ECLI:NL:TGZCTG:2016:235 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.204

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2016:235
Datum uitspraak: 21-06-2016
Datum publicatie: 21-06-2016
Zaaknummer(s): c2015.204
Onderwerp: Geen of onvoldoende zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2015.204 van:

A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg,

gemachtigde: mr. C.M.H. van Vliet, advocaat te Den Haag,

tegen

G., verpleegkundige, werkzaam te D., verweerster in beide instanties, gemachtigden: mr. F.E.A.M. Tesser en mr. K.J. de Wolf te Nijmegen.

1. Verloop van de procedure

1.1 A. - hierna klager - heeft op 27 november 2013 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle tegen G. - hierna de verpleegkundige - een klacht ingediend. Het klaagschrift is gevolgd door een vervangend klaagschrift van 19 december 2013. Bij beslissing van 17 april 2015, onder nummer 304/2013 heeft dat College de klacht afgewezen. Klager is van die beslissing tijdig in beroep gekomen. De verpleegkundige heeft een verweerschrift in beroep ingediend.

1.2 De zaak is in beroep tegelijkertijd maar niet gevoegd met de zaken C2015.201 (A. / C., chirurg), C2015.202 (A. / E., chirurg), C2015.203 (A. / F., arts) en C2015.205 (A. / H., verpleegkundige) behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 19 april 2016. Klager is ter terechtzitting verschenen. De verpleegkundige is met kennisgeving niet ter terechtzitting verschenen. Voor de verpleegkundige zijn verschenen mr. Tesser en mr. De Wolf voornoemd. Partijen hebben pleitnotities overgelegd.

1.3 Het Centraal Tuchtcollege acht zich op grond van de stukken en behandeling ter zitting nog onvoldoende ingelicht om op de klacht te kunnen beslissen. De stukken en behandeling ter zitting geven aanleiding om de verpleegkundige ter zitting in beroep te horen. De zaak zal daartoe tot een nader vast te stellen datum en tijdstip worden aangehouden.

Het onderzoek ter terechtzitting zal dan weer aanvangen in het stadium waarin het zich bevond toen het onderzoek op de zitting op 19 april 2016 werd gesloten. Het Centraal Tuchtcollege zal er naar streven alsdan zo veel mogelijk in dezelfde samenstelling zitting te nemen.

2. Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

houdt de zaak aan tot een nader vast te stellen datum en tijdstip met het hiervoor onder 1.3 vermelde doel.

Deze beslissing is gegeven door: mr. T.L. de Vries, voorzitter, mr. W.P.C.M. Bruinsma en mr. A. Smeeing-van Hees, leden-juristen, W.J.B. Hauwert en P. van der Zee, leden- beroepsgenoten, en mr. D. Brommer, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van

21 juni 2016. Voorzitter w.g. Secretaris w.g.