ECLI:NL:TGDKG:2016:65 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet7.2016

ECLI:	ECLI:NL:TGDKG:2016:65
Datum uitspraak:	03-05-2016
Datum publicatie:	08-07-2016
Zaaknummer(s):	GDWverzet7.2016
Onderwerp:	Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:	Beslissing op verzet. Het verzet is niet ingesteld binnen de daarvoor geldende termijn en wordt niet-ontvankelijk verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beschikking van 3 mei 2016 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van de voorzitter van 24 november 2015 met nummer 428.2015 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 7.2016 ingesteld door:

[ ],

wonende te [ ],

klaagster,

tegen:

[ ],

gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde,

gemachtigde: [ ].

1. Verloop van de procedure

Voormelde beschikking van de voorzitter is bij brief van 4 december 2015 aan klaagster toegezonden. Bij verzetschrift, ter griffie ontvangen op 5 januari 2016, heeft klaagster tegen de beschikking van de voorzitter verzet ingesteld. De gerechtsdeurwaarder heeft bij e-mails van 27 en 29 januari 2016 nader gereageerd. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 22 maart 2016, alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klaagster heeft bij e-mail van 21 maart 2016 verzocht een andere datum te plannen, omdat zij wegens familieomstandigheden is verhinderd. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 3 mei 2016.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

De Kamer ziet geen aanleiding om het beroep tot aanhouding van klaagster te honoreren. Daar komt bij dat klaagster het verzet niet tijdig heeft ingesteld, namelijk niet binnen 14 dagen na de verzending van de brief van 16 december 2015. Niet gebleken is dat zich omstandigheden hebben voorgedaan op grond waarvan de termijnoverschrijding verschoonbaar is.

Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

- verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar verzet.

Aldus gegeven door mrs. Th.C.M. Hendriks-Jansen, voorzitter, M.S.F. Voskens en J.J.L. Boudewijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 mei 2016 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Ingevolge het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.