ECLI:NL:TGDKG:2017:152 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/602983 / DW RK 16/119

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:152
Datum uitspraak: 18-07-2017
Datum publicatie: 02-10-2017
Zaaknummer(s): C/13/602983 / DW RK 16/119
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie:   Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij herhaaldelijk probeert een schuld van zijn dochter bij hem te innen in een dossier waarin klager herhaaldelijk heeft medegedeeld niet als gemachtigde van zijn dochter op te treden. De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht erkend en de klacht wordt gegrond verklaard. Maatregel van berisping opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 18 juli 2017 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/602983 / DW RK 16/119 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier, met bijlagen, ingekomen op 9 februari 2016 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij brief ingekomen op 7 maart 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 13 juni 2017, alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 18 juli 2017.

1. De feiten

a)     De gerechtsdeurwaarder heeft twee dossiers van de dochter van klager in behandeling. Een dossier met nummer 670488 inzake een vordering van [     ] en een dossier met nummer 765059 inzake een andere vordering.

b)     In het dossier met nummer 670488 is klager gevolmachtigde van zijn dochter.

c)     Naar aanleiding van een bericht van klager in de zaak met 670488 heeft een medewerker van de gerechtsdeurwaarder klager op 2 februari 2016 op de hoogte gebracht van de vordering in het dossier met nummer 765059.

d)     Op 3 februari 2016 heeft klager de gerechtsdeurwaarder medegedeeld geen gevolmachtigde te zijn in het andere dossier van zijn dochter. Desondanks heeft de gerechtsdeurwaarder klager op 4 februari 2016 opnieuw verzocht een regeling te treffen voor dat dossier.

e)     Een door klager ingediende klacht heeft de gerechtsdeurwaarder beantwoord bij brief van 8 februari 2016.

2. De klacht

Klager voert aan dat de gerechtsdeurwaarder twee dossiers van zijn dochter in behandeling heeft. In één van de dossier is hij gevolmachtigde voor zijn dochter. In het andere dossier is hij dat niet. Die schuld komt voor rekening van zijn dochter. Dit heeft klager de gerechtsdeurwaarder medegedeeld. Ten onrechte probeert de gerechtsdeurwaarder deze schuld ook bij hem te innen. Klager heeft inzage gekregen in gegevens van zijn dochter waarmee hij niets te maken heeft en ook niet wil hebben.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht erkend. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat klager in het dossier met zaaknummer 765059 voor de vordering van zijn dochter is aangeschreven. Omdat klager gemachtigde van zijn dochter was in een andere zaak is achteraf bezien ten onrechte verondersteld dat dit eveneens voor deze zaak gold. Nadat klager erop had gewezen dat dit niet zo was, is klager abusievelijk nog een keer gewezen op de vordering in dit dossier.

4.3 De kamer overweegt dat niet is gebleken dat er in het dossier met zaaknummer 765059 aanwijzingen waren dat klager ook als gemachtigde voor zijn dochter in dit dossier optrad. Nadat klager de gerechtsdeurwaarder daarop herhaaldelijk had gewezen, is klager opnieuw verzocht voor dat dossier een betalingsregeling te treffen. Daarvoor bestond echter geen grond en klager heeft op deze wijze gegevens van zijn dochter ontvangen die niet voor hem bestemd waren. Hieruit volgt dat de klacht op dit punt gegrond dient te worden verklaard.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. De kamer acht termen aanwezig tot het opleggen van na te melden maatregel over te gaan.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-       verklaart de klacht met betrekking tot het herhaaldelijk aanschrijven van klager voor de vordering op zijn dochter in dossier 765059 gegrond;

-       legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op;

-       verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, en mr. A. Sissing en M.W. de Ruijter, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 juli 2017, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.