ECLI:NL:TADRAMS:2017:152 Raad van Discipline Amsterdam 16-1164/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2017:152
Datum uitspraak: 30-07-2017
Datum publicatie: 07-07-2017
Zaaknummer(s): 16-1164/A/A
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetzaak. Klacht tegen advocaat wederpartij. Verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  Amsterdam

van 30 juni 2017

in de zaak 16-1164/A/A

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 2 februari 2017 op de klacht van:

klaagster

tegen:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 30 mei 2016 heeft de gemachtigde van klaagster namens klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Bij brief aan de raad van 22 december 2016 met kenmerk 4016-0490, door de raad ontvangen op 22 december 2016, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 2 februari 2017 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 2 februari 2017 is verzonden aan klaagster.

1.4 Bij brief van 1 maart 2017, door de raad ontvangen op 3 maart 2017, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 19 mei 2017 in aanwezigheid van een kantoorgenote van de gemachtigde van klaagster. Verweerder was met kennisgeving vooraf niet aanwezig.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klaagster van 1 maart 2017.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1  Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klaagster in verzet niet op.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet komen neer op een herhaling van de klacht met een verzoek om herbeoordeling.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klaagster aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. D.H. Steenmetser-Bakker, voorzitter, mrs. L.H. Rammeloo en B.J. Sol, leden, bijgestaan door mr. C.C. Horrevorts als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 30 juni 2017.

Griffier Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 30 juni 2017 verzonden.