ECLI:NL:TNORARL:2016:66 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/306852 / KL RK 16-91

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2016:66
Datum uitspraak: 02-12-2016
Datum publicatie: 30-12-2016
Zaaknummer(s): C/05/306852 / KL RK 16-91
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Voorop staat dat het hier gaat om de verzending van bij uitstek privacy-gevoelige informatie. Dit brengt mee dat terzake op de notaris een zware zorgplicht rust. Hij kan dan niet volstaan met de mededeling dat fouten nu eenmaal worden gemaakt. De notaris heeft echter geen andere feiten of omstandigheden gesteld die de conclusie van voldoende vervulling van de zorgplicht kunnen rechtvaardigen. De kamer overweegt dat ook de opstelling van de notaris na de ontdekking van de fout te wensen overlaat. Klacht gegrond met oplegging waarschuwing.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN 

Kenmerk: C/05/306852 KL RK 16 - 91 / mjd

Beslissing van de kamer voor het notariaat van 2 december 2016

op de klacht van

XXX,

wonende te ,

klager ,

tegen

XXX,

notaris te .

Partijen worden hierna klaagster en notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit

-          de klacht, met bijlagen, ingekomen 10 augustus 2016

-          het verweer van de notaris ingekomen 29 augustus 2016

-          de brief van de notaris ingekomen 27 september 2016

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 14 oktober 2016 behandeld. Klaagster is in persoon verschenen, heeft een pleitnotitie overgelegd en dienovereenkomstig het woord gevoerd. De notaris is, met voorafgaande kennisgeving, niet verschenen.

2. De feiten

2.1 Begin juli 2016 heeft klaagster met de notaris gesproken over een wijziging in haar testament.

2.2 Eind juli 2016 heeft klaagster - omdat zij het concept gewijzigd testament nog niet ontvangen had -  telefonisch contact opgenomen met het kantoor van de notaris en geïnformeerd naar de stand van zaken. In reactie op dit verzoek om informatie is klaagster door een medewerker van het kantoor van de notaris medegedeeld dat het concept reeds op 11 juli 2016 verzonden was naar een oud adres van klaagster.

2.3 Bij e-mail van 29 juli 2016 heeft de notaris aan klaagster medegedeeld dat het concept testament van klaagster - na foutmelding bij de GBA-adrescontrole - verzonden is aan een adres ontleend aan een kaartsysteem waarin naar aanleiding van een transactie in 1996 een adres van klaagster was opgenomen.

2.4 Bij de onder 2.3 genoemde  e-mail heeft de notaris klaagster tevens medegedeeld dat het foutief verzonden en door de ontvangster - naar haar zeggen - ongeopend retour gezonden concept nog niet op het kantoor van de notaris terug ontvangen is.

3. De klacht en het verweer

3.1 Klaagster verwijt de notaris onzorgvuldig te werk te zijn gegaan bij de adressering van het aan haar - klaagster - toe te sturen concept gewijzigd testament. De klacht valt op hoofdlijnen in de volgende onderdelen uiteen.

1) De notaris heeft het concept gewijzigd testament naar een verkeerd adres gestuurd.

2) De notaris heeft na ontdekking van de fout door klaagster zelf niet, althans niet adequaat, gereageerd.

3.2 Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling

4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

De kamer is om navolgende redenen van oordeel dat het doen en nalaten van de notaris in deze zaak tuchtrechtelijk verwijtbaar is.

Klachtonderdeel 1)

De notaris heeft het concept gewijzigd testament naar een verkeerd adres gestuurd.

Klaagster verwijt de notaris in de eerste plaats dat het concept gewijzigd testament in afwijking van de afspraak om dit per e-mail  naar klaagster te sturen, in briefvorm naar klaagster te hebben gestuurd. Daarbij is bovendien  een verkeerd adres gebruikt.

Klaagster vindt het zeer onzorgvuldig dat de notaris, nadat hij bij het opvragen van het adres van klaagster bij het GBA een foutmelding kreeg, zonder verder onderzoek een oud adres van klaagster heeft gebruikt, afkomstig uit een oude niet bijgehouden kaartenbak van het kantoor van de notaris. Daarbij merkt klaagster op dat het juiste en actuele adres van klaagster in de tekst van het concept gewijzigd testament was opgegeven. Ook beschikte de notaris over het juiste telefoonnummer van klaagster. De notaris had klaagster dus ook kunnen bellen om het adres te controleren.

Klaagster stelt zich op het standpunt dat de notaris tevens te verwijten valt dat zijn kantoor op dit punt kennelijk niet over een intern controle mechanisme beschikt.

De notaris heeft in zijn verweer aangevoerd dat hij niet voor 100% kan voorkomen dat hij of één van zijn medewerkers bij de uitoefening van de werkzaamheden een fout maakt.

Daarnaast stelt de notaris dat hij in zijn aantekeningen over de zaak geen aantekening van het e-mail adres van klaagster heeft kunnen vinden.

Bij de beoordeling van deze zaak stelt de kamer voorop dat het hier gaat om de verzending van bij uitstek privacy-gevoelige informatie. Dit brengt mee dat terzake op de notaris een zware zorgplicht rust. Hij kan dan niet volstaan met de mededeling dat fouten nu eenmaal worden gemaakt.

De notaris heeft echter geen andere feiten of omstandigheden gesteld die de conclusie van voldoende vervulling van de zorgplicht kunnen rechtvaardigen. Op de door klaagster in dit verband gestelde feiten en omstandigheden heeft de notaris enkel nog gereageerd met de mededeling dat hij geen aantekening heeft kunnen vinden van het e-mail adres van klaagster.

Wat daar ook van zij, dat laat onverlet dat als niet weersproken vaststaat dat de notaris op basis van de gegevens in het concept testament wel over het juiste adres van klaagster beschikte en de verzending per post derhalve juist geadresseerd had kunnen worden.

Ook heeft de notaris niet duidelijk gemaakt waarom hij, althans zijn medewerkers toen zij een foutmelding kregen bij het raadplegen van het GBA er kennelijk zonder enige vorm van nader onderzoek  voor hebben gekozen om terug te vallen op een in 1996 genoteerd adres.

Bij gebreke van een reactie van de notaris op het verwijt van klaagster betreffende het gebrek aan zogenaamd zelfreinigend vermogen, heeft de notaris evenmin inzichtelijk gemaakt welke waarborgen het administratieve proces op zijn kantoor in het algemeen kent, juist ter voorkoming van onjuiste adressering van privacy gevoelige brieven.

Klachtonderdeel 2)

De notaris heeft na ontdekking van de fout door klaagster zelf niet, althans niet adequaat, gereageerd.

Klaagster stelt dat de notaris op het moment dat de onjuiste adressering van het concept testament bekend werd, niet actief reageerde. Klaagster moest om te beginnen de notaris zelf benaderen met de vraag waar het concept bleef. Dit terwijl  een reactie van de kant van klaagster gedurende drie weken was uitgebleven. Het had volgens klaagster dan ook op de weg van de notaris gelegen klaagster te benaderen met de vraag waar haar reactie bleef.

Vervolgens, toen klaagster zelf contact had opgenomen met de notaris om te vragen waar het concept bleef en bleek dat het naar het onjuiste adres verzonden was, moest klaagster eerst boos worden voordat de notaris haar zijn excuses aanbood. Klaagster stelt bovendien dat de notaris aanvankelijk deed voorkomen alsof het concept testament na verzending  naar het onjuiste adres op het kantoor van de notaris retour was ontvangen en pas in een later stadium heeft toegegeven dat het concept niet retour ontvangen werd.

De notaris heeft op dit punt verklaard dat hij na ontdekking van de onjuiste adressering zijn secretaresse navraag heeft laten doen op het onjuiste adres, alwaar te kennen werd gegeven dat het desbetreffende poststuk ongeopend retour werd gezonden. Dat de retourzending niet door de notaris werd ontvangen heeft de notaris in eerste instantie niet, maar later wel aan klaagster verteld. De notaris stelt in het verweerschrift dat hij nogmaals zijn excuus wil maken.

De kamer overweegt dat ook de opstelling van de notaris na de ontdekking van de fout te wensen overlaat. Wat er ook zij van het al dan niet onmiddellijk aan klaagster vertellen dat het onjuist geadresseerde concept niet retour ontvangen werd, uit de verklaring van de notaris volgt dat hij de communicatie over het onjuist geadresseerde poststuk grotendeels aan zijn secretaresse heeft overgelaten. Voorts blijkt uit de verklaring van de notaris niet dat hij zich anderszins de ernst van de situatie persoonlijk heeft aangetrokken, dan wel zich persoonlijk heeft ingespannen om het poststuk, toen dit inmiddels “verdwenen” bleek, te traceren of anderszins de door klaagster ervaren schade van de onjuiste adressering te beperken en klaagster hier actief over te informeren. Dat had wel van hem mogen worden verwacht.

Maatregel

Gelet op hetgeen ten aanzien van zowel klachtonderdeel 1) als klachtonderdeel 2) is overwogen is de kamer van oordeel dat de notaris hier tuchtrechtelijk verwijtbaar tekort is geschoten is in de vervulling van de op hem rustende zorgverplichting. De klacht wordt daarom op beide onderdelen gegrond verklaard. Gezien aard een ernst van het verwijt dat de notaris hier gemaakt wordt, wordt oplegging van de maatregel van waarschuwing passend geoordeeld.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

- verklaart de klacht gegrond en legt terzake de maatregel van waarschuwing op.

Deze beslissing is gegeven door mr. D.T. Boks , voorzitter,

mrs. M.J. Slootweg, J.G.T.M. Castrop, H.J. Hettema en V. Oostra, leden, en in tegenwoordigheid van mr. M.J. Derksen , secretaris , door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 2 december 2016.

De secretaris

De voorzitter

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.