ECLI:NL:TGDKG:2017:151 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/609976 / DW RK 16/612

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:151
Datum uitspraak: 13-06-2017
Datum publicatie: 02-10-2017
Zaaknummer(s): C/13/609976 / DW RK 16/612
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Verificatie GBA gegevens. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

 KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 13 juni 2017 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 7 juni 2015 met zaaknummer C/13/597598 / DW RK 15/1044 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/609976 / DW RK 16/612 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

1. [     ],

2. [     ],

3. [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden,

gemachtigde: [     ].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 18 november 2015 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Klager heeft nog aanvullende stukken doen toekomen op 30 november 2015, 24 december 2015 en 10 januari 2016. Bij brief van 22 december 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend. Bij beslissing van 7 juni 2016 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 7 juni 2016. Bij brief van 10 juni 2016 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De gerechtsdeurwaarder heeft medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen. Het verzetschrift is behandeld ter openbare zitting van 18 april 2017 alwaar de niemand is verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 13 juni 2017.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

De kamer verwijst voor de feiten naar hetgeen de voorzitter in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten door de voorzitter geen bezwaar gemaakt, zodat ook de kamer van die feiten uitgaat.

4. De oorspronkelijke klacht

In de inleidende klacht beklaagd klager zich erover dat de gerechtsdeurwaarders

in een te vroeg stadium, namelijk in de incassofase, de GBA-gegevens van klager hebben geverifieerd en niet-professionele banden lijken te hebben met de opdrachtgever Zilveren Kruis en hun vorderingen verzinnen.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft op de klacht overwogen dat de gerechtsdeurwaarder heeft weersproken dat te vroeg of onnodig informatie is ingewonnen uit de basisadministratie. Op het moment van het inwinnen van deze informatie bestond er bij de gerechtsdeurwaarder het voornemen om een ambtshandeling te verrichten, namelijk om klager te dagvaarden. Onder deze omstandigheden mag de gerechtsdeurwaarder informatie inwinnen uit de basisadministratie. Dat de gerechtsdeurwaarder op basis van deze informatie alvorens het uitbrengen van een dagvaarding nog een aanmaning naar het nieuwe adres van klager heeft verzonden, levert geen tuchtrechtelijk laakbaar handelen op, mede doordat dit in het belang van klager is gedaan ter voorkoming van een gerechtelijke procedure.

5.2 De voorzitter heeft verder overwogen dat de stellingen van klager steunen op suggestieve, niet-onderbouwde argumenten. De inhoudelijke klachten die klager in de aanvullende brief van 30 november 2015 formuleert lijken zich te richten tot de (directie van de) opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder. Klager is het kennelijk niet eens met de vordering die de gerechtsdeurwaarder ter hand is gesteld door de opdrachtgever. Dit levert echter geen tuchtrechtelijk laakbaar handelen van de gerechtsdeurwaarder op.

6. De gronden van het verzet

6.1 Voor zover in verzet van belang heeft klager samengevat aangevoerd dat op hem een mechanisme wordt toegepast waarbij hij wordt tegengewerkt met als doel zijn mond te snoeren. Daarvoor worden allerlei onjuistheden geuit alsof die onjuistheden de enige echte waarheid vormen. Leugens, bedrog, laster en smaad worden daarbij niet geschuwd. Die onjuistheden moeten ervoor zorgen dat niemand in de samenleving klager nog serieus neemt. Stellingen en vermoedens worden zonder objectieve toetsing als de enige waarheid aangenomen.

6.2 In dit geval gaat het om een vordering die werd teruggedraaid door een creditfactuur. Wanneer de voorzitter van de Raad van Bestuur voor het opnieuw incasseren van die vordering toestemming geeft, geeft hij daarmee groen licht voor verdere belaging door gerechtsdeurwaarders. Het is een misvatting dat klager een conflict heeft met Zilveren Kruis. Klager verwijst naar creditfacturen die niet zijn teruggedraaid. De gerechtsdeurwaarders maken zich schuldig aan strafbare feiten en blijven doof voor onderbouwd protest.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

De kamer overweegt dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren geen nieuwe gezichtspunten op. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient ongegrond te worden verklaard.

8. Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-       verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, en mr. L. van Berkum en mr. J.N. Reijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 juni 2017, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.