ECLI:NL:TADRAMS:2017:182 Raad van Discipline Amsterdam 17-228/A/A 17-229/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2017:182
Datum uitspraak: 31-07-2017
Datum publicatie: 08-08-2017
Zaaknummer(s):
  • 17-228/A/A
  • 17-229/A/A
Onderwerp:
  • Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
  • Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Tijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Ongegrond verzet

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  Amsterdam

van 31 juli 2017

in de zaken 17-228/A/A en 17-229/A/A

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 1 mei 2017 op de klacht van:

klagers

tegen:

1.

2.

verweerders

gemachtigde:

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 6 oktober 2016 hebben klagers bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerders.

1.2 Omdat verweerder sub 1 sinds 1 april 2015 als advocaat staat ingeschreven in het arrondissement Amsterdam en verweerder sub 2 met ingang van 1 januari 2013 is uitgeschreven van het tableau, is de klacht door de Limburgse deken voor verder behandeling aan de Amsterdamse deken doorgestuurd.

1.3 Klagers hebben ingestemd met behandeling van beide klachten door de Amsterdamse deken.

1.4 Bij brief aan de raad van 16 maart 2017 met kenmerk 4016-0736 en 4016-0886, door de raad ontvangen op 17 maart 2017, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.5 Bij beslissing van 1 mei 2017 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) met betrekking tot klager sub 1 de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en met betrekking tot klagers sub 2 en 3 de klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels niet-ontvankelijk, welke beslissing op 1 mei 2017 is verzonden aan klagers.

1.6 Bij brief van 23 mei 2017, door de raad ontvangen op 26 mei 2017, hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.7 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 19 juni 2017 in aanwezigheid van klager sub 1. Verweerders zijn met voorafgaand bericht niet verschenen.

1.8 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klagers van 23 mei 2017.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komen klagers in verzet niet op.

3 VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

3.1 Klager sub 1 is opgetreden als gemachtigde van klagers sub 2 en 3. Niet eerder, ook niet in andere klachtprocedures, is er melding van gemaakt dat klager sub 1 onvoldoende eigen belang bij de klacht zou hebben.

3.2 Ten aanzien van de beoordeling door de voorzitter van klachtonderdeel b) geldt dat het hof Den Bosch op 29 september 2015 uitspraak heeft gedaan, zodat de termijn als bedoeld in artikel 46g, eerste lid, onder a, Advocatenwet vanaf die datum is gaan lopen en niet, zoals de voorzitter heeft overwogen, vanaf 17 juli 2013.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klagers aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden (kennelijk) niet-ontvankelijk bevonden.

4.2 Nu het verzet van klagers tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. Q.R.M. Falger, voorzitter, mrs. A.S. Kamphuis en M.W. Schüller, leden, bijgestaan door mr. S. van Excel als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 31 juli 2017.

Griffier Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 31 juli 2017 verzonden.