ECLI:NL:TGDKG:2017:163 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/601354 DW RK 16/24

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:163
Datum uitspraak: 28-03-2017
Datum publicatie: 03-10-2017
Zaaknummer(s): C/13/601354 DW RK 16/24
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: Betekening proces-verbaal van gelegd beslag. De kamer is van oordeel dat het exploot op een onjuiste wijze is betekend waardoor de privacy van klager is geschonden. Klacht gegrond verklaard. Maatregel van berisping met aanzegging opgelegd. Hoger beroep ingesteld.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 28 maart 2017 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/601354  DW RK 16/24 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 6 januari 2016, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 24 februari 2016, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De gerechtsdeurwaarder heeft schriftelijk medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 14 februari 2017, alwaar niemand is verschenen. De uitspraak is bepaald op 28 maart 2017.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          Op 4 januari 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder een proces-verbaal van beslaglegging d.d. 28 december 2015 betekend.

-          In het exploot staat dat het exploot is gedaan en gelaten aan het adres van klager: [     ], [     ], gemeente [     ].

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder het exploot met opzet te hebben gelaten aan het adres [     ], in de brievenbus van de familie [     ]. Met opzet omdat huisnummer [     ] zich twee huizen verderop bevindt. Vervolgens heeft klager de envelop geopend ontvangen. Klager acht dit geen juiste gang van zaken. Hij heeft vervolgens telefonisch contact opgenomen en werd ronduit onbeschoft behandeld.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1. Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2. Gerechtelijke stukken dienen te worden betekend overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Afhankelijk van de situatie dient te worden beslist aan wie en op welke wijze het gerechtelijk stuk dient te worden aangeboden. Dat betekent dat gerechtelijke stukken niet zomaar achtergelaten kunnen worden. Een gerechtsdeurwaarder dient zorgvuldig om te gaan met de gegevens die hem of haar ter beschikking zijn gesteld.

4.3. Klager stelt dat de gerechtsdeurwaarder het exploot opzettelijk heeft achtergelaten in de brievenbus van de buren op nummer [     ]. De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat nummer [     ] niet over een eigen brievenbus beschikte en dat hij, afgaande op de situatie, het exploot op nummer [     ] op deze manier mocht achterlaten. De gerechtsdeurwaarder voert aan dat op nummer [     ] een recreatielandgoed geëxploiteerd wordt, voorzien van een binnenplaats waaraan vakantiewoningen liggen met de huisnummers [     ] tot en met [     ].

4.4. De Kamer volgt de zienswijze van de gerechtsdeurwaarder niet. Artikel 47 lid 1 Rv bepaalt de wijze van betekening ingeval de gerechtsdeurwaarder geen afschrift kan laten aan een van de personen als genoemd in artikel 46 lid 1 Rv. In dat geval dient de gerechtsdeurwaarder een afschrift in gesloten envelop achter te laten aan de woonplaats. Indien dat feitelijk onmogelijk is, dan dient de gerechtsdeurwaarder terstond een afschrift per post te bezorgen. In beide gevallen dient hij daarbij de reden van de feitelijke onmogelijkheid in het exploot te vermelden.

4.5. De gerechtsdeurwaarder heeft geen exploot kunnen achterlaten op nummer [     ], omdat nummer [     ] geen brievenbus zou hebben, aldus de gerechtsdeurwaarder. Als de gerechtsdeurwaarder het toetsingskader van artikel 47 Rv zou hebben gevolgd, dan had hij het exploot terstond per post dienen te bezorgen, onder vermelding van de reden daarvan. Dit heeft de gerechtsdeurwaarder nagelaten. Sterker nog, de gerechtsdeurwaarder heeft het exploot bewust achtergelaten bij de buren op nummer [     ], met uitdrukkelijke vermelding op het exploot dat hij het exploot heeft achtergelaten op nummer [     ]. De Kamer is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder er niet zomaar vanuit mocht gaan dat post bestemd voor de huisnummers [     ] tot en met [     ] op huisnummer [     ] zou worden bezorgd.

4.6. De handelingen van de gerechtsdeurwaarder druisen in tegen een kernwaarde van een authentieke akte, namelijk dat een ieder moet kunnen vertrouwen op de juistheid van de inhoud daarvan. Gelet op de onjuiste wijze van betekenen draagt de gerechtsdeurwaarder wel degelijk verantwoording voor de omstandigheid dat de envelop is geopend door een ander dan de geadresseerde, waardoor de privacy is geschonden. De gerechtsdeurwaarder heeft hier een principiële fout gemaakt, hetgeen ertoe leidt dat de klacht terecht is voorgesteld.

4.7. De gerechtsdeurwaarder heeft het gestelde met betrekking tot de onheuse bejegening uitdrukkelijk ontkend. Nu klager ook niet nader heeft onderbouwd waaruit de onbeschofte wijze van te woord staan zou hebben bestaan, kan tuchtrechtelijk laakbaar handelen op dit punt niet worden vastgesteld.

4.8. De Kamer zal de klacht gegrond verklaren. De Kamer is van oordeel dat oplegging van de na te melden tuchtrechtelijke maatregel passend en geboden is. Beslist wordt als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-       verklaart de klacht gegrond;

-       legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel berisping op, met de aanzegging dat indien andermaal een van de in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet bedoelde handelingen of verzuimen wordt gepleegd, een geldboete, schorsing of ontzetting uit het ambt zal worden overwogen.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, en mr. Ch. A. van Dijk en J.N. Reijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 maart 2017, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.