ECLI:NL:TADRSHE:2017:226 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1135/DB/OB

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2017:226
Datum uitspraak: 02-01-2017
Datum publicatie: 04-01-2017
Zaaknummer(s): 16-1135/DB/OB
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Belangenconflict
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocaten, subonderwerp: Overname van zaken
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Cliënt heeft recht om medische informatie over zichzelf op te vragen bij medisch adviseur. Retentierecht kan alleen worden uitgeoefend op eigen dossier. Gedragsregel 7 ziet op conflicterende belangen tussen twee of meerdere cliënten van dezelfde advocaat. Klacht gedeeltelijk kennelijk niet ontvankelijk, gedeeltelijk kennelijk ongegrond.

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort  ’s-Hertogenbosch

van 2 januari 2017

in de zaak 16-1135/DB/OB

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

De voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: de deken) van 14 december 2016 met kenmerk 48/16/096K, door de raad ontvangen op 15 december 2016, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1             FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende feiten uitgegaan.

1.1      De heer X is in 2010 een bedrijfsongeval overkomen. In maart 2013 heeft de heer X zich tot klager gewend met het verzoek hem in de letselschadezaak bij te staan.

1.2      De verzekeraar heeft in maart 2016 aan de heer X een niet onderhandelbaar schikkingsvoorstel gedaan van € 50.000,- inclusief de buitengerechtelijke kosten. Klager heeft de heer X, gelet op het advies van zijn medisch adviseur, geadviseerd akkoord te gaan met het schikkingsvoorstel van de verzekeraar. De heer X wenste hiermee echter niet akkoord te gaan, hij wilde in rechte een hoger schadebedrag vorderen. Klager heeft de heer X voor een second opinion verwezen naar mr. Y, kantoorgenoot van verweerder, met wie klager in 2014 een raamovereenkomst had gesloten, waarin de (financiële) afspraken in geval van doorverwijzing van zaken zijn vastgelegd. Klager heeft mr. Y per email van 16 maart 2016 namens de heer X verzocht om een second opinion in diens zaak uit te brengen. Mr. Y heeft zijn second opinion per e-mail van 30 maart 2016 aan klager uitgebracht. Klager heeft het advies van mr. Y per email van 31 maart 2016 aan de heer X toegezonden.

1.3      Klager heeft zich op 16 maart 2016 zelf ook tot het kantoor van mr Y gewend. Er werd een afspraak voor een intakegesprek gemaakt op 23 maart 2016. Na dat gesprek heeft verweerder  per e-mail van 31 maart 2016 aan klager bericht dat de heer X zich tot hem had gewend met het verzoek de letselschadezaak van klager over te nemen en verzocht klager het gehele dossier inclusief de medische informatie aan hem toe te sturen. Klager heeft verweerder na enige correspondentie over en weer per e-mail van 4 april 2016 bericht het dossier niet aan verweerder toe te zenden, zolang de succes fee en de buitengerechtelijke kosten niet aan hem waren betaald.

2             KLACHT

2.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.            verweerder heimelijk en zonder toestemming of medeweten van klager diens medisch adviseur heeft verzocht medische informatie betreffende de heer X op te sturen, terwijl hij wist dat klager op goede gronden daarop retentierecht uitoefende. Verweerder heeft hierdoor het vertrouwen in de advocatuur geschaad (gedragsregel 1). Klager had bovendien van alle medische informatie afschriften aan de heer X verzonden;

2.            verweerder heeft nagelaten een minnelijk voorstel van klager aan de heer X voor te leggen en dit als dreigement heeft afgedaan;

3.            verweerder heeft gehandeld in strijd met gedragsregel 7 vanwege conflicterende belangen tussen de heer X en klager.

3             VERWEER

3.1      Verweerder heeft de behandeling van de letselschadezaak op uitdrukkelijk verzoek van de heer X van klager overgenomen. Daarvoor had verweerder de beschikking over het volledige dossier van de heer X nodig. De heer X beschikte zelf niet over het volledige medische dossier. Daarom heeft verweerder het dossier bij klager opgevraagd. Deze was niet bereid dit aan verweerder op te sturen. Omdat het in het belang van de heer X was om zo spoedig mogelijk over zijn volledige medische dossier te beschikken, heeft verweerder met behulp van een machtiging van de heer X medische informatie opgevraagd bij diens huisarts en bij de medisch adviseur van klager. De heer X heeft op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens recht op medische informatie die hem zelf betreft. Hiervoor was geen toestemming van klager vereist. Er was dus geen sprake van het heimelijk benaderen van de medisch adviseur van klager. Verweerder komt ter zake ook geen retentierecht toe.

3.2      Het voorstel van klager hoefde niet aan de heer X te worden voorgelegd, aangezien de inhoud daarvan reeds uitvoerig met hem was besproken. Met de heer X was besproken dat verweerder zich pas over de buitengerechtelijke kosten  zou kunnen uitlaten na afwikkeling van de zaak, althans na bestudering van het hele dossier. Dat klager dreigde met een klacht tegen verweerder maakte niet dat opnieuw overleg met de heer X nodig was.

3.3      Verweerder heeft  de behandeling van de zaak van de heer X tegen de verzekeraar op zich genomen. Klager was hierbij geen partij. Gedragsregel 7 ziet op de situatie dat een advocaat zich met de belangen van twee of meer partijen belast. Dit was hier niet aan de orde.

3.4      Verweerder en de heer X waren op het moment van het overnameverzoek niet bekend met de email van klager van 16 maart 2016 aan mr. Y.

4             BEOORDELING

Ad klachtonderdeel 1

4.1      Het eerste onderdeel van de klacht heeft betrekking op het verzoek van verweerder aan de medisch adviseur van klager betreffende de toezending van medische informatie over de heer X. Verweerder heeft het verzoek gedaan met machtiging van de heer X. Niet valt in te zien op grond waarvan verweerder gehouden was klager om toestemming te vragen voor het opvragen van medische informatie betreffende de heer X. De heer X komt immers het recht toe zijn eigen medische informatie op te vragen en door hem was hiervoor aan verweerder een machtiging verstrekt. Op grond van het bovenstaande was van het achter de rug van klager om heimelijk benaderen van de medisch adviseur van klager geen sprake. De voorzitter volgt klager niet in zijn stelling ten aanzien van het door hem vermeend retentierecht, aangezien dit, voor zover klager dit recht al toekomt, slechts kan worden uitgeoefend op stukken die zich in het dossier van klager bevinden.

Ad klachtonderdeel 2

4.2      Verweerder achtte het niet in het belang van de heer X om het voorstel van klager -nogmaals- met de heer X te bespreken. Het staat een advocaat vrij om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem in overleg met zijn cliënt passend voorkomt. Ter zake komt klager geen klachtrecht toe.

Klachtonderdeel 3

4.3      Het staat een advocaat in beginsel niet vrij om de belangen van twee of meerdere partijen in een zaak te behartigen. Verweerder heeft op verzoek van de heer X de behandeling van de letselschadezaak van de heer X tegen de verzekeraar NN overgenomen. Klager is hierin geen partij, zodat niet valt in te zien op grond waarvan sprake is van een handelen in strijd met het bepaalde in gedragsregel 7.

4.4      Op grond van het voorgaande zal de voorzitter met toepassing van artikel 46 j Advocatenwet onderdeel 1 en 3 van de klacht kennelijk ongegrond verklaren en onderdeel 2 van de klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

BESLISSING

De voorzitter verklaart met toepassing van artikel 46j Advocatenwet:

de onderdelen 1 en 3 van de klacht kennelijk ongegrond

en onderdeel 2 van de klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

Aldus beslist door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 2 januari 2017.

Griffier                                                                        Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 3 januari 2017

verzonden aan:

- klager

-  verweerder

-  de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant

Ingevolge artikelen 46j en 46h van de Advocatenwet kunnen klager/klaagster, verweerder/verweerster en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch,

Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift ( in tweevoud ), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven.

De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.

                     Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

                     a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 1190, 4801 BD Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd in het gerechtsgebouw, Sluissingel 20, Breda

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is

088-2053737

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.

Informatie ook op raadvandiscipline.nl