ECLI:NL:TGZCTG:2016:278 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.475

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2016:278
Datum uitspraak: 25-08-2016
Datum publicatie: 30-08-2016
Zaaknummer(s): c2015.475
Onderwerp: Onheuse bejegening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   klacht tegen een huisarts. Klager stelt dat de huisarts (die geen behandelrelatie met klager heeft) zijn medisch dossier heeft ingezien en dat zij, nadat klager haar daarover een brief heeft gestuurd niet (tijdig) heeft gereageerd.

C E N T R A A L  T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2015.475 van:

A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg,

tegen

C., huisarts, werkzaam te B., verweerster in beide instanties.

1.         Verloop van de procedure

A. - hierna: klager -  heeft op 17 november 2015 bij het Regionaal Tuchtcollege te Groningen tegen mevrouw C. - hierna: de huisarts - een klacht ingediend. Bij beslissing van 1 december 2015, onder nummer G2015/140, heeft dat College de klacht afgewezen.

Klager is van die beslissing tijdig in beroep gekomen en heeft vervolgens de gronden van het beroep nader aangevuld bij brief ingekomen op 16 maart en 18 maart 2016. De huisarts heeft een verweerschrift in beroep ingediend.

De zaak is in beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 14 juli 2016, waar klager en de huisarts zijn verschenen. De huisarts heeft haar laatste woord gevoerd aan de hand van aantekeningen die zij aan het Centraal Tuchtcollege heeft overgelegd.

2.         Beslissing in eerste aanleg

Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn beslissing het volgende ten grondslag

gelegd.

2. Beoordeling van de klacht

2.1 Als het College het goed begrijpt, bevat de klacht twee onderdelen.

2.2 Het eerste onderdeel houdt in dat verweerster zich jegens klager arrogant heeft gedragen. Dit onderdeel snijdt geen hout, omdat een dergelijk gedrag uit niets blijkt. Klager brengt geen enkel gegeven naar voren, waaruit dit zou kunnen volgen, nog daargelaten wat de tuchtrechtelijke relevantie van dit gedrag zou zijn, aangezien niet gebleken is dat verweerster ooit een behandelrelatie met klager heeft gehad.

2.3 Het tweede onderdeel heeft betrekking op klagers medisch dossier. Klager stelt dat verweerster zijn dossier zonder zijn toestemming heeft geraadpleegd. Hij verwijst echter naar een brief van verweerster van 15 november 2015, waarin zij deze raadpleging ten stelligste ontkent.

Het lag op zijn weg om tegenover deze ontkenning voldoende concrete gegevens naar voren te brengen waaruit de onjuistheid daarvan zou kunnen volgen. Dat heeft hij niet gedaan.

2.4 Bij deze stand van zaken dient aanstonds als volgt te worden beslist.

3. Beslissing

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Groningen:

verklaart de klacht kennelijk ongegrond en wijst deze af.”

3.         Beoordeling van het hoger beroep

3.1       Voor de beoordeling van het beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van hetgeen is weergegeven in de beslissing in eerste aanleg. Deze weergave is in hoger beroep niet, althans onvoldoende, bestreden.

3.2       Klager beoogt met zijn beroep de klacht in volle omvang aan het Centraal Tuchtcollege voor te leggen en concludeert tot gegrondverklaring van het beroep.

3.3       De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

3.4       De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege, alles in ogenschouw nemend, geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

4.         Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

verwerpt het beroep.

Deze beslissing is gegeven door: mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter,

mr. drs. R. Prakke-Nieuwenhuizen en mr. dr. B.J.M. Frederiks, leden-juristen en

drs. M. van Bergeijk en drs. M.G.M. Smid-Oostendorp, leden-beroepsgenoten en

mr. M.W. van Beek, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van 25 augustus 2016.

                                    Voorzitter   w.g.                                            Secretaris  w.g.