ECLI:NL:TGDKG:2017:10 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 636.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:10
Datum uitspraak: 17-01-2017
Datum publicatie: 25-01-2017
Zaaknummer(s): 636.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: De Kamer acht de klachtonderdelen met betrekking tot het niet beantwoorden van een brief van de bewindvoerder van klager en de slechte telefonische bereikbaarheid van het kantoor gegrond. Oplegging van een berisping.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 17 januari 2017 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/591327/ DW RK 15/636 ingesteld door:

[   ],

wonende te [   ],

klaagster,

gemachtigde: [   ], bewindvoerder,

tegen:

[   ],

gerechtsdeurwaarder te [   ],

beklaagde,

gemachtigde: mr. [   ],

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 28 juli 2015 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij brief met bijlagen, ingekomen op 12 november 2015, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.  De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 22 november 2016. De gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klaagster en haar gemachtigde zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De uitspraak is bepaald op 17 januari 2017.

2. De feiten

Klaagster heeft een schuldhulpverleningsovereenkomst gesloten met haar gemeente ingaande 4 februari 2015. De gemachtigde is haar bewindvoerder. Dit is aan de gerechtsdeurwaarders bij brief van 3 september 2014 meegedeeld. Op 14 april 2014 is beslag gelegd op de zorgtoeslag van klaagster en op 17 juli 2015 hebben de gerechtsdeurwaarders beslag gelegd op de uitkering van klaagster. Dit laatste beslag is overbetekend aan de gemachtigde. De gemachtigde heeft het kantoor van de  gerechtsdeurwaarders bij brief van 22 juli 2015 gegevens opgestuurd teneinde de beslagvrije voet aan te passen.

3. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat:

1) deze in gebreke is gebleven om haar gemachtigde behoorlijk te informeren over de schulden;

2) deze de hulpverlening heeft gefrustreerd;

3) deze ondanks de lange wachttijd aan de telefoon van 30 minuten en nadat de gemachtigde contact had gezocht,  niet heeft teruggebeld;

4) deze evenmin heeft gereageerd op de brief van de gemachtigde van 22 juli 2015;

5) de telefonische wachttijden in het algemeen gesproken te lang zijn. Een kwartier is geen uitzondering;

6)  deze onjuiste mededelingen heeft gedaan;

7) deze ambtshandelingen rechtstreeks ten aanzien van de onder bewind gestelde verricht.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

Er is wel degelijk opgave gedaan aan de gemachtigde van de openstaande vorderingen. Er is geen beslag gelegd terwijl er een schuldhulpverleningstraject was gestart. Schuldhulpverlening heeft trouwens geen opschortende werking ten aanzien van executiemaatregelen. De beslagen zijn gelegd voordat de schuldhulpverlening via de gemeente van start is gegaan en deels ook voordat de gemachtigde tot bewindvoerder werd benoemd. Een beslag van na aanvang bewind is aan de bewindvoerder overbetekend.

5. Beoordeling van de klacht

5.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.2 De gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting aangevoerd dat zij niet weet  of de brief van 22 juli 2015 was beantwoord en zij heeft toegegeven dat er een periode is geweest gedurende welke de telefonische wachttijd te lang was. Gelet op deze reactie acht de Kamer de klachtonderdelen 4 en 5 gegrond. De klachtonderdelen 1,2,3 en 6 zijn gemotiveerd weersproken. Klaagster noch haar gemachtigde hebben naar aanleiding daarvan gereageerd, omdat zij ter zitting niet zijn verschenen. De juistheid van deze klachten is daarom niet komen vast te staan en deze klachtonderdelen worden ongegrond geacht.

5.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klachtonderdelen 4 en 5 gegrond;

-        verklaart de overige klachtonderdelen ongegrond;

-        legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, mr. A. Sissing en M.W. de Ruijter, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 januari 2017, in tegenwoordigheid van de secretaris.