ECLI:NL:TGDKG:2017:153 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/604726 / DW RK 16/289

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:153
Datum uitspraak: 18-07-2017
Datum publicatie: 02-10-2017
Zaaknummer(s): C/13/604726 / DW RK 16/289
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie:   Niet beantwoorden brieven. Van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij brieven dan wel e-mailberichten met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde zaak binnen een redelijke termijn beantwoordt. In dit geval is de gerechtsdeurwaarder tot driemaal toe in de gelegenheid geweest te reageren hetgeen niet is gedaan. Weliswaar heeft de gerechtsdeurwaarder na ontvangst van het bezwaar van klager contact opgenomen met zijn opdrachtgever maar klager is hiervan niet op de hoogte gesteld. Klacht gegrond, maatregel van berisping opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 18 juli 2017 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/604726 / DW RK 16/289 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen gedateerd op 16 maart 2016 heeft klager een klacht ingediend tegen  (het kantoor van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij brief ingekomen op 20 april 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 13 juni 2017. De gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 18 juli 2017.

1. De feiten

a)     De gerechtsdeurwaarder is begin februari 2016 aangevangen  met de incasso van een vordering van het Centraal Administratie Kantoor ten laste van klager. Op 23 februari 2016 is gebleken dat de hoofdsom is komen te vervallen.

b)     Bij e-mailbericht van 23 februari 2016 heeft klager aan de gerechtsdeurwaarder verzocht om de incassokosten aan hem terug te storten. Bij e-mailberichten van 1 en 3 maart 2016 heeft klager gerappelleerd. Een door klager ingediende klacht heeft de gerechtsdeurwaarder beantwoord bij  e-mail van 8  april 2016.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij niet heeft gereageerd op de door hem verzonden e-mailberichten van 23 februari 2016 en 1 en 3 maart 2016.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht erkend. Voor zover van belang wordt hierna daarop ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 De klacht is ingediend tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor hetgeen op grond van de wet niet mogelijk is. Op grond van vaste rechtspraak dient bij klachten gericht tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor de tuchtrechter zelf te onderzoeken tegen welke gerechtsdeurwaarder(s) van het kantoor de klacht zich richt. Nu de in aanhef vermelde gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat het dossier van klager onder zijn verantwoordelijkheid valt, wordt hij als beklaagde aangemerkt. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2 De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat hij direct na het e-mailbericht van klager op 23 februari 2016 contact heeft opgenomen met zijn opdrachtgever. Na overleg met de opdrachtgever is het bezwaar van klager gehonoreerd en zijn de door hem betaalde kosten gerestitueerd met welgemeende excuses dat verzuimd is om klager te informeren over het in behandeling nemen van zijn bezwaar. Hiervan is klager bij e-mailbericht van 8 april 2016 op de hoogte gebracht.

4.3 De kamer overweegt dat van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij brieven dan wel e-mailberichten met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde zaak binnen een redelijke termijn beantwoordt. In dit geval is de gerechtsdeurwaarder tot driemaal toe in de gelegenheid geweest te reageren hetgeen niet is gedaan. Weliswaar heeft de gerechtsdeurwaarder na ontvangst van het bezwaar van klager contact opgenomen met zijn opdrachtgever maar klager is hiervan niet op de hoogte gesteld. De klacht wordt daarom gegrond verklaard.

4.7 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. Weliswaar heeft de gerechtsdeurwaarder excuses aangeboden en het bedrag aan klager geretourneerd, maar naar klager toe is eerst na indiening van de onderhavige klacht  gereageerd. De kamer acht het daarom passend om tot het opleggen van na te melden maatregel over te gaan.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-       verklaart de klacht gegrond;

-       legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. L. van Berkum, plaatsvervangend voorzitter, mr. A. Sissing en M.W. de Ruijter, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 juli 2017, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.