ECLI:NL:TADRAMS:2017:170 Raad van Discipline Amsterdam 17-109/A/NH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2017:170
Datum uitspraak: 24-07-2017
Datum publicatie: 31-07-2017
Zaaknummer(s): 17-109/A/NH
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetzaak. Klacht tegen eigen advocaat. Verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 24 juli 2017

in de zaak 17-109/A/NH

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 24 maart 2017 op de klacht van:

klaagster

tegen:

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 7 juni 2016 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerster.

1.2 Bij brief aan de raad van 9 februari 2017 met kenmerk td/md/16-225, door de raad ontvangen op 9 februari 2017, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 24 maart 2017 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 24 maart 2017 is verzonden aan klaagster.

1.4 Bij brief van 23 april 2017, door de raad ontvangen op 23 april 2017, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 12 juni 2017 in aanwezigheid van de gemachtigde van klaagster en verweerster.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klaagster van 23 april 2017 en de nagezonden brieven van klaagster van 29 mei 2017 en 30 mei 2017.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Klaagster merkt allereerst in haar verzetschrift op dat feiten onjuist dan wel eenzijdig zijn weergegeven. Klaagster meent tevens dat de voorzitter de klacht ten onrechte kennelijk ongegrond heeft verklaard, nu zij voorbij is gegaan aan de relevantie van de door klaagster genoemde feiten en omstandigheden.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet strekken ertoe om de klacht opnieuw in volle omvang te beoordelen.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval.

4.2 Voor wat betreft de feitenvaststelling overweegt de raad dat de voorzitter vrij is in het vaststellen van de voor haar beslissing relevante feiten. Dat betekent dat niet alle naar voren gebrachte feiten volledig behoeven te worden vastgesteld. Dat klaagster de feiten anders waardeert, doet aan de juistheid niet af. Voor zover klaagster er over klaagt dat ten onrechte als feit is vastgesteld dat de gemachtigde van klaagster de stukken voor de eerste bespreking vijf uur voor de afspraak had toegestuurd (het was zes uur van te voren) doet dat aan de juistheid van de beslissing niet af.

4.3 Naar het oordeel van de raad kunnen de door klaagster aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.4 Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. C. Wiggers, B. de Regt, leden, bijgestaan door mr. N.M.K. Damen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 24 juli 2017.

Griffier Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 24 juli 2017 verzonden.