ECLI:NL:TAHVD:2017:167 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170085-B
ECLI: | ECLI:NL:TAHVD:2017:167 |
---|---|
Datum uitspraak: | 28-08-2017 |
Datum publicatie: | 29-08-2017 |
Zaaknummer(s): | 170085-B |
Onderwerp: | Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Klacht ingetrokken/schikking getroffen |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Nu klagers hun klacht hebben ingetrokken en naar het oordeel van het hof geen omstandigheden aanwezig zijn die voortzetting als bedoeld in artikel 47a Advocatenwet vergen, heeft het hof de beslissing van de raad vernietigd en verstaan dat op de klacht niet behoeft te worden beslist. |
Beslissing
van 28 augustus 2017
in de zaak 170085-B
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klager sub 1
en
klaagster
en
klager sub 2
hierna tezamen: klagers
tegen:
verweerder
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag (verder: de raad) van 20 februari 2017, onder nummer 16-247/DH/RO-b, aan partijen toegezonden op 20 februari 2017, waarbij van de klacht van klagers tegen verweerder klachtonderdeel a gegrond en klachtonderdeel b niet-ontvankelijk is verklaard en aan verweerder de maatregel van waarschuwing is opgelegd, met veroordeling van verweerder tot betaling van het griffierecht van € 50,00 aan klager sub 2, de proceskosten van € 50,00 aan klagers en de proceskosten van € 1.000,00 aan de Nederlandse Orde van Advocaten. De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRSGR:2017:29.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij klagers van deze beslissing in hoger beroep zijn gekomen, is op 21 maart 2017 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de antwoordmemorie van verweerder;
- de brief van klagers aan het hof van 25 juli 2017;
- de brief van verweerder aan het hof van 31 juli 2017.
2.3 Klagers en verweerder hebben het hof bericht dat zij een regeling hebben getroffen. In dat kader hebben klagers de onderhavige klacht ingetrokken, heeft verweerder het hof bericht dat hij geen voortzetting van de behandeling verlangt en hebben partijen het hof verzocht de beslissing van de raad te vernietigen.
3 KLACHT
De klacht houdt, zakelijk weergegeven en voor zover in hoger beroep nog van belang, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
a) hij op 10 juni 2015 een rechtstreekse bespreking heeft gevoerd met klager sub 1, terwijl hij wist dat klager sub 2 hen in deze zaak bijstond. Aldus heeft verweerder in strijd gehandeld met gedragsregel 18 lid 1;
b) (…).
4 BEOORDELING
Nu klagers hun klacht hebben ingetrokken en naar het oordeel van het hof geen omstandigheden aanwezig zijn die voortzetting als bedoeld in artikel 47a Advocatenwet vergen, zal het hof de beslissing van de raad vernietigen en verstaan dat op de klacht niet behoeft te worden beslist.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
vernietigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag van 20 februari 2017, onder nummer 16-247/DH/RO-b, en
verstaat dat op de klacht niet meer hoeft te worden beslist.
Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs. H. van Loo, J. Italianer, T.H. Tanja-van den Broek en R.H. Broekhuijsen, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Kikkert, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2017.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 28 augustus 2017.