ECLI:NL:TNORDHA:2016:6 Kamer voor het notariaat Den Haag 15-25
ECLI: | ECLI:NL:TNORDHA:2016:6 |
---|---|
Datum uitspraak: | 17-02-2016 |
Datum publicatie: | 02-03-2016 |
Zaaknummer(s): | 15-25 |
Onderwerp: | Registergoed |
Beslissingen: | Verzet ongegrond |
Inhoudsindicatie: | Klagers handhaven in het verzetschrift hun klacht. Het gaat in het verzetschrift om de vraag welke akte rechtsgeldig is. Is het de akte van 26 mei 1965 of de akte van 30 juni 1965? En wie kan aan welke akte rechten ontlenen? Is dat de erfgenaam de gemeente [naam] of mevrouw [klaagster 1]? |
Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag
Beslissing d.d. 17 februari 2016 op het verzet tegen de afwijzende beslissing d.d. 7 december 2015 van de voorzitter van de Kamer als bedoeld in artikel 99 lid 5 van de Wet op het notarisambt inzake de klacht onder nummer 15-25, welk verzet is ingesteld door:
[klagers],
hierna ook te noemen: klagers,
gemachtigde [Z],
tegen
mr. [notaris],
notaris te [vestigingsplaats],
hierna te noemen: de notaris.
De procedure
Het verzet is ingekomen op 22 december 2015, derhalve binnen veertien dagen na 8 december 2015, de dag van verzending aan de gemachtigde van klagers van een afschrift van de beslissing van de voorzitter. Het verzet is mitsdien tijdig ingesteld.
Bij telefoongesprek van 18 januari 2016 met de secretaris heeft de gemachtigde aangegeven dat zij niet over het verzet wenst te worden gehoord. Dit gesprek is bij brief van 19 januari 2016 aan de gemachtigde bevestigd. De behandeling van het verzet heeft derhalve plaatsgevonden buiten aanwezigheid van partijen op 27 januari 2016.
Het verzet
Klagers handhaven in het verzetschrift hun klacht. Het gaat in het verzetschrift om de vraag welke akte rechtsgeldig is. Is het de akte van 26 mei 1965 of de akte van 30 juni 1965? En wie kan aan welke akte rechten ontlenen? Is dat de erfgenaam de gemeente [naam] of mevrouw [klaagster 1]? Het antwoord op deze vragen is dat door goede trouw en verkrijgende verjaring mevrouw [klaagster 1] per 1 januari 1993 eigenaar is geworden van de bovenwoning (adres) en op 10 augustus 2002 van de garage (nummer). Gelet op deze rechten heeft de notaris klagers voorgelogen en heeft zij ten onrechte notariƫle handelingen verricht.
De beoordeling van het verzet
Het verzetschrift is verzonden namens mevrouw [klaagster 1] en de gemachtigde. De Kamer gaat ervan uit dat op basis van de volmacht van 13 april 2015 het verzet ook namens klager [klaagster 2] is ingesteld.
De Kamer verwijst voor de feiten en de inhoud van de klacht naar hetgeen terzake in de beslissing d.d. 7 december 2015 is overwogen.
Het verzet is er bovenal op gericht dat de beoordeling in eerste aanleg op grond van een onjuiste weergave van de feiten, conclusies en aannames heeft plaatsgevonden. Evenwel heeft het onderzoek in verzet naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot vaststelling van andere feiten of beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de fungerend voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. De stellingen van klagers zijn onbegrijpelijk en de jegens de notaris geuite verwijten missen een deugdelijke onderbouwing.
Een en ander leidt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. Het verzet zal dan ook ongegrond verklaard worden.
De beslissing
De Kamer voor het notariaat voormeld:
verklaart het verzet ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mrs. A.F.L. Geerdes, voorzitter, O. van der Burg, F. Hoppel, J. Smal en E.S. Voskamp, en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, secretaris, in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2016.
Kopie van deze beslissing wordt aan partijen gezonden, aan klagers bij aangetekende brief. Ingevolge artikel 99 lid 13 van de Wet op het notarisambt staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.