastgesteld dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte niet op die berichten heeft gereageerd.

4.4 Bij e-mail van 2 augustus 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klaagster verzocht om afzonderlijke salarisspecificaties van beide betrokkenen van de afgelopen twee maanden, teneinde het bedrag dat teveel ingehouden zou zijn te kunnen berekenen. Klaagster heeft op 2 augustus 2016 diverse salarisstroken overgelegd, met uitzondering van de salarisstrook van [     ] van de maand juli 2016. Nu deze salarisstrook ontbreekt en niet blijkt dat deze later alsnog is toegezonden, heeft de gerechtsdeurwaarder het teveel ontvangen bedrag van [     ] niet kunnen berekenen. Het op 25 juli 2016 teveel ontvangen bedrag van [     ] heeft de gerechtsdeurwaarder op 23 augustus 2016 aan de betreffende werkgever teruggestort. Tuchtrechtelijk laakbaar handelen is niet gebleken.

4.5 Wat betreft de verzoeken van klaagster om teruggave van de teveel ontvangen bedragen in de maanden augustus en september 2015 en januari tot en met mei 2016 geldt dat terugbetaling door de gerechtsdeurwaarder slechts mogelijk is voor wat betreft de gelden die hij nog onder zich heeft. De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat op zijn kantoor als beleid voert dat ontvangen gelden direct worden afgedragen. Nu de gerechtsdeurwaarder eind juli 2016 is geconfronteerd met de hoogte van de beslagvrije voet, zijn de in juli 2016 ontvangen betalingen, vooruitlopend op een eventuele herberekening en de kans dat teveel ingehouden zou zijn, niet afgedragen aan de opdrachtgever. De overige gelden heeft de gerechtsdeurwaarder niet meer onder zich. Uit vaste rechtspraak (ECLI:NL:GHAMS:2016:4548) volgt dat het niet tuchtrechtelijk laakbaar is dat gelden die door de gerechtsdeurwaarder reeds te goeder trouw aan de opdrachtgever zijn doorbetaald, niet meer worden terugbetaald. Gelet op vorenstaande is het niet tuchtrechtelijk laakbaar dat de gerechtsdeurwaarder de teveel ontvangen gelden over de maanden augustus en september 2015 en januari tot en met mei 2016 niet heeft teruggestort.

4.6 De stelling van klaagster dat de gerechtsdeurwaarder zich asociaal gedraagt en de naam gerechtsdeurwaarder niet waardig is, is slechts een niet nader onderbouwde stelling. Nu enig klachtwaardig handelen op dit punt niet kan worden vastgesteld, dient de klacht eveneens op dit onderdeel ongegrond te worden verklaard.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-      verklaart de klachten ongegrond.

Aldus gegeven door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, en mr. W.M. de Vries en M.W. de Ruijter, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 maart 2017, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.