ECLI:NL:TGDKG:2016:85 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 191.2016

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2016:85
Datum uitspraak: 25-10-2016
Datum publicatie: 01-11-2016
Zaaknummer(s): 191.2016
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht ongegrond. Gerechtsdeurwaarder heeft terecht extra voorzichtig gehandeld in de alimentatiezaak. Specificaties eerst ter goedkeuring aan opdrachtgeefster voordat deze kunnen worden verzonden. De genomen tussenstappen zijn in alimentatiezaken begrijpelijk en verklaarbaar. De gerechtsdeurwaarders hebben voldoende inspanning verricht om een abusievelijk verschil in de specificaties te corrigeren. Actieve houding gerechtsdeurwaarders. Dat klager het niet eens is met de hoogte van de vordering betekent niet dat de gerechtsdeurwaarders tuchtrechtelijk laakbaar hebben gehandeld. Dat is een zaak voor de civiele rechter.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 25 oktober 2016 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 191.2016 ingesteld door:

[...] ,

wonende te [...],

klager,

tegen:

1. [...],

2. [...],

3. [...],

gerechtsdeurwaarders te [...],

beklaagden,

gemachtigde: [...].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 23 februari 2016 heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagden, hierna: de gerechtsdeurwaarders. De gerechtsdeurwaarders is bij brief van 7 maart 2016 verzocht om te reageren op de klacht. Bij brief van 8 april 2016 is de gerechtsdeurwaarders nogmaals verzocht te reageren op de klacht. Bij verweerschrift, ingekomen op 26 april 2016, hebben de gerechtsdeurwaarders op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 13 september 2016 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarders is verschenen. Klager is niet op zitting verschenen. Van de behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 25 oktober 2016.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

1.1.      De gerechtsdeurwaarders zijn belast met de inning van een alimentatievordering op klager uit hoofde van een op 25 februari 2015 gewijzigde beschikking.

1.2.      Bij exploot van 10 september 2014 is aan klager een bevel tot betaling gedaan.

1.3.      Bij schrijven van 22 september 2014 heeft de advocaat van klager de gerechtsdeurwaarders bericht dat er een wijzigingsverzoek bij de Rechtbank Utrecht aanhangig is gemaakt en de gerechtsdeurwaarders verzocht de executiemaatregelen op te schorten in afwachting van de uitspraak in die procedure. Tevens is verzocht om een specificatie van de vordering.

1.4.      Bij e-mail van 6 oktober 2014 is op voornoemd schrijven door de gerechtsdeurwaarders gereageerd met de mededeling dat de vordering reeds is gespecificeerd en dat de zaak onverkort zal worden doorgezet.

1.5.      Vervolgens hebben de gerechtsdeurwaarders executoriaal derdenbeslag gelegd op de uitkering van klager.

1.6.      Op verzoek van klager en na toezending van de benodigde stukken is de beslagvrije voet aangepast.

1.7.      In augustus 2015 hebben de gerechtsdeurwaarders de laatste inhouding ontvangen van de uitkeringsinstantie van klager. Vervolgens hebben de gerechtsdeurwaarders op 7 september 2015 loonbeslag gelegd onder de werkgeefster van klager.

1.8.      Op verzoeken van klager om een specificatie van de vordering is door de gerechtsdeurwaarders bij brieven van 19 augustus 2015 en 22 september 2015 gereageerd.

1.9.      Op 2 oktober 2015 en 4 november 2015 is door een medewerkster van de gerechtsdeurwaarders geregeerd op e-mails van klager.

1.10.    Bij brief van 27 november 2015 heeft klager een klacht ingediend bij de gerechtsdeurwaarders.

1.11.    Bij e-mail van 17 december 2015 heeft een medewerkster van de gerechtsdeurwaarders klager een berekening met een onderbouwing daarvan verzonden van de nog openstaande bedragen.

1.12.    Bij e-mail van 15 januari 2016 heeft klager de gerechtsdeurwaarders verzocht opheldering te verschaffen over een onduidelijkheid in het verzonden overzicht.

1.13.    Op 1 februari 2016 heeft klager telefonisch verzocht om een nadere specificatie van het jaar 2014.

1.14.    Het verzoek om een nadere specificatie hebben de gerechtsdeurwaarders op 1 februari 2016 aan hun opdrachtgeefster doorgestuurd. Nu niets werd vernomen hebben de gerechtsdeurwaarders klager daarvan tussentijds op 17 februari 2016 op de hoogte gesteld.

1.15.    Op 11 april 2016 is de specificatie van 2014 aan klager middels telefonisch onderhoud toegelicht.

2. De klacht

Klager beklaagt zich erover dat hij al vanaf september 2015 met de gerechtsdeurwaarders communiceert om uitsluitsel te verkrijgen over de omvang van zijn schuldpositie. Klager wenst zijn schuldpositie af te wikkelen. De opgegeven bedragen wijken volgens klager substantieel af van het juiste bedrag. Ook na een nieuwe berekening die wel de juiste positie benadert ontvangt klager geen antwoord op zijn vragen. Klager is nu een half jaar bezig het juiste bedrag te vernemen. Klager is bang dat het gelegde loonbeslag blijft doorlopen.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

Niet eerder dan het moment waarop de zaak op zitting is gepland is een verweerschrift van de gerechtsdeurwaarders binnengekomen.

4. De beoordeling van de klacht

4.1. De klacht is ingediend tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor, hetgeen op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet niet kan. Slechts een gerechtsdeurwaarder kan als beklaagde worden aangemerkt. Bij het onderzoek wie als beklaagde kan worden aangemerkt geldt als leidraad de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 12 augustus 2014 (ECLI:NL:GHAMS:2014:3696). Uit dit arrest volgt dat bij klachten tegen een samenwerkingsverband de tuchtrechter zelf dient te onderzoeken tegen welke gerechtsdeurwaarder(s) van het samenwerkingsverband de klacht zich richt.

4.2. Uit de klacht alsmede de overgelegde producties kan niet worden opgemaakt tegen welke gerechtsdeurwaarder de klacht is gericht dan wel welke gerechtsdeurwaarder de beklaagde handeling heeft verricht. Om die reden worden alle gerechtsdeurwaarders die op het moment van indiening van de onderhavige klacht aan het gerechtsdeurwaarderskantoor verbonden waren, als beklaagden aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van de beslissing rekening gehouden.

4.3. Naar het oordeel van de Kamer kan de gerechtsdeurwaarders niet worden verweten dat zij extra voorzichtig hebben gehandeld in alimentatiezaken als deze. Specificaties dienen ter controle eerst goedkeuring te verkrijgen van de opdrachtgeefster voordat deze worden toegezonden. Niet gebleken is dat de wijze waarop deze bedrijfsvoering plaatsvindt in strijd is met regels waaraan de gerechtsdeurwaarders gebonden zijn. Nu de goedkeuring van de opdrachtgeefster ondanks rappel langer op zich liet wachten, konden goedgekeurde specificaties niet direct aan klager worden toegezonden. De genomen tussenstappen zijn in alimentatiezaken begrijpelijk en verklaarbaar. Uit de door de gerechtsdeurwaarders overgelegde producties kan worden opgemaakt dat zij binnen een redelijke termijn op de brieven of e-mails van klager hebben gereageerd.

4.4. Dat er op enig moment abusievelijk een verschil in de specificaties en hierdoor onduidelijkheid bij klager is ontstaan, is volgens de gerechtsdeurwaarders te wijten aan het automatisch systeem. Echter, de gerechtsdeurwaarders hebben zich voldoende ingespannen om de onduidelijkheid die bij klager bestond over de hoogte van de vordering weg te nemen. Dat het enige tijd geduurd heeft voordat de onduidelijkheid kon worden weggenomen is, gelet op de aard van de zaak en de actieve houding van de gerechtsdeurwaarders, niet zo ernstig dat dit tuchtrechtelijke verwijtbaarheid met zich meebrengt. Dat klager het niet eens is met de hoogte van de vordering betekent niet dat de gerechtsdeurwaarders daarmee tuchtrechtelijk laakbaar hebben gehandeld. Het ligt niet op de weg van de tuchtrechter om op de inhoudelijke beoordeling van een dergelijk geschil in te gaan. Het voorgaande leidt ertoe dat de klacht ongegrond zal worden verklaard.

4.5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, mr. M. Nijenhuis en A.M. Maas, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 oktober 2016, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.