ECLI:NL:TGDKG:2017:34 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/596062 / DW RK 15/953

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:34
Datum uitspraak: 07-03-2017
Datum publicatie: 31-03-2017
Zaaknummer(s): C/13/596062 / DW RK 15/953
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Adresverificatie. Fout van een medewerker die niet heeft gedaan waarom door de gerechtsdeurwaarder was verzocht, namelijk controle van de GBA-gegevens. De gerechtsdeurwaarder heeft te horen gekregen dat het adres juist was en mocht daarvan uitgaan. Het voert te ver om de omissie van de zaakbehandelaar in dit geval toe te rekenen aan de gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder heeft de ambtshandeling niet uitgevoerd omdat de feitelijke situatie ter plaatse anders was dan volgens de aan hem verstrekt informatie. Klacht deels gegrond, geen maatregel opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 7 maart 2017 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/596062 / DW RK 15/953 ingediend door:

[     ],

wonende te Eindhoven,

klager,

tegen:

[     ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 28 oktober 2015 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij brief van 25 november 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend. Klager heeft schriftelijk medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen. Bij brief van 16 januari 2017 heeft de gerechtsdeurwaarder om aanhouding van de behandeling verzocht. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 17 januari 2017 alwaar niemand is verschenen. Ter zitting is het aanhoudingsverzoek als zijnde te laat en niet gemotiveerd afgewezen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 7 maart 2017.

1. De feiten

De gerechtsdeurwaarder heeft op 28 oktober 2015 getracht om op het adres van klager een ambtshandeling te verrichten. Omdat de situatie ter plaatse feitelijk anders was dan deze volgens informatie van de gerechtsdeurwaarder zou moeten zijn, is de ambtshandeling niet verricht.

2. De klacht

2.1 Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder het volgende. Op 28 oktober 2015 is de gerechtsdeurwaarder bij hem langs geweest. Klager en zijn partner waren thuis en hebben tegen de gerechtsdeurwaarder gezegd dat de betreffende persoon aldaar niet woonachtig was maar een cliënt is van klager die hij in zijn hoedanigheid van psycholoog heeft begeleid. De gerechtsdeurwaarder heeft daarop tot tweemaal toe beweerd dat de betreffende debiteur volgens een recente adresverificatie op het adres van klager staat ingeschreven, terwijl dat niet zo is.

2.2 Voorts verwijt klager de gerechtsdeurwaarder dat deze bij hem aan de deur is geweest om de schuld van de debiteur te innen.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

3.1 De gerechtsdeurwaarder heeft allereerst aangevoerd dat klager geen eigen belang heeft bij de klacht en evenmin is gemachtigd om de klacht in te dienen namens de debiteur. De klacht is daarom niet-ontvankelijk.

3.2 Inhoudelijk heeft de gerechtsdeurwaarder aangevoerd dat er reeds twee dwangbevelen aan de debiteur waren betekend. Van de opdrachtgever is een actualisatie van het adres ontvangen. Deze is verwerkt door een zaakbehandelaar op kantoor. Voorafgaand aan de op 28 oktober 2015 te verrichten ambtshandeling heeft de gerechtsdeurwaarder gebeld met de zaakbehandelaar op kantoor. Dit omdat de

14-dagentermijn na de meest recente GBA-aanvraag in het dossier was verstreken. Aan de zaakbehandelaar is gevraagd nogmaals het adres van de debiteur te verifiëren. Er is hierna telefonisch aan de gerechtsdeurwaarder meegedeeld dat het adres van de debiteur correct was. De gerechtsdeurwaarder heeft zich vervolgens naar dit adres begeven en heeft aangebeld. Aan klager en zijn partner is meegedeeld dat volgens de eigen gegevens de debiteur aldaar woonachtig zou zijn. Volgens klager had de debiteur het adres slechts opgegeven als brief/correspondentieadres. Klager wenste vervolgens geen gehoor te geven aan de excuses en nadere uitleg van de gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder is toen vertrokken en heeft geen ambtshandeling uitgevoerd. De feitelijke situatie was anders dan volgens de aan hem verstrekt informatie. Later op kantoor is het de gerechtsdeurwaarder gebleken dat de actualisatie van de opdrachtgever als adreswijziging is doorgegeven en niet als brief/correspondentieadres is doorgekomen. De medewerker heeft niet geconstateerd dat het om een briefadres ging en niet om het woonadres.

4. De ontvankelijkheid van de klacht

De kamer acht klager ontvankelijk, omdat klager werd geconfronteerd met het handelen van de gerechtsdeurwaarder. Hij heeft daarmee voldoende belang om in de klacht te worden ontvangen.

5. De beoordeling van de klacht

5.1 Op grond van artikel 34 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn de gerechtsdeurwaarder, waarnemend-, toegevoegd- en kandidaat-gerechtsdeurwaarder en degene die is toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid, bedoelde opleiding, aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechtsdeurwaarder, toegevoegd gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in voormelde zin.

5.2 De kamer overweegt als volgt. Als erkend dan wel onvoldoende weersproken is het volgende vast komen te staan. Voorafgaand aan de ambtshandeling heeft de gerechtsdeurwaarder de zaakbehandelaar verzocht het adres van de debiteur te controleren door middel van een GBA-bevraging. In plaatst daarvan heeft de zaakbehandelaar de door de opdrachtgever doorgegeven adreswijziging aan de gerechtsdeurwaarder doorgegeven. De zaakbehandelaar heeft daarbij niet geconstateerd dat het ging om een briefadres. Klachtonderdeel 2.1 is daarom terecht voorgesteld.

5.3 Dat de gerechtsdeurwaarder bij klager aan de deur is geweest om de schuld van de debiteur te innen is niet tuchtrechtelijk laakbaar. De gerechtsdeurwaarder was in de veronderstelling dat het adres juist was en mocht daarvan ook uitgaan.

5.4 De Kamer is van oordeel dat kan worden volstaan met de constatering dat de klacht gegrond is. Het gaat hier om een fout van een medewerker die niet heeft gedaan waarom door de gerechtsdeurwaarder was verzocht, namelijk controle van de GBA-gegevens. De gerechtsdeurwaarder heeft te horen gekregen dat het adres juist was en mocht daarvan uitgaan. Na discussie is besloten de ambtshandeling niet te verrichten. Eerst terug op kantoor is geconstateerd wat er aan de hand was. Het voert dan te ver om de omissie van de zaakbehandelaar toe te rekenen aan de gerechtsdeurwaarder. Gelet hierop zijn er geen termen aanwezig om tot het opleggen van een maatregel over te gaan.

5.4 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-      verklaart klager ontvankelijk in zijn klacht;

-      verklaart de klachtonderdeel 2.1 gegrond;

-      laat het opleggen van een maatregel achterwege;

-      verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, en mr. C.A. van Dijk en mr. J.N. Reijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 maart 2017, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.