ECLI:NL:TAHVD:2017:89 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160313

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2017:89
Datum uitspraak: 02-06-2017
Datum publicatie: 07-06-2017
Zaaknummer(s): 160313
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder is tekort geschoten in de communicatie over de aanpak van de zaak en en vastlegging van afspraken daarover. Waarschuwing en kostenveroordeling. Bekrachtiging.

Beslissing

van 2 juni 2017

in de zaak 160313

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerder

tegen:

klaagster

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch (verder: de raad) van 14 november 2016, gewezen onder nummer 16-610/DB/LI, aan partijen toegezonden op 14 november 2016, waarbij de klacht van klaagster tegen verweerder gegrond is verklaard en aan verweerder de maatregel van waarschuwing is opgelegd. Verweerder is veroordeeld tot betaling van het griffierecht van € 50,00 aan klaagster, de proceskosten van € 50,00 aan klaagster en de proceskosten van € 1.000,00 aan de Nederlandse Orde van Advocaten.

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRSHE:2016:173.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 13 december 2016 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de brief van verweerder van 13 maart 2017.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 10 april 2017, waar klaagster met haar gemachtigde, de heer C, en verweerder zijn verschenen.

3 KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder de aan hem verleende opdracht niet is nagekomen; de door verweerder ondernomen acties hebben niet geleid tot het afgesproken doel, te weten, het helder krijgen van de financiële situatie waarna verweerder zou bezien op welke wijze klaagster zou zijn te beschermen tegen de gevolgen van de schulden.

4 FEITEN

In overweging 2 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5 BEOORDELING

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. Terecht heeft de raad vastgesteld dat verweerder te kort geschoten is in de communicatie over de aanpak van de zaak en vastlegging van afspraken daarover ten onrechte achterwege heeft gelaten.

5.2 De grieven van verweerder tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

5.3 Nu de klacht gegrond is verklaard en een maatregel is opgelegd zal het hof overeenkomstig artikel 48 lid 6 Advocatenwet bepalen dat de kosten die klaagster in verband met de behandeling van de klacht redelijkerwijs heeft moeten maken door verweerder aan klaagster worden vergoed. Deze kosten worden vastgesteld op een bedrag van € 50,- aan reiskosten.

5.4 Nu de klacht gegrond is verklaard en een maatregel is opgelegd zal het hof overeenkomstig artikel 48 lid 6 Advocatenwet bepalen dat de kosten die ten laste komen van de Nederlandse Orde van Advocaten in verband met de behandeling van de zaak door verweerder aan de Nederlandse Orde van Advocaten worden vergoed. Deze kosten moeten binnen vier weken na heden worden betaald.

BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort‘s-Hertogenbosch van 14 november 2016, onder nummer 16-610/DB/LI.

veroordeelt verweerder tot betaling van de proceskosten van € 50,- aan klaagster.

veroordeelt verweerder tot betaling van de proceskosten in hoger beroep van € 1.000,- aan de Nederlandse Orde van Advocaten te betalen binnen vier weken na deze uitspraak door overmaking op rekeningnummer IBAN:NL85 INGB 0000 079000, BIC:INGBNL2A, t.n.v. Nederlandse Orde van Advocaten, Den Haag, onder vermelding van “kostenveroordeling hoger beroep zaaknummer HvD 160313”.

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. A.R. Sturhoofd, J. Italianer, J.A. Schaap en G.R.J. de Groot, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Kikkert, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 juni 2017.

griffier voorzitter

De beslissing is verzonden op 2 juni 2017.