ECLI:NL:TAHVD:2017:227 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170083

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2017:227
Datum uitspraak: 27-11-2017
Datum publicatie: 06-12-2017
Zaaknummer(s): 170083
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht tegen eigen advocaat, dat hij de boot heeft afgehouden, zijn belofte om klager binnen een maand na ontvangst van de stukken te berichten niet is nagekomen en een afspraak met klager kort voor een geplande bespreking heeft afgezegd omdat verweerder geen heil in de zaak van klager zag, is ook in hoger beroep ongegrond. Bekrachtiging.

Beslissing

van 27 november 2017

in de zaak 170083

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 20 februari 2017, onder nummer 16-1082/A/A, aan partijen toegezonden op 20 februari 2017, waarbij de klacht van klager tegen verweerder in alle klachtonderdelen ongegrond is verklaard.

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRAMS:2017:38.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 21 maart 2017 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de brief van verweerder van 24 april 2017.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 6 oktober 2017, waar klager en verweerder zijn verschenen.

3 KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder:

a) “de boot steeds heeft afgehouden”;

b) zijn belofte om klager binnen een maand na ontvangst van de stukken te berichten niet is nagekomen;

c) een afspraak met klager kort voor een geplande bespreking heeft afgezegd omdat verweerder geen heil in de zaak van klager zag.

4 FEITEN

In overweging 2 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5 BEOORDELING

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 20 februari 2017, onder nummer 16-1082/A/A.

Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs. A.R. Sturhoofd, M.L. Weerkamp, M. Pannevis en E.M. Soerjatin, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Kikkert, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2017.

griffier voorzitter

De beslissing is verzonden op 27 november 2017.