ECLI:NL:TGDKG:2017:118 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 488.2017

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:118
Datum uitspraak: 11-07-2017
Datum publicatie: 11-08-2017
Zaaknummer(s): 488.2017
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Volgens klager zijn nodeloos kosten veroorzaakt door de gerechtsdeurwaarder. Klager heeft een regeling aangeboden die niet is geaccepteerd. Vervolgens is bij de beslaglegging geen rekening gehouden met de beslagvrije voet. In verzet heeft klager aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte geen rekening heeft gehouden met zijn adreswijziging. Het verzet is ongegrond. Nieuwe klachtonderdelen mogen niet voor het eerste in verzet worden aangevoerd. Ook in verzet heeft klager niet aannemelijk kunnen maken dat hij door toedoen van de gerechtsdeurwaarder stukken niet heeft ontvangen.

Beslissing van 11 juli 2017 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 25 april 2017 met nummer C/13/612961 DW RK 16/828 en het daartegen ingestelde verzet met nummer C/13/628505 DW RK 17/488 ingesteld door:

[   ],

wonende te [   ],

klager,

tegen:

[   ],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [   ],

beklaagde,

gemachtigde: [   ].

1. Ontstaan en loop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 25 april 2017 aan klager toegezonden. Op 8 mei 2017 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 27 juni 2017 in aanwezigheid van klager. De gerechtsdeurwaarder is verschenen bij zijn gemachtigde. De behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op uiterlijk 8 augustus 2017.

2. De feiten

De gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van een op 25 mei 2016 tegen klager gewezen vonnis. De procedure bij de kantonrechter is op tegenspraak gevoerd. Klager is gedagvaard tegen de zitting van 30 december 2015. Hij woonde toen op zijn oude adres. Klager is op 1 februari 2016 verhuisd naar zijn huidige adres. Nadat het vonnis is gewezen heeft de gerechtsdeurwaarder klager op 3 juni 2016 aangeschreven op zijn oude adres met een specificatie van het verschuldigde bedrag en de mededeling dat dit bedrag binnen 5 dagen moest worden betaald. Klager heeft op die brief niet gereageerd en heeft niets betaald. Op 16 juni 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder het vonnis aan klager betekend op zijn huidige adres. Vervolgens is op 14 juli 2016 ten laste van klager beslag gelegd op diens uitkering. 

3. De oorspronkelijke klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat als gevolg van de betekening van het vonnis nodeloos kosten zijn veroorzaakt. Klager heeft een betalingsregeling aangeboden na de betekening van het vonnis, maar die is niet geaccepteerd. Vervolgens is bij de beslaglegging geen rekening gehouden met de beslagvrije voet. Volgens klager houdt de gerechtsdeurwaarder geen rekening met zijn moeilijke omstandigheden. Communicatie met de gerechtsdeurwaarder is onmogelijk en volgens klager doet de gerechtsdeurwaarder maar wat hij wil.

4. Het oorspronkelijke verweer van de gerechtsdeurwaarder

4.1 De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Het vonnis vermeldde nog het oude adres van klager en gedurende de procedure bij de kantonrechter heeft klager niet meegedeeld dat zijn adres was gewijzigd. De brief van 3 juni 2016 is daarom naar het oude adres van klager verzonden. De gerechtsdeurwaarder mocht er immers van uitgaan dat het adres ongewijzigd was.

4.2 Klager heeft driemaal een betalingsregeling voorgesteld en aan hem is iedere keer toegelicht dat de opdrachtgever die regeling niet toestond en dat verdere executiemaatregelen zouden worden getroffen als de vordering niet werd voldaan.

4.3 Op 27 juli 2016 heeft klager om aanpassing van de beslagvrije voet verzocht. Op verzoek is van hem op 28 juli 2016 nadere informatie ontvangen en op 4 augustus 2016 is de beslagvrije voet aangepast. 

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft geoordeeld dat de klacht ongegrond is en heeft daartoe het volgende overwogen. De gerechtsdeurwaarder heeft terecht aangevoerd dat op een normale en fatsoenlijke wijze is gecommuniceerd. Dit valt ook af te leiden uit de overgelegde stukken en klager heeft dit klachtonderdeel verder niet concreet gemaakt.

5.2 Ook zijn als gevolg van de betekening van het vonnis geen nodeloze kosten veroorzaakt, omdat de gerechtsdeurwaarder de bevoegdheid had om tot betekening over te gaan. Het behoorde immers tot de eigen verantwoordelijkheid van klager om tijdig aan het vonnis te voldoen en dat was niet gebeurd. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dat betekent dat klager het bedrag waartoe hij is veroordeeld direct verschuldigd was.

5.3  Vaak worden debiteuren alvorens tot betekening wordt overgegaan bij brief in de gelegenheid alsnog tot betaling over te gaan. Een dergelijke brief is echter niet verplicht. Het is ongelukkig dat deze brief in dit geval naar het oude adres van klager is verzonden, maar het valt de gerechtsdeurwaarder niet aan te rekenen dat hij niet op de hoogte was van het nieuwe adres van klager. Het versturen van een dergelijke brief is ook geen ambtshandeling zodat het adres van de debiteur niet geverifieerd behoeft te worden voorafgaand aan de verzending van een dergelijke brief.

5.4 Een betalingsregeling kan alleen met instemming van de schuldeiser worden getroffen. Als deze daartoe niet bereid is kan dat de gerechtsdeurwaarder niet verweten worden.

5.5 Tot slot heeft de gerechtsdeurwaarder terecht aangevoerd dat de beslagvrije voet binnen een redelijke termijn, namelijk 8 dagen, is aangepast, aldus de voorzitter.  

6. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

7. De gronden van het verzet

7.1 Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter. De voorzitter heeft het verweer van de gerechtsdeurwaarder dat op het oude adres de dagvaarding is betekend of dat naar dat adres brieven zijn verzonden en dat dit aan klager te wijten zou zijn omdat hij zijn adreswijziging niet bekend had gemaakt, ten onrechte voor juist gehouden. De post die werd verstuurd ging naar een nog ouder adres van klager]. Dat betreft echter het adres van de oude woning van klager, welke woning al in 2011 is verkocht. Het is wel degelijk aan de gerechtsdeurwaarder te wijten dat klager post niet heeft ontvangen. Ter zitting heeft klager hieraan toegevoegd dat hij over brieven van de gerechtsdeurwaarder beschikt geadresseerd het adres van de woning die in 2011 is verkocht.

7.2 De voorzitter heeft voorts onterecht overwogen dat de gerechtsdeurwaarder binnen een redelijke termijn van 8 dagen de beslagvrije voet heeft aangepast. Op

4 augustus 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder wel gereageerd, maar geen aanpassing doorgevoerd. Op 10 augustus 2016 heeft klager gevraagd het teveel geïncasseerde terug te betalen. Op 15 augustus 2016 werd dit bevestigd, maar op

19 augustus 2016 heeft klager weer moeten schrijven omdat hij per week zijn uitkering krijgt uitbetaald en er weer te veel was ingehouden. Op 26 augustus 2016 kreeg klager pas de bevestiging dat dit zou worden teruggestort. 

8. Het verweer in verzet

De gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting verwezen naar het verweer tegen de klacht. Hij is niet bekend met stukken die zouden zijn verzonden naar het adres [   ].

9. De beoordeling van de gronden van het verzet

9.1 Nieuwe klachtonderdelen, zoals over het tempo waarbinnen de beslagvrije voet zou zijn aangepast, kunnen niet voor het eerst in verzet worden aangevoerd. Klager heeft in de (oorspronkelijke) klacht slechts aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarder bij de beslaglegging een onjuiste beslagvrije voet had toegepast en dat hij zelf initiatief moest nemen als hij de beslagvrije voet wilde laten aanpassen. Dat is echter de gebruikelijke gang van zaken, omdat een gerechtsdeurwaarder die beslag legt bij de bepaling van een beslagvrije voet mag uitgaan van de gegevens die bij hem bekend zijn. Het is dan vervolgens aan een betrokkenen om te vragen om aanpassing van die beslagvrije voet. Dat valt een gerechtsdeurwaarder niet te verwijten.

9.2 De kamer is voorts van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast en acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Klager heeft ook in verzet niet aannemelijk kunnen maken dat hij door toedoen van de gerechtsdeurwaarder stukken niet heeft ontvangen.

9.3 De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren daarom geen nieuwe gezichtspunten op.  De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient ongegrond te worden verklaard.

10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-          verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. W.M.. de Vries, voorzitter, mrs. Ch.A. van Dijk en

J.J.L Boudewijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 juli 2017 in tegenwoordigheid van de secretaris.