ECLI:NL:TADRAMS:2017:175 Raad van Discipline Amsterdam 16-1006/A/NH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2017:175
Datum uitspraak: 01-08-2017
Datum publicatie: 08-08-2017
Zaaknummer(s): 16-1006/A/NH
Onderwerp: Grenzen van het tuchtrecht, subonderwerp: Advocaat in hoedanigheid van deken of tuchtrechter
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Ongegrond verzet.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam

van 1 augustus 2017

in de zaak 16-1006/A/NH

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 29 november 2016 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 8 januari 2016 heeft klager bij de voorzitter van het Hof van Discipline een klacht ingediend over verweerder. Bij beslissing van 28 januari 2016 heeft de voorzitter van het Hof van Discipline heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland (hierna: "de deken") aangewezen om de klacht te behandelen.

1.2 Bij brief aan de raad van 27 oktober 2016 met kenmerk 16-056, door de raad ontvangen op 28 oktober 2016, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 29 november 2016 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op dezelfde datum is verzonden aan klager.

1.4 Bij brief van 30 november 2016, door de raad ontvangen op 2 december 2016, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 30 januari 2017 in aanwezigheid van klager.

1.6 Klager heeft bij gelegenheid van die zitting de raad gewraakt. Het wrakingsverzoek is behandeld door de wrakingskamer en afgewezen.

1.7 Het verzet is vervolgens behandeld op de zitting van 6 juni 2017

1.8 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 30 november 2016 en de e-mailberichten van klager aan de raad d.d. 21 december 2016, 20 januari 2017, 23 januari 2017 (allen met bijlage) en de brieven van klager aan de raad d.d. 5 mei 2017 en 10 mei 2017.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet komen neer op een herhaling van de klacht met een verzoek om herbeoordeling.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. C.L.J.M. de Waal, voorzitter, mrs. E.M.J. van Nieuwenhuizen en S. van Andel, leden, bijgestaan door mr. J.H. Bennaars als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 1 augustus 2017.

Griffier Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 1 augustus 2017 verzonden.