ECLI:NL:TGDKG:2016:70 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW269.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2016:70
Datum uitspraak: 24-05-2016
Datum publicatie: 08-07-2016
Zaaknummer(s): GDW269.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Vonnis betekend aan de verkeerde persoon. Klacht gegrond, geen maatregel opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 24 mei 2016 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 269.2015 ingediend door:

[ ],

gevestigd te [ ],

klaagster,

vertegenwoordigd door [ ], bestuurder van klaagster,

tegen:

[ ],

toegevoegd kandidaat- gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 19 maart 2015 heeft klaagster een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 24 april 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter zitting van 12 april 2016 waar de gemachtigde van klaagster en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen

Van deze behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 24 mei 2016.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

a) Bij vonnis van 10 mei 2012 is [ ], handelende onder de naam [ ], door de kantonrechter te ’s-Gravenhage veroordeeld in de kosten van het geding ad € 300,00.

b) Bij exploot van 13 maart 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder voormeld vonnis betekend aan klaagster mede handelende onder de naam [ ] Online.

c) Bij brief en per email van 20 maart 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder klaagster medegedeeld dat het exploot abusievelijk aan de verkeerde partij is betekend en dat het exploot als zijnde niet uitgebracht kon worden beschouwd.

d) Bij brief van 20 maart 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder [ ] aangeschreven met het verzoek om binnen zeven dagen na heden tot betaling over te gaan van het bedrag waarvoor hij in het vonnis van 10 mei 2012 is veroordeeld.

e) Bij exploot van 2 april 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder het vonnis van 10 mei 2012 aan [ ] betekend met bevel tot betaling over te gaan en met aanzegging dat indien niet aan het vonnis zou worden voldaan verdere tenuitvoerlegging van het vonnis zou volgen.

2. De klacht

Voor zover in het kader van de klacht van belang verwijt klaagster de gerechtsdeurwaarder dat hij een vonnis heeft betekend aan een vennootschap die geen partij was in de procedure waarin het vonnis is gewezen. Klaagster wenst een schadevergoeding voor het werk dat zij hieraan heeft gehad.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht erkend. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 De klacht is gericht tegen twee met naam genoemde gerechtsdeurwaarders en tegen de maatschap [ ] Gerechtsdeurwaarders. Een kantoor / een maatschap kan niet als beklaagde worden aangemerkt. Bij het onderzoek wie als beklaagde kan worden aangemerkt geldt als leidraad de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 12 augustus 2014 (ECLI:NL:GHAMS:2014:3696). Uit dit arrest volgt dat bij klachten tegen een samenwerkingsverband de tuchtrechter zelf dient te onderzoeken tegen welke gerechtsdeurwaarder(s) van het samenwerkingsverband de klacht zich richt.

4.2 Klaagster heeft aangevoerd dat naast de gerechtsdeurwaarder die het exploot heeft betekend ook de maatschap / het kantoor bij de klacht betrokken dient te worden. Dit op grond van het feit dat het exploot is gedrukt op briefpapier van het kantoor en het kantoor dus de afzender is van het exploot. Gelet op de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam als onder 4.1 vermeld kan klaagster in deze gedachtegang niet worden gevolgd.

4.3 Nu de klacht het betekenen van een exploot aan een verkeerde partij betreft en die betekening is gedaan door de in aanhef van deze beslissing genoemde gerechtsdeurwaarder, wordt hij als beklaagde aangemerkt. Hieruit volgt dat gerechtsdeurwaarder [ ] niet als beklaagde worden aangemerkt.

Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.4 In dit geval heeft de gerechtsdeurwaarder erkend het vonnis aan de verkeerde rechtspersoon te hebben betekend. Naar het oordeel van de kamer had dat bij het opmaken van het exploot en bij een juiste bestudering van het vonnis al direct duidelijk moeten zijn. Het vonnis is immers gewezen tegen [ ] handelende onder de naam [ ]. Het opmaken en op juistheid controleren van een exploot behoort bovendien tot de kernverplichtingen van een gerechtsdeurwaarder. In dat opzicht dient de klacht dan ook gegrond te worden verklaard. Hetgeen klaagster en de gerechtsdeurwaarder verder nog naar voren hebben gebracht, kan buiten beschouwing blijven omdat het niet van belang is voor de beslissing in deze zaak.

4.5 Anders dan klaagster blijkbaar meent biedt een tuchtprocedure als deze - nog daargelaten de vraag of hiervoor aanleiding zou bestaan - geen ruimte voor het toekenning van een schadevergoeding.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. De kamer acht geen termen aanwezig om de gerechtsdeurwaarder een maatregel op te leggen. De kamer heeft daarbij meegewogen dat de gerechtsdeurwaarder na ontdekking van de fout klaagster heeft aangeschreven, geen kosten in rekening heeft gebracht en zijn excuses heeft aangeboden.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

- verklaart de klacht gegrond.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, en mr. A. Sissing en M. Colijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 mei 2016, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.