ECLI:NL:TGZRZWO:2016:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 069/2016

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2016:101
Datum uitspraak: 29-08-2016
Datum publicatie: 29-08-2016
Zaaknummer(s): 069/2016
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie:   klacht tegen huisarts. Klager verwijt verweerder dat hij de fysiotherapeut middels een hi-tech apparaat kraakbeen heeft weggelaserd met een echo-apparaat.  Verweerder heeft klager op goede gronden doorverwezen naar de fysiotherapeut. Klacht kennelijk ongegrond.  

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

Beslissing d.d. 29 augustus 2016 naar aanleiding van de op 14 maart 2016 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van

A , wonende te B,

k l a g e r  

-tegen-

C, huisarts, werkzaam te B,

v e r w e e r d e r

1.    HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Dit blijkt uit het volgende:

-          het klaagschrift;

-          het aanvullende klaagschrift;

-          het verweerschrift met de bijlagen.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid mondeling gehoord te worden in vooronderzoek.

2.    FEITEN

Op grond van de stukken (waaronder het huisartsenjournaal) dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.

Klager, geboren in 1961, is sinds februari 2003 ingeschreven als patiƫnt in de praktijk van verweerder.

Klager bezocht op 10 december 2012 het spreekuur van verweerder omdat hij al een paar weken last had van de linkerschouder. Verweerder vond bij lichamelijk onderzoek een pijnlijke abductie. Verweerder heeft klager voor nader onderzoek en behandeling verwezen naar de fysiotherapeut. Klager heeft zich daarna niet meer met schouderklachten op het spreekuur van verweerder gemeld. In april 2016 heeft klager verweerder laten weten dat hij naar een andere huisarts wil, omdat verweerder onderdeel is van een complot.

Klager heeft tevens een klacht ingediend tegen de fysiotherapeut. Deze klacht is bekend onder nummer 055/2016. In beide zaken is op dezelfde dag uitspraak gedaan.

3.    HET STANDPUNT VAN KLAGER EN DE KLACHT

Volgens klager heeft de fysiotherapeut niet alleen een echo van zijn schoudergewrichten links en rechts gemaakt maar ook deze gewrichten beschadigd middels een Hi-Tech apparaat/methode. Klager baseert deze overtuiging op het feit dat hij direct na de behandeling merkte dat beide gewrichten instabiliteit vertoonden. Deze instabiliteit neemt volgens klager sindsdien continu toe. Klager verwijt verweerder dat hij opdracht heeft gegeven tot deze mutilatie.

4.    HET STANDPUNT VAN VERWEERDER

Verweerder voert -zakelijk weergegeven- aan dat hij klager slechts heeft verwezen naar de fysiotherapeut voor verder onderzoek en behandeling.

5.    DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

5.1          

Het college wijst er allereerst op, dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.

5.2

De klacht van klager kan niet slagen. Verweerder heeft klager op goede gronden, na lichamelijk onderzoek, doorgestuurd naar de fysiotherapeut voor verder onderzoek en behandeling. Dat verweerder opdracht heeft  gegeven klager te mutileren is niet gebleken en is overigens ook onwaarschijnlijk.

5.3

Gelet op het voorgaande is de klacht kennelijk ongegrond en dient als volgt te worden beslist.

6.    DE BESLISSING

Het college wijst de klacht af.

Aldus gedaan in raadkamer door mr. A.L. Smit, voorzitter, J.M. Komen en M.D. Klein  Leugemors, leden-artsen, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 29 augustus 2016 door mr. A.L. Smit, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris.                                                                                                   

                                                                                                                 voorzitter

                                                                                                                 secretaris

 

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door:

a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;

b. degene over wie is geklaagd;

c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.